Albanezen: wij willen weten waar we aan toe zijn

29 oktober 2015Leestijd: 2 minuten

Volgens staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhoff (VVD) heeft het voor Albanezen geen zin om asiel aan te vragen in Nederland. Die boodschap is niet bij iedereen aangekomen.

Voor drie Albanese families is de tijdelijke opvang in Tilburg alweer hun zevende onderkomen sinds zij twee weken geleden in Nederland aankwamen.

Rondgereden

‘We worden rondgereden,’ vertelt de 30-jarige Tony. ‘Niemand vertelt hier ons iets. Er is geen informatie in het Albanees. We willen gewoon weten waar we aan toe zijn’.

Matige economische omstandigheden waren voor deze families de redenen om betere oorden op te zoeken. ‘In Albanië is er geen werk, geen opleiding, geen toekomst. Er is veel corruptie en de overheid doet niks voor ons,’ zegt Alaman (50), die buschauffeur was in de hoofdstad Tirana. ‘Ik kon mijn rekeningen niet meer betalen, mijn kinderen konden niet meer naar school.’

De 43-jarige Agim zegt niet alleen uit armoede te komen. ‘Vanwege bloedwraak is het voor mij niet veilig in Albanië. Je moet me geloven als ik zeg dat een mens niet met plezier zijn geboortegrond achterlaat.’

Syriërs

Alaman geeft toe dat hun situatie niet te vergelijken is met die van de Syriërs. ‘Zij komen uit een burgeroorlog, ook wij hebben recent een oorlog meegemaakt, dus we begrijpen hun situatie erg goed,’ zegt hij.

De Albanezen vinden het vervelend dat Syriërs mede door hen langer moeten wachten. ‘Wij willen deze situatie ook niet,’ zegt Tony. ‘Natuurlijk moeten de Syriërs voorrang krijgen maar het enige wat wij willen, is duidelijkheid over onze situatie. Krijgen we asiel of niet. Als het antwoord “nee” is, dan gaan we terug.’

Hoop

Dat de kans op asiel gering is, weten ook de Albanezen. Toch klampen zij zich vast aan een sprankje hoop.

Agim: ‘Er gaan verhalen dat het wel is gelukt. Ik heb vertrouwen in God en in dit land. In Duitsland werd mijn asielverzoek afgewezen. Daar behandelden ze ons slechter dan Adolf Hitler de Joden behandelde. Er is veel vreemdelingenhaat daar. Nederlanders zijn geen racisten. Het maakt ze niet uit dat ik een Roma man ben. Mensen behandelen ons hier heel vriendelijk. Totdat we een definitieve afwijzing krijgen, houden we hoop.’