Ingezonden opinie: Zo kan Belastingdienst spaarders compenseren

12 januari 2022Leestijd: 4 minuten
Belastingdienst. Foto: ANP

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de belasting op spaargeld onwettig is. Belastingadviseurs Henk Bluemink en Henk Hoeve hebben uitgewerkt hoe het ministerie van Financiën en de Belastingdienst deze monsterklus kunnen uitvoeren.

Het belastingtarief van 31 procent over het rendement op spaargelden moet de Belastingdienst vaststellen op basis van het werkelijke behaalde rendement. Dat mag niet langer op basis van het wettelijke forfaitaire (fictieve) rendement, zoals dat sinds 2017 geldt (of gold). Een gunstige uitspraak voor de spaarder. De Belastingdienst moet spaarders geld terugbetalen die via massaalbezwaar-procedures bezwaar hebben gemaakt. Maar hoe moet dat?

Een niet te behappen kluif

Als alle aanslagen voor de inkomstenbelasting vanaf 2017 langs deze weg moeten worden herzien, dan is dat voor de fiscus een niet te behappen kluif. Dat geldt zeker als de politiek zou besluiten dat het arrest van de Hoge Raad voor iedereen gaat gelden, dus ook voor hen die geen bezwaar hebben ingediend.

Dat ligt in de rede, omdat de wetgever in 2017 stiekem heeft geregeld dat – anders dan voorheen – uitspraken op massaal bezwaar niet meer gelden voor hen die geen individueel bezwaar hebben ingediend.

Verzamelinkomen valt ook lager uit

De Hoge Raad zegt dus dat de box 3-heffing over spaartegoeden alsnog moet worden vastgesteld op basis van het werkelijk behaalde lagere rendement. Daardoor wordt ook het verzamelinkomen lager. Dat heeft gevolgen voor alle regelingen die mede zijn gebaseerd op dat verzamelinkomen. En dat zijn er nogal wat.

Als voorbeeld nemen we een alleenstaande ouder van 30 jaar met twee kinderen, geboren in 2016 en in 2014. Deze ouder heeft een arbeidskinkomen in 2018 van 30.000 euro. Daarnaast heeft zij een aftrekpost voor zorgkosten van 4.000 euro en een spaartegoed van 100.000 euro op 1-1-2018, waarover de rente 0 procent bedroeg. Verder zijn er geen bezittingen.

Meer aan de hand

Het effect van het arrest op de box 3-heffing lijkt duidelijk, want die is bij 100.000 euro grondslag voor 2018, 423 euro op basis van het forfaitaire rendement. Maar op basis van een werkelijk rendement van 0 procent zal dit bedrag 0 euro zijn. Die 423 euro moet dus geheel worden terugbetaald door de Belastingdienst/de overheid.

Maar er is meer.

Als het door de Hoge Raad bevolen rechtsherstel inderdaad gaat plaatsvinden via verlaging van het verzamelinkomen, kan de belastingplichtige uit het voorbeeld de volgende correcties tegemoetzien:

  • Aanpassing belastingaanslag voor box 3
  • Idem door meer aftrek ziektekosten
  • Idem door hogere algemene heffingskorting
  • Hogere zorgtoeslag
  • Hoger kindgebonden budget
  • Hogere kinderopvangtoeslag

Zoals al in de aanhef vermeld: een onmogelijke opgave voor de fiscus. Daarom hebben wij een praktisch voorstel, voor elk van de fiscale jaren waarop de uitspraak betrekking heeft.

Voor het fiscale jaar 2022

Pas op korte termijn via een wetswijziging het systeem zodanig aan dat wordt voldaan aan het arrest, waardoor de softwaresystemen van de fiscus tijdig kunnen worden aangepast.

Voor 2021

Omdat nog niemand aangifte heeft gedaan, kan hiervoor hetzelfde gelden als voor 2022.

Geef de fiscus en commerciële softwarebedrijven de tijd om dit te implementeren in het systeem en schort de aangiftetermijn op zodat we meteen met de juiste software de aangifte kunnen doen en de fiscus niet wordt geconfronteerd met bergen bezwaarschriften.

Voor 2017 tot en met 2020

Lang niet iedere belastingplichtige heeft voor 2020 al een definitieve aanslag gehad. En iedereen die vanaf nu een aanslag ontvangt en te veel box 3-belasting betaalt, zal bezwaar maken.

Handel het jaar 2020 voor iedereen af conform de nu oude regels, en leg gewoon aanslagen op. Geef daarna op basis van een wetsvoorstel iedereen de kans om een verzoek tot herziening box 3-aanslag 2017 tot en met 2020 in te dienen.

Let wel! Eén verzoek en niet vier verzoeken. De fiscus berekent vervolgens wat de teruggaaf wordt voor 2017 tot en met 2020 en beperkt zich daarbij dus tot box 3. Per betrokkenen wordt één teruggaafbeschikking afgegeven, niet vier.

Die berekening moet volgens een eenvoudige formule te maken zijn: splits spaargeld en overige bezittingen procentueel en herreken box 3-heffing. Verhoog de uitkomst met een vast rentepercentage en klaar.

Tot slot

Alleen zoiets lijkt werkbaar voor de fiscus. Het individueel afhandelen van elk bezwaarschrift, toeslagen corrigeren et cetera voor elk afzonderlijk jaar: dat werkt gewoon niet. En we moeten dan voor de werkbaarheid maar accepteren dat we die toeslagen, persoonsgebonden aftrek, erfbelasting et cetera niet corrigeren.

Dit alles laat nogmaals zien dat het huidige systeem van belastingen en toeslagen volstrekt onhoudbaar is: een uitspraak brengt meteen het gehele systeem aan het wankelen.

Voor de politiek geldt: neem je verantwoordelijkheid en overleg goed met de belastingdienst over uitvoerbaarheid. Het is nu of nooit.