Net als olifanten zijn bankiers bang voor muizen: die zijn zowel snel als slim

27 september 2021Leestijd: 4 minuten
Groep mensen op de smartphone. Foto: Westend61

De grote spelers in de financiële sector worden op alle fronten aangevallen. Tijdens een congres in Amsterdam zorgde de slagschaduw van de ‘superapp’ voor bezorgde gezichten, schrijft Marijn Jongsma.

De coronacrisis heeft het fysieke netwerken niet om zeep geholpen, zo liet de herstart van de RAI afgelopen week zien.  Met de fintechconferentie Money 20/20 hield het congrescentrum het eerste grote evenement sinds het einde van de lockdown. De controle was streng, maar eenmaal binnen leek het toch of de pandemie definitief achter ons ligt – nauwelijks mondjeskapjes en hier en daar al weer een joviale handdruk.

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

Bankiers aangevallen op hele productenpakket

De deelnemers aan Money 20/20, een rondreizend circus dat na Amsterdam Las Vegas aandoet, vallen grofweg in twee groepen uiteen: ‘gewone’ bankiers en vertegenwoordigers van hippe fintechs. Samenwerking is het credo tijdens de borrel, maar buiten de RAI is de strijd om de gunst van de consument volop gaande.

Banken worden feitelijk over hun hele productenpakket aangevallen. Of het nu gaat om beleggen, betalingsverkeer, kredietverlening of hypotheekverstrekking: op elke deelmarkt zijn er wel (vaak kleinere) nieuwkomers die geen dure kantoren en werknemers (‘legacy’, zo heet dat in de sector) met zich meeslepen. De winstmarges op de meest eenvoudige diensten worden flinterdun. Kostenbesparing is daarom een constante geworden.

Bankieren is nodig, maar banken zijn dat niet

Volgens Annerie Vreugdenhil, chief innovation officer bij ING, halen de ‘oude’ banken de schade snel in, onder meer door juist samen te werken met fintechs. Volgens haar is het startpunt van ING en andere bestaande partijen gunstig: ze hebben klanten die de app van de eigen bank geregeld gebruiken, en ze genieten nog steeds een hoge mate van vertrouwen. ‘Bij een grote beslissing, zoals de aankoop van een huis, willen ze toch graag iemand spreken. Dat kan niet bij Apple.’

Maar blijft dat zo? ‘Bankieren is nodig, banken zijn dat niet,’ zei Microsoft-oprichter Bill Gates al in 1994. Ruim een kwart eeuw later hangt de komst van Big Tech nog steeds als een donderwolk boven de sector. Gaan Big Tech-bedrijven als Google, Facebook of Apple banken echt van de troon stoten? Of juist een brede groep van kleinere, gespecialiseerde fintechs?

De grootste vrees is de komst van een ‘superapp’ waarin alles samenkomt. Met zo’n app kan de consument alles: berichten versturen (zoals nu via WhatsApp), actief zijn op sociale media (zoals Facebook of Instagram), dingen verkopen (zoals op Marktplaats) en diensten en goederen bestellen (denk aan Thuisbezorgd, Uber, Bol.com). In China bestaat zo’n app al: WeChat.

Het schrikbeeld: de domme pijp

Of het succes van WeChat is te kopiëren in Europa of de Verenigde Staten, is nog maar de vraag. Consumenten zijn al gewend om meerdere apps te gebruiken en willen misschien niet worden overgeleverd aan één dienstverlener. Maar komt de superapp er wel, dan heeft de banksector een probleem, zo schreven de adviseurs van KPMG al in 2019.

Natuurlijk, achter de schermen kunnen betalingen best via de banken blijven verlopen. Maar als de transacties via een superapp verlopen, dan komen de traditionele financiële instellingen wel steeds verder van de consument af te staan. Daar komt bij dat de bouwers van deze apps enorm veel informatie binnenhalen over consumentengedrag, en beter dan de banken in staat zijn daar munt uit te slaan met gerichte aanbiedingen.

Als bank riskeer je dus een ‘domme pijp’ te worden: een doorvoerkanaal achter de schermen dat tegen lage tarieven het geldverkeer draaiende houdt. Dat scenario kan nog dichterbij komen, zo schetst KPMG, als superapps hun bekendheid inzetten om zelf financiële diensten aan te bieden. In China is die trend al lang gaande, WeChat werkt met WePay en WeBank.

Vergeet de grote vis, de snelle vis is de winnaar

Dat de financiële wereld verandert, is evident. De vraag is hoe snel consumenten veranderingen omarmen, en hoe snel de traditionele aanbieders zich kunnen aanpassen. Aernoudt Bottemanne is een van de ICT-specialisten op Money 20/20 die partijen helpt in hoger tempo apps te bouwen, waarmee klanten meer en betere informatie kunnen krijgen over producten. Hij citeert Klaus Schwab van het World Economic Forum. Het zijn niet meer de grote vissen die de kleine vissen eten, maar snelle exemplaren die de langzame eten.

Lees ook dit omslagverhaal terug: De waarheid achter ‘The Great Reset’

Bottemanne voorziet zwaar weer voor de traditionele banksector. ‘Een van de problemen van partijen als ING is dat ze te weinig gebruik maken van technologie die er al is. Ze huren liever zelf programmeurs in.’ Daardoor zijn de bestaande banken traag, maar ook verzekeraars, analyseert Bottemanne. ‘Ze willen techbedrijven zijn, maar ze zijn het niet.’

Gelukkig voor de banken valt ook de cliëntèle in twee groepen uiteen. Millennials en alles wat daar na komt, stappen snel over, oudere klanten blijven doorgaans redelijk trouw aan de bank of verzekeraar waar ze al jaren bij zitten. Een vergrijzend klantenbestand is funest voor de groei, maar het geeft wel de tijd om de steven van de olietanker te wenden.