Hoe Trumps 5-procenteis dan toch de NAVO-norm werd

Mark Rutte tijdens de NAVO-top. (Foto: ANP)

Op het nippertje is veiliggesteld dat in de slotverklaring van de NAVO-top woensdag kan staan dat de bondgenoten 5 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie gaan uitgeven. Uit welke koker komt dat percentage?

Al tijdens de NAVO-top in de Litouwse hoofdstad Vilnius in juli 2023 klonk in diplomatieke kringen dat de 2-procentnorm zoals afgesproken in Wales (2014), niet langer voldeed ‘aan de realiteit van het Europese veiligheidslandschap’. Het weerwoord op de Russische oorlog in Oekraïne slokte de munitievoorraden op en zette het logistieke netwerk, de defensie-industrie en de strategische reserves van Europa zwaar onder druk.

In zijn eerste termijn als Amerikaanse president (2017-2021) had Donald Trump consequent gehamerd op de noodzaak van hogere defensiebudgetten bij de Europese bondgenoten en Canada, en uitgehaald naar landen die onder de afgesproken 2-procentnorm bleven.

Op 7 januari 2025, twee weken voordat hij werd ingezworen voor zijn tweede termijn, zei Trump dat NAVO-leden 5 procent van hun bbp aan defensie moeten besteden. ‘Ik vind dat de NAVO 5 procent moet hebben. Ze kunnen het allemaal betalen, ze moeten op 5 procent zitten, niet op 2 procent.’

In 2024 haalden slechts 23 van de 32 NAVO-landen de afgesproken 2 procent. De Amerikanen geven 3,4 procent van hun bbp uit aan defensie. De totale uitgaven van de Europese NAVO-bondgenoten bedroegen in 2024 ongeveer 425 miljard dollar, terwijl de Verenigde Staten naar schatting 813 miljard euro spendeerde.

Om leed lidstaten te verzachten, verzon Rutte een list

Was de NAVO-secretaris-generaal eind 2024 al op de hoogte van Trumps eis? In de nazit van zijn eerste publieke speech in functie op 12 december 2024 in Brussel liet Mark Rutte doorschemeren dat de defensie-uitgaven fors omhoog moesten, naar een getal ‘in de buurt van 4 procent’.

Om het leed voor de lidstaten te verzachten, verzon Rutte een list om de 5 procent van Trump haalbaarder te maken. Op 2 mei 2025 meldde persbureau Reuters hoe Rutte dacht bij het Amerikaanse doel te kunnen komen: 3,5 procent van het bbp voor ‘core defence’ en 1,5 procent voor ‘broader security-related spending’.

De 3,5 procent zou dan gaan naar klassieke uitgavenposten: salarissen, munitie, vervanging van materieel, operationele paraatheid. De overige 1,5 procent is breder gedefinieerd: spoorlijnen geschikt maken voor tanks, versterkte bruggen, beschermde havens, ondergrondse brandstofdepots, cyberweerbaarheid en digitale infrastructuur. Je hebt niks aan een tank als hij niet over de brug kan rijden, aldus Rutte.

Vooral notoire achterblijver Spanje bleef dwarsliggen

Toch was er tijdens de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op het hoofdkwartier in Brussel op 4 en 5 juni 2025 nog geen eensgezindheid over die 5 procent. Vooral notoire achterblijver Spanje, dat nog altijd slechts 1,3 procent van zijn bbp aan defensie uitgeeft, bleef dwarsliggen.

Premier Pedro Sánchez liet weten dat de maatregel ‘de interne stabiliteit in Zuid-Europese lidstaten ernstig zou ondermijnen’ en pleitte voor een formele uitzondering tot 2040. Het goede nieuws voor Rutte was dat geen enkel land, ook Spanje niet, het plan zou blokkeren met een veto. In de NAVO worden alle besluiten met unanimiteit aangenomen.

Maar Spanje bleef ook daarna moeilijk doen. In een brief aan Rutte kondigde Sánchez op 19 juni aan dat zijn land het verzoek om de defensie-uitgaven te verhogen tot 5 procent van het bbp toch zou afwijzen, omdat de eis ‘onredelijk en contraproductief’ was. De socialistische premier wees erop dat ‘Spanje de afgelopen jaren het NAVO-land was met de vierde hoogste gemiddelde jaarlijkse stijging van de defensie-uitgaven’.

‘Onverenigbaar met onze verzorgingsstaat en onze wereldvisie’

Volgens Sánchez was het percentage dat door Washington wordt gevraagd en dat in de slotverklaring van de top moet worden opgenomen ‘niet nodig om onze verplichtingen tegenover het bondgenootschap na te komen’.

Sánchez meent dat een nationale uitgave van 2,1 procent ‘voldoende zal zijn om al het personeel, de uitrusting en de infrastructuur aan te schaffen en te onderhouden die het bondgenootschap nodig heeft’.

Er is nog een andere reden voor het ‘nee’ van Madrid: een dergelijk niveau van militaire uitgaven ‘zou onverenigbaar zijn met onze verzorgingsstaat en onze wereldvisie’, maakte de socialist duidelijk.

Om Spanje toch weer mee te krijgen, werd de formulering die de leiders woensdag goedkeuren, afgelopen weekend gewijzigd van ‘wij verbinden ons’ naar ‘bondgenoten verbinden zich’ om 5 procent aan defensie te besteden.

Diplomatieke werkelijkheid

Als buitenstaander zie je nauwelijks het verschil, maar in de diplomatieke werkelijkheid is die er wel degelijk.

Een dergelijke zinsnede zou Spanje meer flexibiliteit geven in zijn uitgaven, zolang het voldoet aan de bijgewerkte capaciteitsdoelstellingen van de NAVO die de ministers van Defensie van het bondgenootschap op 5 juni hebben goedgekeurd.

Nu is het afwachten hoe de eigengereide en onvoorspelbare Trump in Den Haag de eigengereide Sánchez zal bejegenen.

Landen hoeven 5 procent pas in 2035 te halen

De bondgenoten zullen het doel van 5 procent overigens pas tegen 2035 moeten halen, aldus een anonieme NAVO-bron op de website Politico. Dat is een overwinning voor landen als Italië en het Verenigd Koninkrijk, die zich ook zorgen maakten over een snelle stijging van de uitgaven. Die zou hun overheidsfinanciën ontwrichten.

Landen die dichter bij Rusland liggen, drongen aan op een veel kortere termijn, namelijk 2030, terwijl Rutte 2032 als compromis had voorgesteld. Volgens de Litouwse minister van Defensie Dovilė Šakalienė is 2032 al after the war, na de oorlog, dus 2035 helemaal.