Amateur-archeologen verkopen zeldzame muntschat aan museum

29 augustus 2013Leestijd: 1 minuut

Twee amateur-archeologen die in een weiland in Utrecht met hun metaaldetectoren op een verzameling munten stuitten, hebben hun vondst verkocht aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Het museum heeft 61 Friese sceatta’s en negen Franse denarii aangekocht. Dat zijn zilveren schijfjes van ongeveer 1 gram per stuk, die rond 730 na Christus als betaalmiddel werden gebruikt.

Aanwinst

Annemarieke Willemsen, conservator van het Rijksmuseum van Oudheden, is blij met de aanwinst: ‘Het is een heel bijzondere vondst, vooral omdat de munten zo oud zijn. Omdat er zeventig munten in één keer gevonden zijn, is de schat van grote archeologische waarde.’

Amateur-archeoloog Kees Leenheer (61) vond de munten in 2011 samen met een vriend in de buurt van Cothen. Ze vonden eerst een aantal muntjes, daarna nog een paar en vervolgens twee kluitjes vol. Leenheer: ‘We lopen al dertig jaar rond, en wisten meteen dat het iets bijzonders was en om een muntschat ging.’

Stilgehouden

Het Rijksmuseum van Oudheden heeft de vondst lang stilgehouden, om te voorkomen dat andere hobbyisten op dezelfde plek zouden gaan zoeken en om uitgebreid onderzoek te doen naar de archeologische waarde van de munten.

Het museum wil niet bekendmaken hoeveel het heeft betaald voor de vroegmiddeleeuwse aankoop. De Nederlandse wet bepaalt dat de helft van de winst naar de vinders gaat en de andere helft naar de eigenaar van de grond.

De zilverschat wordt vanaf 3 september in het museum tentoongesteld.