Hoe het speciale etiket van tex.tracer de wereldreis van uw T-shirt laat zien

Jolanda Kooi van softwareplatform tex.tracer. Beeld: Ramon van Flymen

T-shirts leggen een wereldreis af voordat ze in de winkel liggen. Met haar start-up tex.tracer maakt Jolanda Kooi die keten zichtbaar – stap voor stap, van katoenboer tot kledingrek – voor een duurzamere kledingindustrie.

Hoe moeilijk kan het zijn, één T-shirt produceren? Nou, behoorlijk complex, weet Jolanda Kooi (45). Ze werkte vijftien jaar in de mode-industrie in onder meer Hongkong en Londen. Met eigen ogen zag ze hoeveel handen zo’n shirt aanraken voordat het in de winkel ligt.

‘Het begint bij een ontwerper. Daarna volgt het productieproces. Eerst met de grondstof, bijvoorbeeld katoen van een katoenboer, waarvan een garenboer garen maakt. Vervolgens wordt de stof geweven of gebreid en geverfd, en dan gaat het naar de confectionair: de plek waar de naaimachines staan. Daar werken algauw tien personen aan zo’n item. De één zet de mouw eraan, de ander naait het etiketje erin. De inkoper levert het aan een merk en uiteindelijk gaat het naar de consument in de winkel.’

Zo kan een simpel T-shirtje een productieketen hebben van tien stappen. Honderdvijftig paar handen hadden het misschien wel vast. Kooi: ‘En dan is dit nog een shirt van één materiaal. Denk eens aan een winterjas!’

Tex.tracer berekent milieu-impact per kledingstuk. Beeld: Ramon van Flymen

Zoveel nieuwe kledingstukken maken kledingproducenten jaarlijks

Per jaar maken kledingproducenten het duizelingwekkende aantal van 100 miljard nieuwe kledingstukken. De productie heeft een grote negatieve impact op zowel de mensen die de kledingstukken maken als de leefomgeving. In Europa staat textiel in de top-5 van milieubelasters door huishoudens.

Klimaatpionier: tex.tracer, Amsterdam

De uitdaging: Niet-transparante productie van de vervuilende kledingindustrie

De oplossing: Etiket met informatie over de lange keten van kledingstukken

Het begon bij Kooi te wringen hoezeer zij met haar werk in de kledingindustrie bijdroeg aan die vervuiling. Ze besloot een eigen bedrijf op te zetten met mooie, verantwoorde kleren – maar dat bleek het systeem niet te kunnen veranderen. Meer impact zou het hebben als ze die lange keten van een kledingstuk transparant maakte. Want als je weet welke reis je T-shirt of spijkerbroek heeft afgelegd, kun je daar ook iets aan doen. In 2020 begon Kooi samen met compagnon Bart Westerman daarom start-up tex.tracer.

QR-code toont de wereldreis van een spijkerbroek

In hun ruime en lichte kantoor in de Houthavens in Amsterdam kunnen we zien hoe dat in zijn werk gaat. In de hoek van de vergaderruimte staat een rek met kleren. Jolanda Kooi scant de QR-code van een spijkerbroek. Op haar telefoon verschijnt een wereldkaart met pijltjes: van Egypte tot het distributiecentrum in Nieuwegein. Dat is de reis die deze spijkerbroek heeft afgelegd. De informatie is zeer gedetailleerd, tot de adresgegevens van de spinnerij aan toe.

De QR-code is het eindproduct, maar in de basis is tex.tracer een softwareplatform dat merken helpt de productieketen van hun kleren in beeld te krijgen. Veel kledingmerken hebben namelijk geen idee hoe die eruitziet.

Kooi: ‘Een merk heeft vaak alleen contact met zijn directe leverancier. Welke ververij de stoffen verft of waar de katoenplantages staan, weten zij vaak niet.’ Tex.tracer onderzoekt dat en verzamelt de gevonden data op zijn platform. Bijvoorbeeld voor merken als State of Art, Fabienne Chapot, maar ook retailers zoals Wibra.

Verdienmodel van start-up tex.tracer

De start-up heeft intussen meer dan 4 miljoen euro aan investeringen opgehaald en twintig medewerkers in dienst, in Nederland, India en China. Het verdienmodel ligt in de abonnementen die kledingbedrijven afsluiten op hun softwareplatform.

Tex.tracer doet meer dan alleen schakels in de keten in kaart brengen. Het berekent per kledingstuk de milieu-impact. Dus worden elektriciteitsrekeningen van producenten opgevraagd, de chemische stoffenvergunning, de transportorders. Alles met het idee: als zichtbaar is waar de meeste vervuiling zit, kan een merk gericht verbeteringen doorvoeren en bijvoorbeeld samenwerken met een ververij die een lagere milieu-impact heeft.

Waarom zal de kledingindustrie meewerken?

Maar zullen bedrijven daaraan meewerken? Zal een stoffenweverij in India tegen een Nederlandse start-up zeggen: tuurlijk, morgen upload ik al mijn administratie voor je? ‘Daar zitten die bedrijven niet altijd op te wachten, nee,’ zegt Kooi. ‘Dus wij stellen onszelf constant de vraag: what’s in it for them?

Het simpele antwoord daarop is volgens Kooi: toekomstbestendigheid. De mode-industrie van de toekomst moet transparanter. Is het niet omdat de consument dat vraagt, dan is het wel omdat het moet volgens de (Europese) regelgeving. ‘Al in 2027 moeten alle kledingitems een digitaal paspoort hebben met informatie over herkomst van het product, de emissies en informatie over reparatie.

Ook in de kledingindustrie is er discussie over de haalbaarheid van deze doelen. Maar dat brengt Kooi niet van haar stuk. ‘We weten dat we met de Green Deal in 2050 gewoon net zero moeten zijn. Daar werken we gezamenlijk naartoe.’ Tot nu toe heeft tex.tracer zo’n 200 miljoen kledingstukken getraceerd. In 2030 moeten dat er 10 miljard zijn. Kooi: ‘En alles wijst erop dat we het kunnen halen.’

In 2027 moeten kleren een digitaal paspoort hebben. Beeld: Ramon van Flymen