De markt voor groene obligaties maakt een enorme groei door. Voor beleggers is het verleidelijk om van dit succes een graantje mee te pikken. Toch is een kritische analyse van wat er schuilgaat achter zo’n belegging geen overbodige luxe.
Duurzaam beleggen is niet meer het exclusieve werkterrein van aandelenbeleggers. Na de introductie van de eerste groene obligatie in 2007 is deze markt razendsnel gegroeid. Inmiddels staat er voor meer dan € 500 miljard aan leningen uit. ‘Dat is slechts één procent van de wereldwijde obligatiemarkt, maar de toename van dit soort investeringen is opmerkelijk’, vertelt Sheila ter Laag, ESG-specialist bij BNP Paribas Asset Management. ‘In 2014 werd nog voor circa € 30 miljard aan zogeheten green bonds uitgegeven. Sinds 2017 ligt dat bedrag telkens hoger dan € 100 miljard1.”
Groei in een stroomversnelling
De snelle groei heeft verschillende oorzaken. Sommige beleggers kiezen uit overtuiging voor groene obligaties, terwijl anderen proberen om met deze leningen het risico-rendementsprofiel van hun portefeuille te verbeteren. ‘Er zijn aanwijzingen dat green bonds in dit opzicht een klein streepje voor hebben op traditionele obligaties’, legt Ter Laag uit. ‘Toch is het veel te vroeg om conclusies te trekken. Green bonds bestaan relatief kort en heel veel leningen hebben het eind van de looptijd nog niet bereikt. Als hiervoor in de toekomst hard bewijs komt, kan de groei van deze markt in een nieuwe stroomversnelling komen. Voor beleggers blijft het zaak om kritisch te blijven en zich niet te laten meeslepen.’
Waar gaat het geld heen?
De financiële analyse van een groene obligatie komt overeen met de wijze waarop een traditionele obligatie tegen het licht wordt gehouden. Ook de duurzame aspecten moeten tegen het licht worden gehouden, vertelt Ter Laag. ‘De eerste stap is om te kijken hoe goed de uitgevende partij scoort op verschillende criteria, zoals milieu, sociale kwesties en fatsoenlijk bestuur. Groene obligaties van ondernemingen die op dit vlak laag scoren – de onderste 10 procent – laten we bij voorbaat al links liggen. De ervaring leert dat het deze partijen vaak niet lukt om de duurzame doelstellingen in te lossen. Vervolgens onderzoeken we hoe het geld precies geïnvesteerd wordt.’
Dieper graven
Bij BNP Paribas Asset Management gaat dat onderzoek verder dan het aflopen van een checklist, benadrukt Ter Laag. ‘We brengen in kaart hoeveel een project bijdraagt aan duurzame doelen. Vervolgens kijken we ook hoe dat gebeurt. Daarvoor hebben we strenge interne regels. Onlangs introduceerde een Oost-Europees land een groene obligatie voor het vervangen van dieseltreinen door elektrische locomotieven. Dat klinkt heel mooi, maar in werkelijkheid bleek dat vies tegen te vallen: 85% van de stroom in dat land wordt opgewekt met vervuilende steenkoolcentrales. In dat soort projecten gaan we dus niet investeren. Met deze aanpak willen we ervoor zorgen dat zowel het financiële als het duurzame rendement voor onze klanten zo hoog mogelijk ligt.’
Ontdek de beleggingsoplossingen van BNP Paribas Asset Management: de vermogensbeheerder voor een wereld in verandering.
1 Climate Bonds Initiative, 2019









