Het grenzeloze opportunisme van Erdogan

04 maart 2020Leestijd: 3 minuten
TURKEY SYRIA MILITARY OPERATION

De EU moet een duidelijke Turkije-strategie ontwikkelen – op hetzelfde niveau als met andere grote mogendheden, schrijft Bram Boxhoorn. Een beetje meer machiavellisme mag van de Europese Commissie wel worden verwacht.

De dood vorige week van ruim dertig Turkse militairen bij een Syrisch bombardement nabij de Syrische stad Idlib heeft Turkije hard met de neus op de feiten gedrukt. Het land staat vrijwel geïsoleerd in de regio en de Syrische leider Bashar al-Assad – tegenstander van de Turkse leider Recep Tayyip Erdogan – zit vooralsnog steviger in het zadel dan ooit tevoren. De Syrische opstand van voorjaar 2011 strandt uiteindelijk zoals zo veel Arabische opstanden: in bloed en machteloosheid. Het Turkse streven naar leiderschap en invloed in het Midden-Oosten kan als mislukt worden beschouwd.

Bram Boxhoorn

Bram Boxhoorn is historicus en directeur van de Atlantische Commissie. Hij is tevens gastdocent bij Webster University, Leiden. Boxhoorn schrijft wekelijks een blog voor Elsevier Weekblad over buitenlandse politieke kwesties.

Turkije liet zich vanaf het begin leiden door een constante in zijn buitenlands en veiligheidsbeleid: het voorkomen van het ontstaan van een onafhankelijk Koerdistan, dat een deel van het huidige Turkse grondgebied zou omvatten. Deze kwestie is juridische en politiek gecompliceerd, vooral in een regio waar de regel geldt dat de vijand van mijn vijand mijn vriend is.

Erdogan is een ware discipel van Machiavelli

Het opportunisme van de Turkse leider Erdogan is grenzeloos. Hij is een ware discipel van de Florentijnse geleerde Niccolò Machiavelli als het om machtspolitiek gaat. Voorbeelden te over. In de jaren tachtig was er ten aanzien van Iran de koers van ‘actieve neutraliteit’, die later overging in steun aan het Iraanse regime, waarmee hij tot de dag van vandaag nauwe betrekkingen onderhoudt. Beide landen zijn relatieve buitenstaanders in de Arabische wereld en delen de angst voor een onafhankelijk Koerdistan.

Ondanks het lidmaatschap van de NAVO, bruuskeert Erdogan zijn Amerikaanse bondgenoot door Russisch militair materieel aan te schaffen. Dat kan hij straffeloos doen, want hij schat het Turkse lidmaatschap van de NAVO op de juiste strategische waarde. De NAVO peinst er namelijk niet over hem buiten de deur te zetten, alleen al omdat dat juridisch niet mogelijk is.

Afgelopen week maakte Erdogan gebruik van een beproefd middel: de strategische inzet van vluchtelingen. Ondanks de ‘deal’ van 6 miljard euro met de EU voor de opvang van ruim een miljoen vluchtelingen, gooit Erdogan nu dus de grens open om maximale druk op de EU en de NAVO uit te oefenen om Turkije te steunen.

Erdogan inspecteert zijn leger

Lees ook het commentaar van Robbert de Witt: Kat in het nauw Erdogan heeft maar een wapen over 

Erdogan aan het lijntje houden

De huidige situatie biedt echter ook weer kansen. Turkije’s economie is sterk verbonden met de Europese, niet met de Russische of Iraanse. De toekomst van het land ligt westwaarts, niet oostwaarts.

Misschien nog belangrijker dan pogen Turkije aan het lijntje te houden, is het zaak de Turken duidelijkheid te verschaffen. De getroebleerde relatie tussen Turkije en de Europese landen is namelijk niet alleen de Turken aan te wrijven. De EU is intern verdeeld over de toekomstige relatie met Turkije. De Duitse en Franse leiders liepen nooit erg warm voor een Turks lidmaatschap van de Unie. En dat geldt voor meer landen, Nederland incluis. Alleen de Britten verwelkomden een Turks lidmaatschap vanuit de gedachte dat de EU vooral een interne markt is – dus uitbreiding van de handel – en dat met het Turks lidmaatschap de Frans-Duitse dominantie aan gewicht zou inboeten. Maar het Verenigd Koninkrijk maakt inmiddels zelf geen deel meer uit van de EU en hoeft zich hierover niet meer druk te maken.

Vruchteloos en niet meer relevant

De EU zou een duidelijke Turkije-strategie moeten ontwikkelen – op hetzelfde niveau als ten aanzien van de relatie met (andere) grote mogendheden, zoals de Britse historicus Timothy Garton Ash bepleit in de Britse krant The Guardian van 2 maart. Het eindeloos onderhandelen over de invoering van Europese wetgeving in Turkije is niet alleen vruchteloos gebleken, maar is inmiddels niet meer relevant.

De EU moet een politiek verbond aangaan met Turkije: geen officieel lid van de EU dus, maar een duidelijke strategische samenwerkingsovereenkomst op een aantal kernterreinen, bovenal economisch, en hulp aangeboden krijgen van de EU bij de opvang van vluchtelingen in de regio. Een beetje meer machiavellisme mag van een zich zelf noemende ‘geopolitieke Commissie’ (in de woorden van voorzitter Ursula von der Leyen wel worden verwacht.