Hugo de Jonge is terecht terughoudend met gratis PCR-test

Nog maar een paar weken geleden was de grote vrees dat de ziekenhuizen de stroom COVID-patiënten niet zouden aankunnen. Inmiddels debatteert de Tweede Kamer over de vraag waarom de Droomvlucht in de Efteling niet open kan en waarom burgers moeten betalen voor een PCR-test als ze naar het buitenland op reis willen. Welke versoepelingen de komende tijd in Nederland en elders ook worden door­gevoerd, de meeste landen zullen een recente negatieve uitslag van een PCR-test eisen.

Deze PCR-test ten behoeve van reizen wordt niet gedaan door de GGD, maar door commerciële testbedrijven, die maar wat graag aan de slag willen. De kosten kunnen oplopen tot 150 euro per test, en voor de terugreis is meestal ook weer een PCR-test vereist. De meeste lidstaten van de Europese Unie zijn van plan die testen gratis aan te bieden, of doen dat al, het Nederlandse kabinet voelt daar weinig voor. Het argument: dat zou marktverstorend werken. Wel vreemd dat diezelfde overheid maandenlang burgers ontmoedigde om zich bij commerciële teststraten te laten testen en aanmoedigde om naar de GGD te gaan.

Beter argument dan ‘marktverstoring’: vaccinatie als gratis alternatief

Er zijn betere argumenten te bedenken om deze PCR-test niet ‘gratis’ te maken. Om te beginnen is er een gratis alternatief: een bewijs van vaccinatie is ook geldig als toegangsbewijs. Minister Hugo de Jonge (CDA) zal het niet toegeven, maar zo’n dure test zou burgers die twijfelen over vaccinatie weleens over de streep kunnen trekken. Nog voor de zomervakantie (12 juli) zijn naar verwachting alle volwassen Nederlanders in de gelegenheid gesteld om zich te laten vaccineren. Ook twintigers krijgen bij het huidige vaccinatietempo half juni een uitnodiging en hebben dan binnen enkele dagen hun eerste prik.