De schaduwkant van de goedertierenheid van Sigrid Kaag

09 april 2020Leestijd: 3 minuten
Sigrid Kaag. Beeld: ANP

Het is ongetwijfeld nobel van minister Sigrid Kaag om landen in Afrika 100 miljoen te geven voor coronabestrijding. Maar met financiële hulp aan overheden in de derde wereld loopt het vaak niet zo goed af, schrijft Robbert de Witt. En dat weten zij en haar ambtenaren maar al te goed.

Het is eigenlijk ongepast om kritiek te hebben als iemand cadeautjes uitdeelt. Zeker wanneer het met de beste bedoelingen wordt gegeven en de ontvanger er grote behoefte aan heeft. Maar toch moet het soms.

Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp Sigrid Kaag belooft 100 miljoen euro aan Afrikaanse landen voor coronabestrijding. Volgens de D66-bewindsvrouw voltrekt zich ‘mogelijk een stille ramp in Afrika en andere arme delen van de wereld’. Terwijl wij hier vooral bezig zijn met Nederland.

Robbert de Witt (1978) is Buitenlandredacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor Nederland en Europa.

De helft van de 100 miljoen, zo vertelt zij in de Volkskrant, is sociaal-economische hulp, ‘onder andere om gezondheidssystemen overeind te houden in lage-inkomenslanden’.

Een onthutsend rapport van de Rekenkamer

Het is natuurlijk nobel en ongetwijfeld kunnen landen in Afrika, mocht de coronacrisis daar ook losbreken, alle hulp goed gebruiken. Maar met financiële hulp aan overheden elders, loopt het vaak niet zo goed af. En dat zouden Kaags ambtenaren als geen ander moeten weten.

Vorig jaar publiceerde de Algemene Rekenkamer nog een onthutsend rapport over de ruim 400 miljoen euro die Kaags ministerie in 2016 en 2017 – zelf is zij sinds eind 2017 minister – uitgaf aan de opvang van vluchtelingen in het buitenland. Volgens de controleurs van de overheidsbestedingen is het onduidelijk of al dat geld goed is besteed. En dat geldt net zozeer voor de half miljard euro die tezelfdertijd werd gespendeerd aan klimaatplannen wereldwijd.

In een antwoord op de kritiek van de Rekenkamer schreef Kaag dat haar ministerie al veel heeft verbeterd en dat de aanbevelingen ter harte worden genomen.

Sigrid Kaag reisde persoonlijk naar Mali

Afgelopen zomer bleek uit een brief van minister Kaag aan de Tweede Kamer dat er ook met ontwikkelingsgelden aan Mali, in de periode 2005-2015, van alles is misgegaan. In die periode gaf Nederland 265 miljoen euro aan de regering in Bamako. Uit een Canadese studie blijkt dat 5,2 procent van de overheidsuitgaven in Mali in verkeerde zakken is verdwenen: corruptie en zelfverrijking dus.

Omgerekend naar de Nederlandse giften, schreef Kaag, is mogelijk 13,7 miljoen euro uit Den Haag ‘verdwenen’. Kaag en collegaminister Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) vroegen de Malinese regering sinds december herhaaldelijk om uitleg, maar een reactie bleef uit. Kaag reisde naar Mali om persoonlijk haar ‘zorgen uit te spreken’.

De reactie van de Malinese premier Cissé kon zomaar zijn geschreven door Kaags eigen ambtenaren: ‘Tijdens dit gesprek benadrukte hij dat de verbetering van het openbare bestuur in Mali door de bestrijding van alle vormen van ongeoorloofde verrijking een van de prioriteiten van de regering is en dat de regering de aanbevelingen uit de studie ter harte neemt.’

Daarmee moest Nederland het maar doen. Maar deze ervaringen beloven helaas niet veel goeds voor de 100 miljoen extra die Kaag straks naar Afrika stuurt.