De rechtbank in Noord-Nederland oordeelde begin augustus dat de belasting over vermogen, de zogenoemde box 3-heffing, ‘evident onredelijk uitpakt’ voor spaarders. Sterker nog, de vermogenstaks is zelfs in strijd met het discriminatieverbod van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Toch grijpt de rechter weer niet in om de burger tegen de nalatige overheid te beschermen, schrijft Jeroen van Wensen.
‘Het is een doorbraak,’ zegt Cor Overduin, fiscalist bij Grant Thornton, over de telefoon. ‘De rechter heeft onze klachten voor honderd procent overgenomen, en er de conclusie aan verbonden dat box 3, zoals deze is gewijzigd per 2017, in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 14 van het mensenrechtenverdrag.’ Overduin treedt op als fiscaal adviseur in de zogeheten massaalbezwaarzaken die de Bond voor Belastingbetalers namens vele tienduizenden spaarders al jaren voert tegen de staat. Keer op keer haalden spaarders bakzeil en werden de klachten weggewoven.
Belasting over hoge fictieve rente-inkomsten
De wetgever belast spaarders sinds 2017 alsof zij forse beleggingswinsten behalen, door met fictieve (forfaitaire) rendementen te werken die oplopen tot 5,69 procent. Terwijl de spaarrente in werkelijkheid bijna nul of zelfs negatief is. Spaarders betalen daardoor belasting over rente-inkomsten die zij niet ontvangen. Een wrang gegeven, omdat de wetgever voorafgaand aan de wetswijziging in 2017 al wist dat 40 procent van de mensen die box 3-belasting betalen, alleen maar spaargeld hebben.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen