Box 3 houdt wederom stand voor de rechter

31 maart 2021Leestijd: 2 minuten
Belastingdienst. Foto: ANP

De rechter in Haarlem oordeelt dat box 3 niet in strijd is met het Europese mensenrechtenverdrag. Ondanks dat spaarders veel meer belasting betalen over hun spaargeld, dan zij erover aan rente ontvangen.

Het is een gunstige week voor het kabinet. Afgelopen maandag oordeelde de advocaat-generaal bij de Hoge Raad dat box 3 weliswaar in strijd is met het discriminatieverbod, maar dat het aan het kabinet (en beide Kamers) is om de belastingheffing over vermogen aan te passen. En niet aan de rechter.

Heffing box 3 milder

Woensdag deed de Haarlemse rechter uitspraak in twee zaken die waren aangespannen door de Bond voor Belastingbetalers. Die gingen over box 3 in de jaren 2017 en daarna. Hoewel 40 procent van de box 3-belastingplichtigen uitsluitend spaargeld heeft – en daardoor veel meer belasting betaalt dan rente ontvangt – is er toch weinig mis met het stelsel, zegt de rechter.

Die voert daarvoor meerdere redenen aan. Zo heeft de overheid omwille van de uitvoerbaarheid  gekozen voor het stelsel met een heffing over fictieve (forfaitaire) rendementen.  Die vrijheid heeft de overheid, en aan de bezwaren ertegen is zij tegemoetgekomen. De vrijstelling in box 3 is de afgelopen jaren verhoogd, en de heffing per 2017 voor de meeste spaarders verlaagd. De rechter: ‘Uit de eerste evaluatie van de vermogensmix blijkt dat het stelsel voor de meeste mensen milder is geworden.’

Nieuw stelsel op termijn

Bovendien liggen plannen op tafel om box 3 op termijn aan te passen, en het werkelijk behaalde inkomen uit vermogen te belasten (en niet langer het forfaitaire spaar- en beleggingsrendement). ‘De wetgever heeft daarbij gehoor gegeven aan het maatschappelijke gevoel om in elk geval in de tussentijd tot die eindstap tot een rechtvaardiger stelsel te komen,’ zegt de rechter daarover.

Genoeg overwegingen voor de rechter om te oordelen dat sprake is van een ‘fair balance’, een evenwichtige heffing. En hoewel de belastingdruk voor spaarders hoog is, gaan ze niet kopje onder door de heffing, voegt de rechter toe: ‘Er is geen sprake van een buitensporige last op stelselniveau.’

Het is de bedoeling om deze zaak via een zogeheten sprongcassatie direct naar de Hoge Raad te brengen. De tussenstap via het Hof wordt overgeslagen, om de procedure in te korten en zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen. De uitspraken van de Haarlemse rechter zijn hier te vinden.