Premium Lock Tijd om het taboe op kinderschaarste te doorbreken

30 juni 2023Leestijd: 5 minuten
Baby's. Foto: ANP/ Hollandse Hoogte/ Richard Brocken

Terwijl Aziatische landen al worstelen met demografische ‘degrowth’, vervangt ook Nederland zichzelf allang niet meer. Maar van een debat over kindertekort is geen sprake, constateert demograaf Jan Latten. Nog meer immigratie is geen oplossing, dus wordt het tijd om de stilte te doorbreken en te praten over de schaarste aan kinderen, voordat de gevolgen onomkeerbaar worden.

U verwacht toch dat u wordt verzorgd als dat later nodig mocht zijn? Of dat er iemand naar u omkijkt als u niet meer zo zelfstandig bent? Maar gaat dat gebeuren? Wie naar de demografische ontwikkelingen kijkt, moet zich daar grote zorgen over maken. Want we hebben als samenleving een groeiend tekort aan nakomelingen. Inmiddels merken we het aan het krimpende aantal opvolgers op de arbeidsmarkt en aan slinkende aantallen mantelzorgers in de families.

Nederland vervangt zichzelf allang niet meer. In veel andere landen durft de politiek het tekort aan nakomelingen te bespreken. Hier zien we het hooguit als een probleem van landen zoals China of Japan. Het hoort volgens sommigen geen thema te zijn in ons land, ‘want er zijn al zo veel baby’s op de wereld’.

Maar goedbeschouwd hebben we hier hetzelfde demografische probleem als in andere landen waar het ouders te weinig kinderen krijgen om een forse krimp te voorkomen. In China, Japan of dichter bij huis in Italië dreigt door demografische ‘degrowth’ het totale inwonertal binnen enkele decennia te halveren. Hoewel we het niet lijken te beseffen, gedragen wij ons in feite als Chinezen en Japanners als het om de reproductie van de bevolking gaat.

Chinese vruchtbaarheidscijfers (lees hieronder verder):

Bron: PEW Research Center

Het verschil is dat onze overheid een debat over een tekort aan nageslacht uit de weg gaat en uitsluitend inzet op nakomelingen van elders. Dat zijn er inmiddels zo veel dat we kunnen spreken van explosieve bevolkingsgroei. En dat ondanks de demografische degrowth.

Een halve eeuw onder vervangingsniveau: wat is er aan de hand?

Tot midden jaren zestig kregen koppels gemiddeld drie kinderen. Met de komst van de anticonceptiepil veranderde kinderen krijgen in kinderen plannen. Meer dan ooit hielden koppels het vervolgens bij twee kinderen, of één, of ze bleven kinderloos. Het gemiddelde kindertal van een jong stel in de jaren tachtig was nauwelijks hoger dan anderhalf. Daarna fluctueerde de kinderwens iets, naargelang het economisch tij meer of minder gunstig was.

Sindsdien is definitief gebroken met het gezin als demografische groeimotor. Collectief belandde de samenleving op circa 25 procent onder het vervangingsniveau. Het komt erop neer dat gemiddeld 100 koppels uit begin jaren tachtig (dus 100 mannen en 100 vrouwen) nog maar 150 nakomelingen kregen. Die nakomelingen lieten dit millennium de opvolging nog verder krimpen. Dat merken we inmiddels op de arbeidsmarkt, doordat er minder toetreders komen dan er babyboomers met pensioen gaan. Bovendien komen de babyboomers zelf op risicoleeftijden. Per 100 boomer-grootouders zullen er na overlijden nog maar zo’n 60 kleinkinderen zijn.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw