Over het vermoorden van generaals

24 april 2022Leestijd: 7 minuten
Oekraïense militairen nemen hun positie in in een zone tussen Luhansk en Donetsk. Foto: ANP

Direct na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne reisde de in Hongarije wonende schrijver Jaap Scholten naar de Oekraïens-Hongaarse grens, waar hij een Oekraïens gezin ophaalde dat hij onderdak bood. Scholten houdt voor EW een persoonlijk logboek bij over de oorlog in zijn buurland en de geschiedenis van de regio. In deel 8: het uitzonderlijk hoge aantal Russische officieren dat door de Oekraïners is gedood.

‘Ik herinner me de pijn en de angst in het gezicht van hen die ik uit de dekking weet te lokken. Ik hoor hun geschreeuw en gegil om hulp. Ik hoor de angst in de stemmen van de anderen die in dekking zijn gedoken. Ik hoor het beven in hun stemmen. Ik zie de angst in hun ogen. Ik neem de shock waar wanneer mijn kogel door hen heengaat. Het is als de liefde bedrijven met een vrouw van wie je houdt… Je herinnert je alles, ieder detail.’

Jaap Scholten (1963) is schrijver van fictie en non-fictie (o.a. Kameraad Baron, waar hij de Libris Geschiedenis Prijs voor kreeg). Hij woont sinds 2003 in Oost-Europa en werkt aan een non-fictie boek over een ménage-à-trois tegen de achtergrond van de drie grote rijken – het Russische, Habsburgse en Ottomaanse Rijk.

Scholten houdt voor EW een persoonlijk logboek bij over de oorlog in Oekraïne en de geschiedenis van de regio.

De Oekraïners claimen dat zij sinds het begin van de oorlog acht generaals en vijftig kolonels uit het Russische leger hebben gedood. Dat aantal is uitzonderlijk hoog en brengt het Russische leger in de problemen. De dood van een reeks hoge officieren is bevestigd door de Russen. Onder hen Vitaly Gerasimov, het neefje van een van Ruslands hoogste militairen, Vladimir Petrovich Frolov, Oleg Mityaev, majoor-generaal Andrei Kolesnikov en kapitein Andrey Paliy, de vice-commandant van de Zwarte Zee-vloot. De gedode Tsjetsjeense generaal Magomed Tushayev, leider van het 141ste gemotoriseerde regiment van de Tsjetsjeense Nationale Garde, gaf leiding aan de moordbrigade die op president Zelensky werd afgestuurd.

Naar Amerikaans voorbeeld hadden alle Tsjetsjenen van de brigade een pak kaarten meegekregen met foto’s van de leden van het Oekraïense leiderschap die moesten worden uitgeschakeld. Magomed Tushayev was een van Ramzan Kadyrovs trouwe kompanen en eerder in Tsjetsjenië verantwoordelijk voor het martelen en uitmoorden van de LGBTQ-gemeenschap. Op de derde dag van de oorlog werd Tushayev tezamen met zijn brigade en 56 Tsjetsjeense tanks bij Hostomel, een voorstad van Kyiv, door een Oekraïense elite-eenheid in een hinderlaag vernietigd.

Lage motivatie onder de gewone soldaten

Het Russische leger is sterk hiërarchisch georganiseerd, met weinig ruimte voor initiatief of besluitvorming van onderaf. Het Oekraïense leger is getraind om in kleinere, onafhankelijke groepjes te opereren. Volgens The Wall Street Journal heeft Oekraïne een aparte eenheid ingericht om generaals en hoge officieren op te sporen en te vermoorden. De Russische officieren communiceren geregeld via onbeveiligde radio’s en telefoons waardoor zij gelokaliseerd kunnen worden.

Lees ook het Verhaal van de week: Waarom de Verenigde Naties onmachtig zijn in Oekraïne

Door de lage motivatie onder de gewone soldaten moeten de hoge officieren in het Russische leger zich vaak naar de voorhoede begeven, waar zij kwetsbaar zijn. De meeste Russische tanks, die zichzelf verraden doordat de bemanning ’s nachts de motor laat draaien om het warm te houden, worden met de Bayraktar-drones en Javelins opgeblazen. Generaals en kolonels kunnen soms door snipers worden gedood, wat bijvoorbeeld met majoor generaal Andrey Sukhovetsky lukte.

Vreemdelingenlegioen

Neal, de voormalige US-marine die ik bij de Oekraïense grens leerde kennen, vertelde me hoe hij steeds voor 48 uur het door de Russen bezette gebied inging om Russen te zoeken en uit te schakelen. Ik vroeg hem hoe dat werkte. Eerder hadden wij gecorrespondeerd over de hertenjacht. Neal is een deerhunter. Ik ken het stalken van herten uit de open heuvels van Schotland waar mijn broers al vanaf hun twaalfde jagen. Je ziet de herten op grote afstand en moet ze dan proberen te benaderen, het liefst tot op 150 meter, om goed te kunnen schieten, 200 meter kan ook wanneer je een goede schutter bent, maar de kogel daalt snel – mijn broers gebruiken meestal een buks .270 of .308. Het benaderen is niet makkelijk omdat de herten een erg goede neus en oren hebben. Vooral de oudere hinden zijn scherp en waakzaam.

Ik was benieuwd of het vreemdelingenlegioen ook hielp bij het uitschakelen van hoge Russische officieren en vraag het Neal.

‘Wij hebben vooral ten Noorden van Kyiv gewerkt. Eenmaal heb ik een opdracht gekregen een hoge militair uit te schakelen, alle anderen waren open kansen. We krijgen steeds een lift naar een plek waarvan bekend is dat er Russen zitten. We gaan het gebied in en worden na 48 uur weer opgepikt op een afgesproken punt. We lopen kilometers om bij de Russen te komen en slaan gewoonlijk kort voordat het donker wordt toe. Ik heb geen nachtkijker maar wel lichtversterking op de buks.

‘Ik probeer de jochies te sparen’

‘Ik schiet met een .308 met een geluidsdemper op een afstand van 500, 600 meter. Ik heb die buks van mijn eigen geld hier in Oekraïne gekocht. We zijn met een goede groep, twee Oekraïners en een Amerikaan die in de internationale beveiliging heeft gezeten. De Oekraïners brengen ons overal naartoe en geven rugdekking – dat er niet een Russische patrouille op ons stuit. Mijn spotter let op de windsnelheid en de afstand en helpt bij het uitzoeken van het doelwit.’

‘Ik reis vooral met Oekraïners, ik leef als hen, kleed me als hen. Ik ben niet gemotiveerd door wraak, maar ik kan me voorstellen dat het een rol speelt bij de Oekraïners. Er is geen eer in het Russische leger. De Russen hebben verschrikkelijke dingen gedaan. Het zijn een stel moordenaars, verkrachters en plunderaars. We proberen hen neer te schieten terwijl ze rondlopen. Ze rennen altijd weg, altijd. Ze hebben nog nooit geprobeerd ons te vinden. Ik richt op de leidinggevende. De sergeanten, de officieren. Die zijn er makkelijk uit te pikken, ze zijn over het algemeen ouder dan de soldaten, gewoonlijk een oude man omringd door een groep jongens. Die schiet ik eerst. Ik richt laag, op de buik. Ik probeer de jochies te sparen, die schiet ik niet als het niet hoeft. Het zijn kinderen, tussen achttien en twintig jaar oud. De kinderen rennen altijd weg.’

Lees ook deze bijdrage van Jaap Scholten: Het Oekraïense Vreemdelingenlegioen dat tegen Rusland vecht

‘Ze slaan hun kamp op naast hun tanks, bij de pantservoertuigen en legervrachtauto’s. Wanneer ze rijden, schiet ik de bestuurders eerst. Ze rijden altijd met hun hoofd uit de tank stekend. Het maakt zo’n kabaal, ze hebben geen idee waar het schot vandaan komt. Drie dagen geleden heb ik er vier geschoten. We zijn steeds op ons zelf. Het riskante is dat wij geen hulp hebben, geen hulp kunnen oproepen en beperkt zijn in wat we kunnen tillen. We kunnen niet in een groot vuurgevecht raken, dan komen we in de problemen. We hebben een beperkte hoeveelheid munitie en voorraden mee. Na het schot trekken we een thermische deken over ons heen en houden ons stil, voor het geval zij helikopters met speciale optics op ons afsturen. De deken blokkeert onze infrarood signature. Na enige tijd verplaatsen we ons, meestal een kilometer of twee.’

‘Eenmaal ben ik op pad gestuurd om een hoge officier te doden’

‘We gaan diep het Russische terrein in en jagen hen schrik aan. We bewegen vooral ’s nachts, we blijven op grote afstand en houden ons stil en verstoppen ons bij daglicht. De nacht is onze vriend. Het is als jagen, alleen op andere prooi. Mijn jachtervaring helpt. Stel je een doof, blind hert zonder reukvermogen voor. Zo is het om Russen te jagen. Het bos is onze vriend. Wanneer we onszelf in vuurpositie brengen, bewegen we heel langzaam. Altijd vanuit de dekking, nooit vanuit het open veld. Soms schiet ik vanaf de bovenste verdieping van een hoog gebouw. De geluiddemper helpt, het houdt ons stil en verbergt de vlam van het schot.’

‘Eenmaal ben ik op pad gestuurd om een hoge officier te doden. Er was een plek waar hij gelokaliseerd was. Mijn instructie was het doelwit uit te schakelen indien hij zich zou vertonen. Wanneer hij binnen twee dagen niet zou opdagen, kon ik schieten wat ik tegenkwam. Mijn geluk was dat het doelwit zich binnen acht uur vertoonde. We hadden een foto van hem bij ons. Mijn spotter hielp. Ik dacht dat het hem was, maar mijn spotter was honderd procent zeker. Mijn spotter heeft een kijker die 50 keer vergrootte, mijn telescoop vergroot 22 keer. Ik kon vanaf 50 meter vuren, vanuit de bosrand, heuvelafwaarts. Het was een vooruitgeschoven post van de Russen, een post die zij enkele dagen eerder hadden opgezet. De hoge officier kwam van achter de linies en was alleen ter plaatse om de strategie aan het front te bepalen. Ik weet niet of het een generaal of een kolonel was. Ik ben niet goed in de rangen. Hij was niet in uniform.’

‘Ze hebben mij vannacht gevraagd of ik weer op pad wil als sniper. Ik heb ja gezegd.’