Geen ‘transitieverlof’? De hijgerige gretigheid van Rob Jetten

17 februari 2021Leestijd: 3 minuten
Rob Jetten - ANP

Mensen die slecht tegen hun verlies kunnen, zijn natuurlijk stom, maar slechte winnaars zijn nog veel stommer, schrijft Constanteyn Roelofs. Case in point: D66, en dan vooral op het gebied van wat met een brede term de LHBT-kwestie mag worden genoemd.

Als je door je wimpers naar de wereld kijkt, dan zie je dat overal confessionele partijen er een conservatieve gezinspolitiek op na houden: tegen huwelijken met partners van hetzelfde geslacht, tegen abortus, geen fan van feminisme en tegen de moderne gender-ideologie.

Constanteyn Roelofs
Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Maar niet in Nederland. Hier heeft de grootste conservatieve partij van het land op christelijke grondslag een voorman die met een regenboogvlag op sociale media verschijnt met de boodschap dat ‘iedereen in Nederland zichzelf mag zijn’.

Het CDA kent openlijk homoseksuele politici en de hoeksteen van de samenleving kan best worden gevormd met twee partners van hetzelfde geslacht. Dat vinden we gelukkig allemaal heel normaal, maar het is wel goed om af en toe stil te staan bij het feit dat dit zowel langs een mondiale als een historische as een uitzonderlijke situatie is.

De nieuwe kernwaarden van de staat

Sterker nog, deze progressief-liberale kernwaarden zijn inmiddels het stadium van politiek twistpunt gepasseerd en vormen nu de kernwaarden van de staat – ze zijn vastgelegd in de Grondwet (waaraan D66 nu een volstrekt onnodige toevoeging probeert te plakken) en ons ministerie van Buitenlandse Zaken maakt er een speerpunt van om ze te exporteren naar de rest van de wereld. Gelukkig maar.

De liberalen hebben op dit punt duidelijk gewonnen, en dat is maar goed ook. Maar winnen is natuurlijk niet genoeg – de strijd moet worden voortgezet, aangezien een politieke beweging zonder strijdpunten is als een motor zonder benzine. Maar als de grote slagen zijn gewonnen, blijft het kleine grut over en dan gaat de aloude wet op dat debatjes feller worden naarmate er minder op het spel staat.

Lees ook van Constanteyn Roelofs: Ondernemen als leefstijl zorgt voor land vol beunhazen

Ineens was het CDA weer homofoob en reactionair

Het was dan ook pijnlijk om de hijgerige gretigheid te zien waarmee Rob Jetten van D66 het CDA aanviel op het punt van homorechten. Ineens was het CDA weer homofoob en reactionair, maar waarom eigenlijk? Omdat het CDA niet volmondig ‘transitieverlof’ wil verlenen aan transpersonen (let wel: het CDA is niet principieel tegen, maar heeft nog geen praktisch standpunt doorgerekend) en omdat ze de Roze-in-Blauw-organisaties bij de politie een vrijwillige organisatie willen laten.

Niet exact ruzie of het nu wel of niet mag van de paus, zeg maar. Het is niet erg als u niet begrijpt waarover dit gaat, want dit is politiek breiwerk dat voor het grote publiek maar weinig relevantie heeft.

Alleen voor eigen achterban

Dit framen van het CDA als politiek tegenstander op dit vlak is helemaal niet gericht op het overtuigen van nieuwe kiezers voor de partij, maar voor het bestendigen van het vijandbeeld van de bestaande achterban. Omdat het vijandbeeld van de progressieven bestaat uit conservatieven, moeten die conservatieven natuurlijk ook precies het tegenovergestelde denken van wat de progressieven vinden.

Conservatieven en rechtse mensen moeten van de progressieve ideologen daarom wel homofoob zijn, want anders waren ze niet rechts en conservatief. Het maakt dus niet zo veel uit wat die nominaal conservatieve partijen dan zelf van de zaken vinden.

Zie ook het volstrekte onvermogen van progressieven om te dealen met rechtse/conservatieve mensen aan de roze kant van het seksuele spectrum zoals Pim Fortuyn en de Engelse publicist Douglas Murray. Gelukkig trekt de liefde zich niets aan van dit soort artificiële politieke scheidslijnen – van binnen zijn we immers allemaal roze.