Stanley H. en het probleem van de sympathieke tv-boef

21 oktober 2019Leestijd: 2 minuten
Jeroen Spitzenberger als Stanley Hillis - Bron: KRONCRV

Het wordt al meteen duidelijk dat het slecht met de hoofdpersoon afloopt. Aan het begin van Stanley H. wordt het titelpersonage doorzeefd met kogels. Wat volgt in de vierdelige serie, elke zondag op NPO3 en al in haar geheel op NPO Start Plus te bekijken, is een terugblik op de loopbaan van de bekende Haagse crimineel Stanley Hillis (1946-2011). De vlotte, vaardig door Tim Oliehoek geregisseerde krimi bevat aardig wat historisch beeldmateriaal.

Zoals het geruchtmakende interview dat de met pruik en zonnebril vermomde Hillis had met Sonja Barend na een ontsnapping uit de Bijlmerbajes. Goed zichtbaar is nog de woede van Klaas Wilting, die tot zijn ontzetting moest toezien hoe de VARA een podium bood aan een voortvluchtige misdadiger.

Elsevier Weekblad-redacteur Gerry van der List zit graag en vaak voor de tv. Wekelijks doet hij verslag van zijn kijkervaringen.

De toenmalige voorlichter van de Amsterdamse politie was er door de programmamakers ingeluisd. Hij toonde zich blij toen Barend hiervoor onlangs min of meer excuses aanbood, maar liet ook weten liever niet naar Stanley H. te gaan kijken. Hij voelde er weinig voor de crimineel als een soort Robin Hood geportretteerd te zien.

Stanley Hillis blijkt een echte gezinsman

De huiver van Wilting valt goed te begrijpen. Jeroen Spitzenberger heeft een beetje moeite met de Haagse tongval van Hillis, maar speelt hem verder met flair. De Nederlandse Hugh Grant is een knappe man met een grote charme, waardoor zijn personage vanzelf al een zekere aantrekkingskracht krijgt.

Grappig is hij ook. In de eerste aflevering is te zien hoe hij met twee kornuiten gemaskerd een bank berooft en daarna merkt dat de radio uit zijn vluchtauto is gestolen. Je moet van andermans spullen afblijven, roept hij dan quasi-verontwaardigd, waarna het roverstrio in schateren uitbarst. Leuke boefjes zijn het.

Later in de serie blijkt Hillis een echte gezinsman, die van zijn dochter te horen krijgt dat hij geen slecht mens is. Als kijker begin je onwillekeurig een hekel te krijgen aan de rechercheur die verbeten jacht maakt op deze aardige gast. De wereld op zijn kop.

House of Cards gaf een moreel onbehaaglijk gevoel

Het is een bekend probleem: de sympathieke tv-boef. Het is niet aangenaam om een hele serie (of speelfilm) naar een eendimensionaal, door en door slecht wezen te kijken. Dus bestaat vanzelf de verleiding hem menselijke trekjes te geven die voor empathie zorgen. Een goede acteur weet daar wel raad mee.

Een wereldberoemd voorbeeld is de tv-serie waarmee Netflix zichzelf internationaal op de kaart zette. In House of Cards gaf Kevin Spacey gestalte aan een gewetenloze politicus die niet terugdeinst voor het plegen van moorden om hogerop te komen. Het was een superieure acteerprestatie die bijna dwong tot begrip en bewondering voor politieke criminaliteit. Wat in moreel opzicht toch een onbehaaglijk gevoel achterliet.