Premium Lock Waarom de opa van Noah vaak Johannes heet

16 januari 2022Leestijd: 5 minuten
'Genderneutrale muisjes' op een beschuit. Foto: ANP / Hollandse Hoogte

Voornamen benadrukten vroeger de band met voorouders, nu drukken ze juist het unieke van elk kind uit. De hedendaagse mens gebruikt andere manieren om via namen naar de afstamming te verwijzen, schrijft demograaf Jan Latten.

Een boomlange man heeft meestal relatief grote ouders. Zwarte ouders krijgen meestal een zwart kind. Elke nakomeling heeft kenmerken van zijn ouders en grootouders. Dat krijg je via je DNA nu eenmaal mee. Zelfs ongelijkheid in inkomen zit volgens een recente dissertatie voor een klein deel al opgesloten in je genen. Je ontkomt dus nooit helemaal aan enige biologische predestinatie.

Jan Latten (1952) is socioloog en demograaf. Hij was hoofd­demograaf van het ­Centraal ­Bureau voor de Statistiek en hoogleraar sociale demografie. Is veelgevraagd spreker en

essayist. Hij schrijft maandelijks een demografisch essay voor ewmagazine.nl.

Tot in de eerste helft van de vorige eeuw vond men het gewoon die samenhang tussen generaties kenbaar te maken in gekozen voornamen van het kroost. Als vader Anton heette, kreeg de oudste zoon ook die naam. In moederslijn gebeurde hetzelfde. Moeder heette Maria en dochter kreeg dezelfde doopnaam. Soms hadden kleinzoon of kleindochter daardoor zelfs dezelfde naam als opa of oma. Zo toonde men respect voor de ouderen die het kind voorgingen.

Tegenwoordig dient de keuze van een voornaam een ander doel. De tijdgeest wil liever niet benadrukken dat je voor een deel hetzelfde bent als je (groot)ouders. De nadruk is verschoven naar het unieke van een kind.

Johannes en Maria zijn veelvoorkomende namen onder opa’s en oma’s

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) publiceerde onlangs de ‘hitlijst’ van voornamen van AOW-ontvangers (namen met hun eigen spelling). Deze gepensioneerden zijn vooral babyboomers, geboren in de jaren veertig en vijftig. Onder de 1,6 miljoen gepensioneerde mannen blijkt Johannes de meest voorkomende voornaam: 165.416 keer. Nederlandse kleinkinderen hebben dus relatief vaak een opa Hans, Han of Johan.

Goede tweede is de naam Jan, gevolgd door opa’s met als geregistreerde voornaam Cornelis, Hendrik, Willem, Petrus, Pieter, Wilhelmus, Gerrit, Gerardus. Onder de gepensioneerde oma’s is de meest voorkomende formele naam Maria (210.312 Maria’s). Veel van hen zullen Ria of Mia als roepnaam hebben. Johanna is nummer twee (166.819 keer) en Anna een goede derde (79.666).

Opvattingen zijn totaal veranderd: weg met de naam van opa en oma

Het jaarlijks overzicht van de SVB met namen van nieuwgeborenen – zie de ranglijst hierboven – laat er geen misverstand over bestaan: de opvattingen hierover zijn totaal veranderd. Kleinzoon of -dochter krijgt nu vrijwel nooit meer dezelfde voornaam als vader, moeder of een van de grootouders. De vijf populairste namen voor (klein)zonen in 2021 waren Noah, Lucas, Sem, Daan en Levi. Ook in de rest van de toptien zijn geen vertrouwde namen van babyboom-opa’s terug te vinden. Bij (klein)dochters is dat ook zo. Weg zijn de boomer-namen, weg zijn de traditionele, vaak religieus geïnspireerde namen.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw