D66 staat weer wat eenzamer in de ‘voltooid leven’-kwestie

Het was het onderzoek waar politiek Den Haag al naar uitkijkt sinds het Regeerakkoord van oktober 2017. Hoe groot is nou eigenlijk écht de groep ouderen die fysiek en geestelijk gezond zijn, maar hun leven ‘voltooid’ achten en daarom – cru gezegd – dood willen? De feiten zijn ontnuchterend, schrijft Gertjan van Schoonhoven. De ‘voltooid leven’-ouderen blijken een politieke constructie. Het is zelfs de vraag of ze eigenlijk wel bestaan.

De ‘voltooid leven’-kwestie is uiterst omstreden in de regeringscoalitie. Vooral euthanasiepartij D66 dringt er op aan om actieve levensbeëindiging voor deze groep 75-plussers mogelijk te maken; de twee christelijke partijen in het kabinet, CDA en ChristenUnie, gruwen van dit idee. D66 heeft desondanks een initiatiefwet aangekondigd die stervenshulp (inclusief speciale ‘levenseindebegeleiders’) bij voltooid leven mogelijk moet maken.

Het onderzoek naar de potentiële ‘doelgroep’ van een voltooid leven-regeling was een van de manieren om het politieke bommetje voorlopig te demonteren. Over hoeveel mensen hébben we het nu eigenlijk? En zelfs dat onderzoek werd vervolgens een steen des aanstoots in de coalitie. D66-Kamerlid Pia Dijkstra – de grote pleitbezorger van een voltooid leven-regeling – beschuldigde verantwoordelijk minister Hugo de Jonge (een CDA-er) er min of meer van de boel te traineren.

Onderzoek naar voltooid leven ontkracht juist het standpunt van D66

Blijkbaar was Dijkstra er heilig van overtuigd dat de resultaten van het onderzoek háár gelijk zouden bevestigen, en die van de tegenstanders ontkrachten. Maar vandaag waren die resultaten er dan eindelijk, en bleek het eerder andersom. D66 heeft alle reden om enigszins beteuterd te zijn. CDA, ChristenUnie en ook andere tegenstanders zoals SP, PVV, SGP en ouderenbonden, kunnen voorlopig opgelucht ademhalen.