Melkboer aan de deur was al flitsbezorger voordat het hip was

09 februari 2022Leestijd: 3 minuten
Amsterdamse melkboer in 1956. Foto: ANP

Flitsbezorging lijkt innovatief, maar verschilt weinig van de kruidenier die in de jaren vijftig zijn waren aan de deur verkocht, schrijft Constanteyn Roelofs. Verschil is dat het gros van de verdiensten nu niet bij de middenstanders terechtkomt, maar bij de grote platforms en hun investeerders. Tijd voor de terugkeer van de coöperatie.

De publicitaire kop-van-jut op dit moment zijn de flitsbezorgers. Volgens de bonden worden de bezorgers uitgebuit en de gefortuneerden met riante woningen op begeerlijke locaties zijn bang voor ‘dark stores’, de verduisterde winkels die dienen als magazijn voor de – felconcurrerende – diensten. Zelfs in het kamp van de techinvesteerders, immer optimistisch over hippe nieuwe dingen, klinken twijfels of het model van de flitsbezorgers wel houdbaar is.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Soms is die kritiek terecht. Natuurlijk zijn de schijnconstructies waaronder de bezorgers werken niet netjes en het is inderdaad economisch vrij dubieus dat er miljarden worden verbrand in gesubsidieerde boodschappen om de strijd om de markt in flitsbezorging te winnen.

Er is weer zeven dagen per week iemand thuis om open te doen

Andere kritiek is eerder grappig: zoals het morele verwijt dat ‘de jeugd’ zo lui is dat ze niet eens meer naar de supermarkt om de hoek willen lopen voor een zak witte bolletjes en een pak chocomel. Want die kritiek komt dikwijls van de generatie die nog gewoon de kruidenier, slager en melkboer aan de deur kreeg. Het lijkt wel heel hip om dingen thuis te bezorgen en om te zetten naar een abonnementsmodel, zoals de Nederlandse scale-up Boldking heeft gedaan voor scheermesjes, maar eigenlijk is het een heel oud idee. In start-uptaal was de melkboer een mooi voorbeeld van ‘milk as a service’.

Het oude model van de slagers en bakkers aan huis verdween toen de vrouwen niet meer thuis waren om de deur open te doen, omdat die ook aan het werk gingen en omdat de supermarkt sneller en goedkoper was. Nu werken we allemaal thuis en is er weer zeven dagen per week iemand thuis om open te doen – dus kunnen we weer lekker laten thuisbezorgen met z’n allen. Investeerderslieveling en succesvolle scale-up Picnic neemt de kruideniersrol al waar.

Lees ook de column van Liesbeth Wytzes: Laat die marshmallow nog even liggen!

Terug naar de coöperatie

Het enige probleem is natuurlijk dat het gros van de verdiensten nu natuurlijk niet bij de middenstanders terechtkomt, maar bij de grote platforms en hun investeerders. Dat is een probleem, omdat het de middengroep uit de keten wegslaat en enkele winnaars (de rijke investeerders) en heel veel verliezers (arme bezorgers en chauffeurs) oplevert, met alle politieke en maatschappelijke gevolgen van dien.

Hoe lossen we dat op? Misschien moeten we maar eens teruggrijpen op de aloude oplossing waar al die melkboeren en kruideniers ook al op waren gekomen: de coöperatie. Als we nou al die bezorgers ook gewoon deels uitbetalen in aandelen en laten meedelen in de opbrengsten, krijgen we vanzelf de jaren vijftig terug. Gezellig, met de melkboer aan de deur.