Wybren van Haga: maak werk van stadsmariniers en haal wijkagent terug

26 oktober 2021Leestijd: 4 minuten
Politie. Foto: ANP

Er dreigt rampspoed in politieland: er zijn te weinig mensen om het werk goed te doen. Een noodkreet die korpschefs en burgemeesters in het hele land al vaker hebben laten horen. Agenten worden weggehaald uit de wijk, bureaus moeten dicht en tal van evenementen komen op de tocht te staan. Tijd voor extra handjes, vindt Tweede Kamerlid Wybren van Haga. Hij pleit voor stadsmariniers.

Korpschefs en burgemeesters in den lande hebben keer op keer gesteld dat het vijf voor twaalf is voor wat betreft de politiecapaciteit. ‘Het piept en het kraakt,’ is het alarmerende bericht van de lokale autoriteiten. Oud-burgemeester Johan Remkes (VVD) sprak begin 2020 in een brief aan minister Ferdinand Grapperhaus (CDA) van Justitie en Veiligheid over een tekort van 400 agenten in de Haagse regio: ‘We bevinden ons nu en volgend jaar op het dieptepunt van de bezetting.’ Een zorgelijke ontwikkeling, want als de verantwoordelijken voor de veiligheid deze niet meer kunnen garanderen, wie dan wel?

Superambtenaar zoals stadsmarinier is
oplossing voor veiligheidsproblemen

Foto: ANP

Wybren van Haga (54) is Tweede Kamerlid voor Groep Van Haga.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

De minister erkende destijds in een brief aan de Tweede Kamer dat er inderdaad sprake is van een ‘zware belasting’ van de politie. Vandaar dat een ‘structurele versterking van de politiecapaciteit noodzakelijk is’. Maar dat is niet zo maar geregeld, aldus Grapperhaus: ‘De realiteit is dat uitbreiding hiervan nu eenmaal tijd vergt.’

Bijna twee jaar na de noodkreet van Remkes, die onlangs de ruziënde partijen weer aan de formatietafel bracht, zijn de personeelstekorten bij de politie nog altijd gigantisch en wordt er gemarchandeerd met onze veiligheid. Er moet nu iets gebeuren, niets doen is geen optie. Daarom zouden – naar goed Rotterdams voorbeeld – de politie ontlastende stadsmariniers in alle grote steden moeten worden ingevoerd, of hun aantal uitgebreid. Vanuit het Rijk zouden daar ook direct middelen voor ter beschikking moeten komen.

Stadsmariniers zijn ‘superambtenaren’ die worden aangesteld om hardnekkige veiligheidsproblemen in bepaalde gebieden op te lossen. Deze goed opgeleide handhavers dienen zich te richten op het bestrijden van overlast op straat en op de zaken waaraan de politie, wegens gebrek aan mankracht, geen prioriteit kan geven. ‘De stadsmariniers, gewapend met vergaande bevoegdheden, een zak met geld en direct contact met het stadsbestuur en partijen als politie, justitie en (jeugd)zorginstellingen, zijn een doeltreffend middel om de veiligheid in Rotterdam te vergroten,’ was de conclusie van het onderzoek ‘Van urgentie naar noodzaak, positie en perspectief van de stadsmariniers in Rotterdam’ van de politieacademie.

Korpschef Aad Meijboom van de politie Rotterdam-Rijnmond deelt die conclusie. ‘De stadsmarinier is van groot belang voor de operationele programmasturing. Zodra-ie een bureau en personeel heeft, heeft-ie het niet begrepen.’

Rotterdam is voorbeeld in gebruik van stadsmariniers

Rotterdam heeft, alhoewel het maar enkele stadsmariniers kan budgetteren, door dat veiligheid een maatschappelijk issue is en niet alleen een politieaangelegenheid. Dat vergt een integrale aanpak van politie en partners, waarbij de stadsmarinier een aanjagende functie heeft. Hij spreekt partners erop aan als ze zaken niet nakomen. Juist op de wijken waar de sociale cohesie ontbreekt, moet de focus van de stadsmariniers komen te liggen. En daar is zat te doen. Want ondanks jarenlang kansloos en vooral miljoenen verslindend krachtwijkenbeleid, tieren mislukte integratie, werkloosheid, radicalisering, onveiligheid en schooluitval er nog welig.

Juist omdat Grapperhaus heeft aangegeven dat het op peil brengen van de politiecapaciteit tijd kost, moet hij inzetten op een tweesporenbeleid: én de capaciteit van de politie op orde brengen, én financiële middelen beschikbaar stellen om het aantal stadsmariniers fors uit te breiden. Te beginnen in de zeven grootste steden van het land.

Dodelijk drama Ypenburg komt voort uit minder zichtbare wijkagent

Afgelopen week hebben we aan het dramatische incident in de Haagse wijk Ypenburg kunnen zien waartoe minder zichtbaarheid van de wijkagent kan leiden. Een Poolse man is overleden, nadat hij door een 15-jarige jongen voor de tram werd geduwd. Een triest dieptepunt en gevolg van het feit dat de wijk al jaren stelselmatig overlast ervaart van jongeren die bewoners terroriseren.

Juist het gemis van een laagdrempelig aanspreekpunt van de politie werkt snel groeiende overlast en criminaliteit in de hand, zoals in Ypenburg.

Lees ook van Wybren van Haga: Laat ondernemend zakenkabinet puinruimen

Deze politiemannen en -vrouwen waren de vooruitgeschoven posten in de buurt en zorgden ervoor dat problemen in een vroegtijdig stadium werden herkend en aangepakt in samenwerking met andere wijkprofessionals. Om dit naar behoren uit te voeren, waren ze met grote regelmaat aanwezig in de wijk. De norm is – of beter gezegd, was – 80/20: 80 procent van de tijd actief bezig met wijkgericht werken en 20 procent met andere politietaken.

Wijkagent is nauwelijks inzetbaar door inrichting politieorganisatie

Lange tijd was dit het ideale plaatje, zoals het ooit was bedacht tijdens het vormgeven van de Gebiedsgebonden Politie (GGP). De werkelijkheid in 2021 is dat wijkagenten vaak maar een paar dagen per maand inzetbaar zijn in hun eigen wijk. In plaats van 80/20 lijkt nu 20/80 de norm te zijn. De andere taken slokken de meeste tijd op.

Dat heeft te maken met de huidige inrichting van de politieorganisatie, waar het gros van de basisteams kampt met een aanzienlijke onderbezetting. Om de ‘noodhulp’ draaiende te houden, moeten de ogen en oren van de wijk, de wijkagent, steeds vaker bijspringen om personele tekorten op te vangen.

Aan de formerende partijen voor een nieuw kabinet de opdracht om de tekorten bij de politie te lenigen en er als de wiedeweerga voor te zorgen dat de wijkagent is waar hij hoort te zijn: in de wijk!