Straks moet Nederland bellen voor het bombardeert, net als Israël

01 april 2021Leestijd: 4 minuten
Kandahar, Afghanistan. Foto: ANP.

Critici van het Nederlandse militaire optreden tijdens de Slag om Chora in 2007 menen dat de burgers daar onvoldoende zijn gewaarschuwd. Israël doet dit wel, op alle mogelijke manieren, als het Hamas-stellingen bombardeert. Maar ook dat is dan weer niet genoeg, schrijft Robbert de Witt.

Je zou deze jurist bijna een enkeltje Talibanland toewensen, als je hem zo hoort praten, afgelopen week in RTL Nieuws. Volgens adviseur humanitair recht Jan Tijmen Ninck Blok van het Rode Kruis hadden Nederlandse militairen tijdens de bloedige Slag om Chora in Afghanistan burgers beter moeten waarschuwen voordat ze de oprukkende Taliban gingen bestoken.

Allereerst: natuurlijk moeten militairen burgerslachtoffers zoveel mogelijk voorkomen als ze geweld gebruiken. Zeker voor goed uitgeruste westerlingen die in een ver land komen helpen, is dat een morele plicht.

Robbert de Witt (1978) is buitenlandredacteur bij EW. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan
voor Nederland en Europa.

Maar tegelijk klinkt het verwijt dat deze advocaat maakt als ‘leunstoel-kritiek’. Want het is wel erg makkelijk om dit veertien jaar later te zeggen, nadat je alle tijd hebt gehad om alle opties rustig, vanuit een mooi kantoor, te beschouwen. Zonder rekening te hoeven houden met de chaotische, onoverzichtelijke en levensbedreigende oorlogssituatie waarin die militairen destijds zaten.

Niets dan ellende

Overigens maakt advocaat Liesbeth Zegveld het nog bonter, door te suggereren dat het leven van een Afghaan blijkbaar niet zoveel waard is. Als dat echt zo zou zijn, waarom stuurde Nederland dan militairen naar Afghanistan die hun levens moesten wagen en zelfs stierven om Afghaanse burgers te beschermen tegen de moordenaars van de Taliban?

De situatie destijds was als volgt: Nederland had als onderdeel van de NAVO-missie ISAF militairen in de provincie Uruzgan. De bevolking daar werd geterroriseerd door de moslim-extremistische Taliban. Die Taliban hadden niet alleen terreurbeweging Al-Qa’ida een veilig onderkomen geboden, maar dwongen ook Afghanen om zich te onderwerpen aan middeleeuwse opvattingen over de islam. Voor vrouwen betekende het Taliban-bewind niets dan ellende.

Lees ook deze blog van Philip van Tijn: De koudwatervrees voor ons democratische legerCommandant der Strijdkrachten Rob Bauer in gesprek met een militair in de XL-teststraat in Eindhoven. ANP

In de zomer van 2007 begonnen de Taliban een offensief in Uruzgan, en het dorp Chora dreigde te worden ingenomen. Zo’n duizend Taliban-strijders rukten op, alleen Nederlandse militairen konden hen tegenhouden. ’s Nachts werden huizen waar volgens inlichtingen Taliban-strijders verschanst zaten, onder vuur genomen door artillerie, F-16’s en aanvalshelikopters. De Taliban-aanval werd afgeslagen, maar later bleek dat er vijftig tot tachtig Afghaanse burgers bij die bombardementen waren omgekomen.

Zegveld: ‘Onzorgvuldig bombarderen’

Namens vier nabestaanden eist advocaat Zegveld dat Nederland hen compenseert. Want Nederland heeft volgens haar tijdens de Slag om Chora het oorlogsrecht geschonden, door onvoldoende te hebben geprobeerd burgerslachtoffers te voorkomen. ‘Onzorgvuldig bombarderen’, noemt zij dit.

Defensie zegt dat er nog veel meer burgers zouden zijn omgekomen als de Nederlanders de Taliban niet hadden tegengehouden. Bovendien zijn de lokale autoriteiten wel degelijk gewaarschuwd, maar zijn die waarschuwingen niet doorgegeven aan de inwoners.

Critici als Zegveld en Ninck Blok menen dus dat burgers beter moeten worden gewaarschuwd. Kan dat wel, in een oorlog? Ongetwijfeld weten zij dat het IDF (Israel Defence Forces) dit al jaren doet. Bij diverse militaire operaties tegen terreurbeweging Hamas in de Palestijnse Gazastrook hebben de Israëli’s verscheidene waarschuwingsmethodes ontwikkeld om ‘onzorgvuldig bombarderen’ te voorkomen.

Lees ook de eerste blog van Robbert de Witt terug: Deze lessen kunnen we leren van het Israëlische leger

Israëlische soldaten nabij Eilat in de Negev-woestijn

Eerst even bellen

Zo doen zij aan roof knocking – niet op de deur aankloppen, maar op het dak. Tien tot vijftien minuten voor het bombardement worden onschuldige projectielen afgeworpen op daken van huizen waar Hamas-strijders zich vermoedelijk verschuilen. Dat geeft eventuele onschuldige bewoners de tijd om te vluchten. Ook worden pamfletten uitgestrooid om geweld aan te kondigen, worden Palestijnen gebeld en worden radio- en zelfs televisieboodschappen overgebracht.

In het langslepende conflict tussen Israël en de Palestijnen ligt elk militair optreden van de qua slagkracht superieure IDF onder een vergrootglas. Militair kan Israël wel winnen, maar als er (te veel) Palestijnse burgerslachtoffers vallen, verliest Israël de strijd om de internationale publieke opinie.

Psychologische oorlogvoering

Netjes geregeld, zou je zeggen. De Israëliërs getroosten zich waarschijnlijk meer moeite om onschuldige doden te voorkomen dan welk ander oorlogvoerend land ook, in welke tijd ook. Maar critici denken daar anders over. De Israëlische waarschuwingen zouden het bombarderen van civiele doelen legitimeren, het niet verlaten van hun huizen en daarmee hun eigen dood tot de verantwoordelijkheid maken van de burgers zelf. En de waarschuwingen zouden zelfs onderdeel zijn van psychologische oorlogvoering door Israël.

Dit is dan weer een waarschuwing voor de Nederlandse defensie: voor critici van militair ingrijpen is het nooit genoeg.