Verenigd front van democratische staten moet opkomst Chinese wereldorde weerstaan

07 september 2020Leestijd: 4 minuten
CHINA BELT AND ROAD FORUM

Totdat China verandert, moet het Westen het land engageren op basis van economische wederkerigheid en met een resolute verdediging van onze veiligheid en kernwaarden. Doen we dat niet dan is de Ondergang van het Avondland in zicht, schrijft Henk Schulte Nordholt in een ingezonden opiniestuk.

Tijdens zijn recente bezoek aan Italië verklaarde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi plechtig dat China er niet op uit is een Koude Oorlog te voeren met de Verenigde Staten. ‘Dat zou een stap terug in de tijd zijn.’ Wangs uitspraak veronderstelt dat na het baanbrekende bezoek van de Amerikaanse president Richard Nixon aan Peking, in 1972, China in vrede met het Westen heeft geleefd, maar dat is nooit het geval geweest.

Henk Schulte Nordholt (67) is een zakenman en sinoloog. Hij werkte voor het ministerie van Economische Zaken aan de bevordering van handelsrelaties tussen Nederland en China. Schulte Nordholt werd in 1985 directeur van het eerste kantoor van de AMRO Bank in Peking. Hij schreef diverse boeken over China, waaronder China & de barbaren (2005).

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

De Communistische Partij van China (CPC) heeft het Westen er altijd van verdacht een duister beleid van ondermijning van haar regime te voeren. De demonstraties in het voorjaar van 1989, toen in tientallen Chinese steden miljoenen Chinezen voor vrijheid en democratie de straat opgingen, accentueerden die angst: de betogers waren het slachtoffer van westerse ideologische infiltratie, het konden geen autonome burgers zijn die hun eigen afweging maakten. Op exact dezelfde wijze reageert het regime nu op de betogers in Hongkong.

Communistische Partij heeft economische groei nodig

Desondanks koos het regime na het neerslaan van de demonstraties in 1989 voor een diepgaande integratie met de wereld, want internationale handel versterkt de belangrijkste pijler waarop de legitimiteit van de CPC rust: economische groei. Het grootste succes van dit going out-beleid werd geboekt in 2001 met de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie. In ruil voor een onbelemmerde toegang tot de westerse markten beloofde Peking – stapsgewijs – de eigen markt ook te openen.

Het Westen hield zich aan zijn belofte, China grotendeels niet. In hun jaarlijkse rapporten klagen de Amerikaanse en Europese Kamers van Koophandel in Peking steen en been over overheidssteun voor Chinese bedrijven, de vele sectoren waarin buitenlandse bedrijven niet mogen investeren en de gedwongen overdracht van technologie. Het nu al twintig jaar durende ongelijke speelveld heeft tot gigantische overschotten op de Chinese handelsbalans geleid – geld dat in strategische activa in het buitenland wordt geïnvesteerd, van kopermijnen in Zuid-Amerika tot havens in Europa.

China aanvaardt internationale orde niet

De internationale orde die China zoveel welvaart bracht, is door Peking nooit innerlijk aanvaard. De sinoloog David Shambaugh onderscheidt vier fases in China’s kijk op die orde: verwerping, bestudering, exploitatie en de creatie van een eigen wereldorde. We zitten nu in de overgang van fase 3 naar 4.

Vier van de vijftien gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties worden geleid door een Chinees of staan onder Chinese invloed (de Wereldgezondheidsorganisatie, WHO, is het beruchtste voorbeeld). Boegbeeld van de eigen orde is het in 2013 gelanceerde Belt and Road Initiative (BRI), waaronder in tientallen landen infrastructurele projecten worden gebouwd.

Lees ook het omslagverhaal van Jelte Wiersma terug: Is China van Xi Jinping nog te stuiten?

Op papier gaat het om economische samenwerking tussen soevereine staten, maar in China is de beleving heel anders: ‘Het verdwijnen van de oude zijderoutes ging samen met het geleidelijk verval van het Chinese Rijk… Implementatie van de nieuwe zijderoutes zal naar verwachting bijdragen aan het herstel van de vergane glorie van de Chinese beschaving,’ aldus Jin Yongming van de Sjanghai Academie voor Wetenschappen.

Het BRI is het troetelkind van de Chinese president Xi Jinping, die zijn (onbeperkte) ambtstermijn in dienst heeft gesteld van ‘De Grote Wederopstanding van de Chinese Natie’ – oftewel de verwezenlijking van de droom die de Chinese elite vanaf de desastreuze Opiumoorlog van 1840 heeft geobsedeerd: het terugbrengen van het land op de nummer-1-positie waarop het vanwege zijn grootte en superieure beschaving van nature recht heeft.

Als de CPC daarin slaagt, is het einde van de Westfaalse orde van gelijkheid tussen staten in zicht. In de keizertijd mochten de ‘barbaarse’ buitenlanders alleen zakendoen met het Hemelse Rijk als ze zich aan de voeten van de keizer in het stof wierpen. Van gelijkheid was nooit sprake.

Westen moet opkomen voor kernwaarden

Dit zogenoemde tribuutstelsel steekt nu de kop weer op: landen als Pakistan, Laos en Cambodja zijn de facto vazalstaten, en zelfs grotere landen als Australië en Groot-Brittannië worden gestraft als ze China-onvriendelijk gedrag vertonen – zoals het vragen om een onderzoek naar de oorsprong van het coronavirus of het weren van deelname van het Chinese techbedrijf Huawei in hun 5G-netwerk.

Lees ook het commentaar van Arendo Joustra: China’s nuttige idioten als Nout Wellink zouden beter moeten weten

Alleen een verenigd front van democratische staten kan de opkomst van de Chinese wereldorde onder leiding van de Communistische Partij weerstaan. Een isolement van het land is haalbaar, noch wenselijk. Het zou bovendien de CPC het perfecte argument geven de bevolking achter haar nationalistische banier te scharen.

Maar totdat China verandert, moet het Westen het land engageren op basis van economische wederkerigheid en met een resolute verdediging van onze veiligheid en kernwaarden. Doen we dat niet, dan is de Ondergang van het Avondland in zicht. De Chinese keizers heersten in principe niet alleen over China, maar over de Tianxia – alles wat onder de hemel is.