De schokgolf na de moord raakt ook de politiek. Maar het leed benoemen is een worsteling. ‘Mensen willen niet in een verhaal worden meegezogen.’
De moord op Lisa in Duivendrecht
Lisa werd op 20 augustus bruut vermoord op een fietspad in Duivendrecht, net om de hoek bij de Johan Cruijff Arena. Zij was iets voor 4 uur ’s nachts onderweg naar huis na een avondje uit in Amsterdam.
De dader werd twee dagen later opgepakt in een tijdelijk asielzoekerscentrum op een kilometer afstand van de plaats delict. Een 22-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats. Hij wordt ook verdacht van een ander seksueel misdrijf in de week voor de moord.
Na de weerlegging kwam Wilders met zijn afgemeten excuses. ‘Het was een vergissing. Ik had het niet moeten doen. Het spijt me.’ De PVV-leider dacht dat hij de foutieve informatie ergens had gelezen.
Politieke worsteling met het benoemen van slachtoffers
De uitglijder van Wilders toont hoe gevoelig zo’n moord in Den Haag ligt. De meeste politici spreken liever niet over één moordzaak. Juist omdat dat zo gevoelig ligt bij nabestaanden. Het kan als symboolpolitiek voelen. Maar Lisa’s dood leidde tot zo’n schokgolf in de maatschappij dat politici die niet helemaal willen negeren.
Dus zoeken partijen een manier om daar toch mee om te gaan, zonder de moord te willen ‘claimen’. Dat Wilders de mist inging, zien andere politici als het bewijs hoe moeilijk dat is. In de wandelgangen wordt er bij diverse partijen op gewezen dat zelfs de meest ervaren parlementariër hier een fout maakte.
Veiligheid van vrouwen centraal in debat
Liever benadrukken politici na de moord het belang van aandacht voor de veiligheid van vrouwen. Dat deed VVD-leider Dilan Yeşilgöz bijvoorbeeld in het debat. Al was zij ook de enige die Lisa bij naam noemde, om haar nabestaanden sterkte te wensen.
Oud-politicus Lilian Helder stond vaker voor die keuze. Namens de PVV en later de BBB voerde zij het woord in tal van justitiedebatten waarin moordzaken aan de orde waren. ‘In de Tweede Kamer ben ik altijd ver gebleven van het noemen van individuele gevallen. Ik noemde nooit namen, en áls ik het deed, vroeg ik het eerst aan de mensen of nabestaanden zelf.
‘Ik vertegenwoordig een politieke partij. Mensen willen niet in een verhaal worden meegezogen. Het is hún verhaal. Ik noemde alleen namen als mensen mij zelf benaderden en graag wilden dat ik naam en toenaam noemde.’
Volgens Helder moeten Kamerleden zelf bepalen waar zij zich fijn bij voelen. Haar viel altijd op dat het normaal is om de namen van slachtoffers vaak met volledige naam te noemen, ook in de media, maar die van daders nooit. Daar stoorde zij zich aan.
Jetten confronteert Wilders met stemgedrag
Andere politieke partijen hadden voor het debat van vorige week al verwacht dat Wilders de aanval zou kiezen over de moord op Lisa. Toen Wilders erover begon, liep D66-leider Rob Jetten direct naar de interruptiemicrofoon. Met in zijn hand een vel papier. Daarop had Jetten een overzicht staan met Wilders’ stemgedrag van de afgelopen jaren over tal van zaken rond de veiligheid van vrouwen.
De D66’er kwam Wilders vertellen dat hij het afgelopen jaar tegen vier voorstellen had gestemd, waaronder het instellen van een nationale hulplijn voor vrouwen met een gewelddadige partner. ‘Er is in dit land geen enkele vrouw, geen enkel meisje dat gelooft dat haar leven veiliger en vrijer wordt met de haat die de heer Wilders hier elke dag weer staat te spuien,’ beet Jetten hem toe.
Wilders’ stemverleden lag niet alleen klaar op het bureau van Jetten. Ook andere partijen hadden het lijstje gemaakt. Maar Wilders was erop voorbereid en had zijn eigen overzicht. De PVV was vóór moties voor strafverzwaring van daders van femicide en een speciaal rechercheteam voor stalking en huiselijk geweld.
Echo’s van eerdere moordzaken in politiek debat
Zo draaide de interruptie die begon met de dood van Lisa uiteindelijk toch om het bredere verhaal. Bij meer grote politieke partijen blijft dat het draaiboek, als Wilders haar dood in toekomstige debatten nog eens in herinnering brengt. Want vrijwel iedereen gaat ervan uit dat de discussie die losbarstte na de moord op Lisa niet zomaar voorbij is. Zeker omdat er nog zo veel onduidelijk is over haar dood.
Zo kan zich eenzelfde scenario ontvouwen als na de moord op Anne Faber. De 25-jarige vrouw werd in 2017 vermoord door Michael P., die op dat moment in een psychiatrische instelling zat. Bij P.’s behandeling bleken ‘grove fouten’ te zijn gemaakt.
In een debat in de Tweede Kamer daarover twee jaar later werd toenmalig minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker (VVD) bijna tot aftreden gedwongen.
Demonstraties en blijvende politieke impact
Net als toen is de maatschappelijke verontwaardiging na de dood van Lisa enorm. Dat bleek vorig weekend, toen duizenden, voornamelijk jonge vrouwen, ’s avonds de straat opgingen om de nacht terug te eisen.
En ook dit keer kan zo’n impactvolle moord na lange tijd nog politieke weerslag hebben. Het onderzoek naar de moord op Lisa is nog in volle gang. Maar de kans is reëel dat er ooit nog een debat over haar dood volgt in de Tweede Kamer.