‘Wie in deradicalisering gelooft, gelooft in sprookjes…’

04 oktober 2018Leestijd: 2 minuten
Minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus staat de pers te woord voor aanvang van de wekelijkse ministerraad. Foto: HH

Via een schijnconstructie hield de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) het ministerie van Justitie bewust op afstand bij het opzetten van een deradicaliseringsprogramma. Dit diende om de minister uit de wind te houden.

Uit documenten die Elsevier Weekblad inzag, blijkt dat de NCTV in 2015 besloot het exit-traject – dat de extremist vrijwillig aangaat en geweld moet doen afzweren – niet zelf te gaan doen, maar uit te besteden. Het ministerie van Veiligheid en Justitie vroeg in maart 2015 om ideeën voor een nieuwe organisatie ‘op afstand van de overheid, die wel door de overheid wordt opgezet en gefinancierd’.

Lees ook uit het weekblad van deze week: Deradicalisering: is er dan niks dat werkt?

Door het programma bij een bestaande – Friese – stichting onder te brengen, hoeft de minister geen verantwoording aan de Tweede Kamer af te leggen over individuele dossiers van gederadicaliseerde extremisten. Door de NCTV nadrukkelijk niet de afzender te maken, zouden ouders en extremisten bovendien niet op voorhand worden afgeschrikt.

De constructie kent echter ook nadelen voor de nationale veiligheid. Zo delen medewerkers van het programma geen informatie die relevant voor de politie en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) zou kunnen zijn. Dat doen ze alleen als ze zelf een veiligheidsrisico vermoeden. Ook kost het veel geld: de stichting krijgt 1 miljoen euro per jaar van de NCTV en het ministerie van Sociale Zaken. Ook is effectiviteit van het programma niet bewezen.

Wat vindt u? Hoe kunnen we deradicalisering in Nederland het beste aanpakken? Of is iedere poging bij voorbaat kansloos? Praat mee! De Stelling van de dag luidt:

Geef uw mening onder dit artikel. U kunt alleen reageren als u abonnee bent.

Let op: door uw mening te geven, gaat u ermee akkoord dat de redactie van Elsevier Weekblad uw reactie kan uitlichten in de nieuwe digitale rubriek Reactie van de dag.