Waarom de ebola-epidemie in West-Afrika zó uit de hand liep

05 november 2014Leestijd: 4 minuten

De epidemie in West-Afrika is nog lang niet ingedamd. Waarom liep de situatie zo uit de hand en waarom is het Nigeria en Senegal wel gelukt om het virus te beteugelen?

Dat de ebola-epidemie in West-Afrika zo uit de hand loopt, heeft een aantal oorzaken. De eerste is dat de ziekte zich daar nooit eerder heeft voorgedaan. Sinds het virus in 1976 werd ontdekt door Belgische onderzoekers, was het een ziekte die alleen in Centraal-Afrika toesloeg.

Grote steden

Mede doordat de ziekte daar nooit de grote steden bereikte, waren voorgaande epidemieën klein – maximaal enkele honderden doden – en dus makkelijker te beperken.

Landen die in het verleden door ebola werden getroffen, zoals Uganda, Congo en Angola, zijn daar inmiddels op voorbereid. Ze hebben er onder meer een early warning-systeem. Voor West-Afrika was de ziekte totaal nieuw. Wie Afrika niet kent, denkt wellicht dat het één pot nat is. Maar West- en Centraal-Afrika zijn zowel in cultuur als in afstand even ver van elkaar verwijderd als landen als Nederland en Rusland.

Bloedingen

Daar komt bij dat West-Afrika is getroffen door een atypisch virus. Virussen zijn notoir slordig in hun reproductie, daardoor is er een grote variatie in virustypen en subtypen.

De epidemie in West-Afrika wordt veroorzaakt door het Zaïre-type, dat net weer een tikje anders is dan eerdere Zaïre-virussen die in Centraal-Afrika circuleerden. Zo gaat de huidige ebola aanvankelijk niet gepaard met bloedingen uit alle lichaamsopeningen (inclusief de ogen).

De eerste symptomen kunnen ook in verband worden gebracht met malaria of griep: koorts, spierpijn en een algehele malaise. Dus is het voorstelbaar dat de stormbal in West-Afrika niet ogenblikkelijk werd gehesen: deze vorm van ebola is moeilijker te herkennen dan die bij voorgaande epidemieën.

Potje

Maar toch, de drie landen die nu het zwaarst zijn getroffen, Guinee, Liberia en Sierra Leone, hebben er een potje van gemaakt. Patient zero, de vermoedelijk eerste zieke met deze variant, overleed al in december vorig jaar in Guinee. Pas in maart werd de epidemie onder de aandacht van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gebracht.

Drie maanden lang kon de ziekte zich ongehinderd over de drie landen verspreiden. Al die tijd is ebola door de overheid ontkend, deels uit onwetendheid, deels uit angst voor de economische gevolgen.

Natuurlijk, we hebben het over drie van de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld. Op de Human Development Index van de Verenigde Naties staan deze landen op plaats 175, 179 en 183 van de 187. Weinig mensen hebben er een opleiding, ze zijn meer vertrouwd met voodoo dan met virussen en het aantal artsen en verplegers per hoofd van de bevolking is honderd tot tweehonderd keer zo laag als in het Westen.

Daarnaast zijn de overheden vaak corrupt. De scheepsladingen hulp die de afgelopen decennia hun kant opkwamen, zijn lang niet altijd aan ziekenhuizen, scholen en ander nuttigs besteed.

Verwijten

Daarom is het absurd een beschuldigende vinger uit te steken naar Europa en de Verenigde Staten. Een directeur van de WHO zei enkele maanden geleden dat het ontbreken van vaccins en medicijnen bewijst dat het kapitalisme faalt: (westerse) farmaceutische bedrijven zijn immers alleen geïnteresseerd in ziekten waaraan kapitaalkrachtige mensen lijden.

Verwijten zijn er ook aan het adres van de WHO (gedomineerd door westerse deskundigen): op het hoofdkantoor in Genève hebben ze de epidemie onderschat. Tot op zekere hoogte zijn de klachten terecht. Zo geeft de blanke burger weinig geld voor de strijd tegen ebola. Toch, als er al schuldigen zijn aan te wijzen voor de epidemie in West-Afrika, dan zijn het wel de regeringen daar.

Schuldvraag

Los van de schuldvraag, de schaduw van ebola reikt inmiddels al veel verder dan West-Afrika. De ziekte zal in Europa en de Verenigde Staten geen epidemie veroorzaken (wij hebben redelijk functionerende overheden en een dito gezondheidszorg) maar hoe langer de epidemie duurt, des te groter is de kans dat er mensen met ebola in Nederlandse ziekenhuizen belanden.

Een extra reden dus om te proberen de epidemie daar in te dammen. Zolang er nog geen medicijnen en vaccins zijn, is er maar één manier om dat te doen: epidemiologie 1.0, ofwel ouderwetse tropische geneeskunde. De patiënten zo snel mogelijk herkennen, isoleren en vocht toedienen. Daarna iedereen opsporen met wie de patiënt de afgelopen weken contact had, hen ondervragen en in de gaten houden.

Tikje beter

Dat deze aanpak werkt, is bewezen in Nigeria en Senegal. Daar hadden ze exact hetzelfde virustype als in Sierra Leone, Liberia en Guinee. Natuurlijk, Nigeria en Senegal staan er net een tikje beter voor (Nigeria is nummer 152 op de Human Development Index, Senegal 163) maar nog steeds hebben we het over zeer arme landen.

Nee, dat het in Nigeria en Senegal is gelukt om de epidemie te beteugelen, komt doordat ze er daar wel in een vroeg stadium bovenop zijn gesprongen. Soms ten koste van hun eigen leven: Ameyo Adadevoh, de arts die het grootste land van Afrika voor een epidemie behoedde, was zelf een van de eerste ebola-doden in Nigeria.