Honderdduizend woningen erbij? Partijen krabbelen terug

Een bouwplaats is het Brabantse Sleeuwijk (Foto: ANP)

In dit artikel

De feiten: Partijen erkennen dat honderdduizend woningen fictie is

Bron: RTL

Tijdens het RTL Verkiezingsdebat werd het heikele punt eindelijk eens benoemd. Van de vier partijen (VVD, GroenLinks-PvdA, CDA en D66) die deelnamen, lieten er drie weten dat het niet realistisch is om te roepen dat Nederland er jaarlijks 100.000 huizen bij kan bouwen, zoals al jaren een politieke wens is.

100.000 huizen erbij is loze belofte

Het bouwen van 100.000 nieuwe huizen is een belofte die het CDA, de VVD en GroenLinks-PvdA niet langer durven te maken. Voor het demissionaire kabinet was dit aantal lange tijd de Heilige Graal. Eraan tornen was uitgesloten. Hoewel het al niet lukte onder Hugo de Jonge (CDA), de voorganger van demissionair minister Mona Keijzer (BBB) op Volkshuisvesting.

In het RTL-verkiezingsdebat zeiden de drie partijen dat een garantie van jaarlijks 100.000 nieuwe huizen vals is. Volgens CDA-leider Henri Bontenbal verliezen kiezers het vertrouwen in de politiek doordat beloftes niet worden nagekomen.

Alleen Jetten (D66) durft 100.000 nieuwe huizen te garanderen

Ook Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) denkt dat eerst het systeem van de woningmarkt moet worden omgevormd, en dat zeker het in eerste jaar van een nieuw kabinet een aantal van 100.000 niet wordt gehaald. Dilan Yeşilgöz (VVD) twijfelde of ze de belofte toch aandurfde, maar zegt toch ook te vrezen dat het dan een valse belofte zal zijn.

D66-leider Rob Jetten is de uitzondering. Hij wil wel die garantie geven. ‘Het ontbreekt aan lef en ambitie bij de andere partijen.’ Jetten wenst dat het splitsen en optoppen van huizen direct wordt toegestaan. Daarmee denkt hij heel veel nieuwe woonruimte te kunnen realiseren. Ook herhaalt hij dat D66 tien nieuwe steden wil bouwen.

EW's visie: Realisme is goed, maar handelen nog beter

Door: Theo van Vugt, redacteur Wonen

Na alle te hoge verwachtingen is het goed dat er wat ruimte komt voor realisme. Dit land hongert naar nieuwe huizen. Maar ‘bouwen, bouwen, bouwen’ klinkt wel erg makkelijk als te veel obstakels vertraging opleveren.

Woningnood: dit zijn de obstakels

De wettelijke eis dat het grootste deel van de nieuwe huizen goedkope nieuwbouw moet zijn, werkt ook niet mee. Bouwers en projectontwikkelaars verdienen dan – naar eigen zeggen – te weinig tot niets aan de nieuwbouw.

Wat nu nog wordt gebouwd, is door die eisen ook kleiner in oppervlak. Want bouwmateriaal is duur en arbeidskrachten zijn schaars.

Het is jammer dat er zo weinig politieke aandacht is voor problemen bij de verkoop van huurhuizen door beleggers. De Wet betaalbare huur leidt tot alsmaar minder huurhuizen en dat kan mensen in nood brengen als ze voor werk of door een scheiding snel een huis moeten vinden.

GroenLinks-PvdA geeft vooral veel geld uit om de huizenbouw uit het slop te halen en focust daarbij op corporaties. De VVD let vooral op de portemonnee van de huizenbezitters.

Splitsen en optoppen van woningen: lastig in de praktijk

Het idee van D66 voor splitsen en optoppen is interessant, maar in de praktijk stuiten partijen die de ambitie hebben om een laag woningen op een andere woning te bouwen, op tal van bezwaren van omwonenden. Gemeenten missen ook de capaciteit om de plannen te beoordelen en mogelijk te maken.

En tien nieuwe steden klinkt ambitieus, maar is volstrekt onhaalbaar. De ruimte is er niet en bouwen in het Markermeer – zoals D66 voorstelde – zet de zoetwatervoorraad onder druk, terwijl we die hard nodig hebben. Bovendien duurt het minstens 25 jaar voordat er echt kan worden begonnen met een nieuwe stad.

De sleutel tot nieuwbouw

Zorg voor eenheid en consistentie in beleid en geef bouwers duidelijkheid over hoe ze kunnen en moeten bouwen. Nu voegt elke gemeente eigen wensen toe aan het eisenpakket in het Bouwbesluit. Dat verhindert dat er industrieel en goedkoper kan worden gebouwd.

En juist daar ligt de sleutel tot meer nieuwbouw. Meer standaardisatie, meer massaproductie – en minder aparte eisen per gemeente. En ook niet onbelangrijk: kan iets worden afgesnoept van al die landbouwgrond?

Verdere verdieping: War zijn de woningplannen van de partijen?

Bron: CPB, GroenLinks-PvdA, VVD, CDA en D66

Het Centraal Plan Bureau (CPB) heeft de verkiezingsprogramma’s doorgerekend en constateert dat de meeste partijen vooral het huizenaanbod op de lange termijn verhogen.

Op korte termijn is er geen versnelling te zien. Het hogere aanbod komt vooral door meer woningbouwsubsidies (VVD, NSC, D66, CDA, ChristenUnie en Volt) te verstrekken.

De plannen van GroenLinks-PvdA, VVD, CDA en D66

Daarnaast zijn er partijen die de lasten voor woningcorporaties verlichten (GroenLinks-PvdA, NSC, D66, ChristenUnie en Volt), via vennootschapsbelastingmaatregelen of een lager btw-tarief voor huizenbouw. GroenLinks-PvdA biedt aanvullende leningen en garantstellingen aan voor woningcorporaties.

De woningbouwplannen van de vier grootste partijen – de PVV deed niet mee aan de doorrekeningen – door het CPB doorgelicht:

De woningplannen van GroenLinks-PvdA

Het huizenaanbod neemt op langere termijn toe, oordeelt het CPB. Dit komt door fiscale maatregelen, leningen en garanties voor de corporaties. Op korte termijn stijgen de woonlasten voor bestaande woningbezitters door afbouw van de hypotheekrenteaftrek.

Voor koopstarters is het effect beperkt, doordat dit deels wordt gecompenseerd door lagere huizenprijzen. Het pakket van GroenLinks-PvdA heeft een licht dempend effect op die prijzen, terwijl huurprijsstijgingen worden afgeremd.

Het beleidseffect op huurprijzen concentreert zich bij private verhuurders en wordt veroorzaakt door het beperken van de huurindexatie (geen opslag) en het uitbreiden van het Woningwaarderingsstelsel (WWS). Conclusie: daarmee zal het uitponden (verkopen) van huurwoningen doorgaan.

De woningplannen van VVD

Het beleidspakket van de VVD heeft geen effect op huizenprijzen. Het huureffect is beperkt, aldus het CPB. Die beperking wordt gedreven door lagere inflatie en loongroei.

De betaalbaarheid van koop- en huurhuizen blijft onveranderd, het huizenaanbod neem licht toe. Dat komt door het verhogen van woningbouwsubsidies.

Conclusie: met deze plannen is er slechts een lichte toename van de huizenvoorraad.

De woningplannen van D66

Het huizenaanbod neemt op langere termijn toe. Dit komt door een btw-verlaging op de bouw van sociale en middenhuur, en door hogere subsidies. Op korte termijn stijgen de woonlasten voor bestaande huizenbezitters door afbouw van de hypotheekrenteaftrek.

Voor koopstarters is het effect beperkt, doordat dit deels wordt gecompenseerd door lagere woningprijzen.

Het beleidspakket van D66 heeft een dempend effect op de huizenprijzen, vooral door de geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Ook het verlagen van de hoogste schijfgrens van het eigenwoningforfait en de invoering van een onroerendezaakbelasting-deel voor gebruikers spelen een rol.

De lichte stijging van de besteedbare inkomens dempt het negatieve beleidseffect voor een deel. Het effect op huurprijzen is beperkt, wat komt door hogere inflatie.

De woonlasten nemen toe voor bestaande huizenbezitters, huurders in onzelfstandige woonruimte gaan erop vooruit.

Conclusie: het huizenaanbod neemt op langere termijn toe door een btw-verlaging en hogere subsidies. Dit komt vooral door toepassing van het lage in plaats van het hoge btw-tarief op de bouw van sociale- en middenhuurwoningen en een flinke intensivering van de woningbouwsubsidies.

De woningplannen van CDA

Het huizenaanbod stijgt licht door subsidies, de effecten voor het investeringsklimaat zijn eveneens licht positief, oordeelt het CPB.

Op korte termijn stijgen de woonlasten voor bestaande huizenbezitters door afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Voor koopstarters is het effect beperkt, doordat dit deels wordt goedgemaakt door lagere huizenprijzen.

Het pakket van het CDA heeft een dempend effect op die prijzen, en een beperkt effect op de huren. De afbouw van de hypotheekrenteaftrek (in 30 jaar) drukt de huizenprijzen.

De inkomensonafhankelijke algemene heffingskorting versterkt dit doordat veel huishoudens tegen een lager marginaal tarief hypotheekrente aftrekken. De lichte stijging van besteedbare inkomens dempt het negatieve prijseffect enigszins.

Het CDA verruimt het woningwaarderingsstelsel (WWS) door het effect van de WOZ-waarde op de punten niet meer te beperken. Maar deze maatregel raakt slechts een klein aantal huizen.

Conclusie: het pakket van het CDA leidt op termijn tot een hoger huizenaanbod, vooral door een intensivering van woningbouwsubsidies.

Verder lezen: Meer over het woningentekort