Het Oekraïense Vreemdelingenlegioen dat tegen Rusland vecht

12 april 2022Leestijd: 6 minuten
Sean (links) sloot zich aan bij het Vreemdelingenlegioen in Oekraïne. Foto: Jaap Scholten.

Direct na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne reisde de in Hongarije wonende schrijver Jaap Scholten naar de Oekraïens-Hongaarse grens, waar hij een Oekraïens gezin ophaalde dat hij onderdak bood. Scholten houdt voor EW een persoonlijk logboek bij over de oorlog in zijn buurland en de geschiedenis van de regio. In deel 7: een gesprek met Neal, de Amerikaanse oud-marinier die zich aansloot bij het Oekraïense Vreemdelingenlegioen om tegen Rusland te vechten.

Jaap Scholten (1963) is schrijver van fictie en non-fictie (o.a. Kameraad Baron, waar hij de Libris Geschiedenis Prijs voor kreeg). Hij woont sinds 2003 in Oost-Europa en werkt aan een non-fictie boek over een ménage-à-trois tegen de achtergrond van de drie grote rijken – het Russische, Habsburgse en Ottomaanse Rijk.

Scholten houdt voor EW een persoonlijk logboek bij over de oorlog in Oekraïne en de geschiedenis van de regio.

In Café Zsivágó in Boedapest zit ik met mijn achterhoofd tegen een samowar en lees de WhatsApp-berichten van Neal. Ik ontmoette hem bij de grenspost van Medyka. Hij was op weg om zich aan te sluiten bij het Oekraïense Vreemdelingenlegioen. Dit legioen werd in 2014 opgericht door een voormalige officier uit het Georgische leger, Mamuka Mamulashvili, om het voor buitenlanders mogelijk te maken in Donetsk en Loehansk tegen de separatisten en vooral tegen de Russen te vechten.

Daar waren in de afgelopen acht jaar al 14.000 buitenlandse strijders actief. De wervingsofficieren van het Oekraïense leger hebben daardoor ervaring hoe avonturiers en mentaal labielen van serieuze militairen te scheiden. Naar schatting zijn er nu ongeveer 20.000 buitenlandse strijders in Oekraïne, waaronder Georgiërs en Wit-Russen.

Neal droeg bij onze ontmoeting zwarte thermokleding en een kogelvrij vest waar een potlood met een gummetje uitstak. Twee rugzakken met zijn spullen zaten in een winkelwagentje. Hij had een geharde, maar sympathieke uitstraling, een kin die twee dagen niet was geschoren, lichte wallen onder de ogen. Nog voor hij begon te spreken, wekte hij de indruk een serieuze man te zijn – niet een romanticus die in Oekraïne kwam voor een ondoordacht avontuur.

Na bombardement ziekenhuis Marioepol ging Neal naar Oekraïne

Hij is getrouwd en heeft dochters van 24 en 22 jaar oud en een zoon van 12 jaar. In Alabama heeft hij een grasmaaibedrijf. Hij besloot naar Oekraïne te gaan toen het ziekenhuis in Marioepol werd gebombardeerd en hij de beelden zag van doden en zwaargewonde kinderen en moeders. Vanaf dat moment is hij de Oekraïense ambassade en consulaten in de Verenigde Staten gaan e-mailen. Binnen twee dagen kreeg hij antwoord en werd hij ondervraagd over zijn militaire ervaring. Uiteindelijk is hij op eigen kosten naar Polen gevlogen en met de trein naar de grens gekomen.

Marioepol

Bekijk ook deze fotoserie van het bombardement op Marioepol: Met de grond gelijk gemaakt door Russische artillerie

Het duurde een week voordat ik van de Amerikaanse oud-marinier hoorde. Medyka is een van de grensovergangen waar veel Amerikaans militair materieel binnenkomt, ingevlogen naar het nabijgelegen vliegveld van Rzeszów in Polen. Het is niet uitgesloten dat daar mensen rondhangen die voor het Kremlin noteren wat zij zoal voorbij zien komen. Het leek me logisch dat Neal mij met wantrouwen zou bekijken, zo’n vreemdeling – nota bene gearriveerd met een auto met een Hongaars kenteken, nu toch wel dé plek van waaruit te opereren voor de Russische veiligheidsdiensten FSB en SVR RF – die toevallig zijn pad kruist en hem vervolgens de oren van het hoofd vraagt. Maar van het begin af aan was hij aardig en mededeelzaam, helemaal nadat we over de jacht hadden gesproken.

Neal bleek een deer hunter, net als mijn broers, vader, grootvader, ooms en neven. Ik stuurde een foto van mezelf met mijn zonen in Hongarije in de winter op fazantenjacht in de heuvels, een gewapende wandeling in de vrieskou waarbij we zes of zeven uur lopen en twee of drie fazanten schieten, die plukken en dezelfde avond opeten. Op de foto zien we eruit als een groep slecht bewapende partizanen, als de avonturiers die men niet wil hebben, met hagelgeweren en bontmutsen.

Dat ik net als Neal uit een familie van jagers kom en die wereld goed ken, brak definitief het ijs. We spraken af dat hij mij op de hoogte zou houden van zijn ervaringen in Oekraïne, zonder locaties of details te delen die hem of anderen in gevaar kunnen brengen. Sindsdien stuurt hij me bijna dagelijks berichten, waarvan ik verslag zal doen. Aanvankelijk zag het er slecht uit, vooral wat bewapening betreft, later draaide dat bij.

In trainingskampen wordt het kaf van het koren gescheiden. Voor het grootste deel weten ze de weinig ervaren of slecht getrainde strijders eruit te wieden. Deze worden terug naar de grens gereden, ze worden bedankt en daar achtergelaten. Dat is ongeveer 30 procent van alle aanmeldingen voor het legioen. Het grootste probleem zijn mensen met problemen thuis, of niets om voor naar huis te gaan, en mensen die met een depressie kampen en dit conflict gebruiken om suïcide te plegen.

Vreemdelingenlegioen krijgt maar gelimiteerd wapens

exocus vluchtelingen Oekraïne

Lees hier de vorige bijdrage van Jaap Scholten

Poetins ambitie: exodus van miljoenen mondige Oekraïners

Een van de legionairs die ik ontmoette, weigerde om die reden nog naar het front te gaan, omdat er veel te veel van dat soort mensen bij het legioen zitten. Er zijn Amerikaanse en Britse troepen, Canadezen en zelfs enkele Japanners. Zij vormen de meerderheid van de goed getrainde mensen. Meestal zijn ze hier in groepen gekomen en laten ze geen buitenstaanders toe in hun sub-unit, Engelssprekend of niet, goed getraind of niet, maakt niet uit. Zelfs deze groepen krijgen maar gelimiteerd wapens en zijn tot hun chagrijn grotendeels ineffectief.

Ik hoor geen goede dingen over het legioen van een Amerikaan ter plekke in Kiev. Hij zegt dat buitenlanders niet de juiste spullen krijgen om zich te beschermen en dat ze op onmogelijke missies worden gestuurd. Ze krijgen geen communicatiemiddelen in het veld en hebben geen mogelijkheid tot het oproepen van steun wanneer ze in problemen komen. Hij weigert op die manier nog in de frontlinie te vechten. Het legioen krijgt niet eens een volledige gevechtshoeveelheid munitie mee. Ik hoorde van een andere legionair dat ze op patrouille werden gestuurd in een gebied met tanks zonder antitankwapens.

Ik moet uitvinden of het klopt, maar het is geen goed nieuws wanneer ze willen dat buitenlanders komen helpen vechten. Ik hoorde dat velen hier arriveren met fantastische ideeën over ongelimiteerde wapens en munitie met de verwachting dat ze onmiddellijk aan het werk konden om tegen de Russen te vechten. Maar wanneer zij het overschot van de AK-47’s krijgen die onder de roest zitten en niet recht schieten, raken zij ontmoedigd en vertrekken. Dat heeft de legionairs de naam bezorgd onbetrouwbaar te zijn, waarin de Oekraïners weer meer reden zien hun de goede wapens te onthouden. Het legioen is weinig effectief door deze vicieuze cirkel van wederzijdse teleurstelling.

Het ontbreekt Oekraïners aan kennis over hoe effectief aan te vallen

Er is geen gebrek aan wapens. Magazijnen zijn volgestouwd, donaties van Amerika, Duitsland, Frankrijk, Engeland, allemaal topwapens. Ze hebben meer Javelins (antitankraketten) dan soldaten die ze kunnen afschieten. Ze zitten op een berg wapens die ze maar deels gebruiken, het ontbeert aan troepen met ervaring in antipantser- en infanterieformaties. De Oekraïense militairen zijn goed in verdedigen, maar het ontbreekt ze aan kennis over hoe effectief aan te vallen.

‘Wij, de buitenlanders, zijn daarin getraind,’ zegt Neal. ‘We weten allemaal hoe tanks uit te schakelen. Het is een hoofdbestanddeel van onze militaire doctrine. We zijn sinds de Koude Oorlog daarin opgeleid. Een basale infanterie-eenheid dekt de antitankeenheid terwijl zij toeslaat. De Oekraïners hebben in het legioen de best getrainde antitankmilitairen ter wereld en ze geven hun een buks en dertig stuks munitie. Het is jammerlijk, voor iedereen. Een getraind strijder zonder de juiste wapens kan net zo goed in de keuken gaan helpen. We zijn hier gekomen om te vechten, niet om als schietschijven te dienen.’

‘Het moment dat ik besloot te komen, was op de tiende dag van de oorlog. Een ziekenhuis waar vrouwen bevielen, was met opzet aangevallen. Een aanval op de heilige zwangere vrouw, iemand die wij hebben geleerd te aanbidden en te respecteren als de schenker van leven. Dit was voor niet alleen een misdaad tegen de menselijkheid, het was een misdaad tegen God. Zijn stem schreeuwde luid dat ik iets moest doen. Zo ben ik hier gekomen. Ik kon niet langer machteloos toekijken. God riep me.’