Holocaustonderzoeker Kluveld: Universiteiten, behoud de banden met Israël

19 mei 2024Leestijd: 5 minuten
Free Palestine Maastricht (FPM) organiseerde op 21 oktober 2023 een pro-Palestijnse demonstratie op het Vrijthof. Foto: Jean-Pierre Geusens/HH/ANP

Het is tijd voor universiteiten om op te staan voor de waarden van academische vrijheid en tegen alles wat daarmee in strijd is. Geen capitulatie voor ongegronde en schadelijke aanklachten jegens de Joodse staat, schrijft Holocaustonderzoeker Amanda Kluveld.

Het is 2019. De verontwaardiging is terecht groot wanneer Thierry Baudet in zijn overwinningsspeech na de Provinciale Statenverkiezingen de Nederlandse universiteiten ervan beschuldigt dat zij ons kapot maken, de samenleving ondermijnen en niet beschermen wat zij juist zouden moeten beschermen. De minister van Onderwijs in deze periode, Ingrid van Engelshoven, noemt de beschuldiging ‘zeer kwalijk’. De samenleving, zo stelt zij, is gebouwd op het werk en de kennis van wetenschappers en docenten. We moeten de academische vrijheid beschermen, niet verdacht maken.

Deze reactie wordt ondersteund door een stroom aan opiniestukken en andere uitingen waarin de uitspraken van Baudet worden gehekeld. Daarbij wordt ook verwezen naar onze Oosterburen in de jaren 1933 en verder. In 2019 is Duitsland echter met iets heel anders bezig dan toen. De Bondsdag veroordeelt de BDS-beweging (Boycott, Divestment, Sanctions), die oproept tot economische en andere druk op Israël, als antisemitisch. In Nederland krijgt dit nooit navolging.

Waarom geen krachtig weerdwoord tegen ‘medeplichtigheid aan genocide’?

Het is 2024 en de universiteiten worden nu, door wat eufemistisch pro-Palestina demonstranten heet, van nog veel ernstiger zaken beschuldigd dan Baudet ooit deed: medeplichtigheid aan genocide. Vindt de huidige demissionaire minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf, deze aantijgingen eveneens zeer kwalijk zoals zijn voorganger? Schrijven docenten aan de universiteiten open brieven naar hun colleges van bestuur met de vraag of zij zich krachtig willen uitspreken tegen deze beschuldigingen? Buitelen de columnisten over elkaar om dit scherp te veroordelen? Nee. Niets van dit alles. Waar de beschuldiging van ondermijning zeer kwalijk werd geacht, is die van medeplichtigheid aan volkerenmoord klaarblijkelijk acceptabel en juist.

‘Onze studenten zijn goed geïnformeerd, teleurgesteld en boos: we moeten naar ze luisteren. Studenten die oprecht verontrust zijn over Gaza, worden beticht van dom of kwaadwillig gedrag. Door te focussen op de uitwassen, negeren we hun gerechtvaardigde eisen,’ stellen vijf collega’s van verschillende universiteiten in Trouw.

Wat wordt hier nu eigenlijk gezegd? Allereerst is duidelijk dat de collega’s het eens zijn met de zeer ernstige beschuldiging aan het adres van de instituten waar zij zelf deel van uitmaken.  Of zoals in een open brief van activistische collega’s van de Universiteit van Amsterdam wordt gesteld er zelfs de eigenaar van zijn. Hieruit volgt dat zij vinden dat de universiteiten en daarmee zijzelf medeplichtig zijn aan genocide.

Beschuldigingen van binnenuit

Hoe kan het zwijgen van de universiteiten, ja het omarmen van de zeer ernstige aantijgingen worden verklaard? Welnu, de beschuldigingen komen dit keer ogenschijnlijk niet van buiten de universiteit, maar van binnenuit. Dat van binnen moeten we letterlijk nemen. Zo houdt de organisatie Free Palestine Maastricht (FPM) al jaren kantoor aan de Universiteit Maastricht. Van daaruit bestookt het via Instagram het college van bestuur met de eis de BDS-lijn te volgen en alle banden met Israëlische universiteiten en andere onderzoeksinstituten te beëindigen. Het martelaarschap wordt daar in ‘chants’ bejubeld wat heeft geleid tot een hongerstaking waarmee bestuurders worden gechanteerd. De universiteit zou studenten laten verhongeren omdat zij de studenten niet hun zin geeft.

Ik zou dit optreden willen aanduiden als een talig universum van dwang en agressie tegenover Israël en zionisten. Nu hoor ik als het ware al mensen over elkaar heen buitelen met de slogan ‘kritiek op Israël is niet hetzelfde als antisemitisme’. Dat klopt, maar wat dan te doen als het dat wel is? Wanneer het bestaansrecht van de staat Israël wordt ontkend, is dat wel degelijk antisemitisch. Datzelfde geldt voor haat tegen zionisten. Wat doet haat sowieso in het zo hooggeachte academische debat waar deze studenten volgens hun docenten deel vanuit zouden maken? Dat brengt ons bij een diepere problematiek: de taal van de pro-Palestina genoemde studenten ofwel anti-Israël demonstranten.

De Duitse filoloog Viktor Klemperer, die de taal van het Derde Rijk analyseerde, toonde aan hoe taal kan worden gebruikt om ideologieën te verspreiden en te normaliseren. Hij observeerde dat de nazi’s taal gebruikten om hun ideologie te verankeren, emoties te manipuleren en de werkelijkheid te herschrijven. Klemperer merkte op dat de nazi’s bewust eenvoudige, herhalende en emotioneel geladen taal gebruikten om hun boodschap over te brengen. Ter vergelijking de leuzen die vandaag klinken: ‘Palestina, vrij, vrij, en zionisten, eruit, eruit’ of ‘Israel, Israel, shame, shame’ en ‘Disclose, divest, we will not stop, we will not rest’.

Opstaan voor academische vrijheid

De rol van academische vrijheid is het laten bloeien van vrij debat en onderzoek. Het verbreken van banden met Israëlische universiteiten en onderzoeksinstituten ondermijnt deze fundamentele waarde. Israëlische academici, waaronder velen die zich inzetten voor vrede en dialoog, zouden hierdoor worden geïsoleerd. Samenwerkingsprojecten die bijdragen aan wetenschappelijke vooruitgang en wederzijds begrip zouden worden stopgezet.

Wanneer ik deze bezwaren met collega’s bespreek, wordt tegen mij gezegd dat de boycot enkel de institutionele banden betreft, en niet mijn persoonlijke relaties met Israël. Echter, het verbreken van institutionele banden heeft verregaande gevolgen. Wetenschappers en studenten die afhankelijk zijn van deze banden, zullen direct worden benadeeld. Bovendien raakt dit ook persoonlijke relaties, aangezien individuen verbonden zijn aan deze instellingen. Wie zijn de studenten, wie zijn de bestuurders, wie zijn collega’s wel niet om mijn hechte banden met Israëlische universiteiten en onderzoeksinstituten, met wetenschappers en met de staat zelf te belasteren en te besmeuren? Waarom wordt dat toegestaan? Waarom zou ik verraad moeten plegen aan Israël dat om zijn naakte bestaansrecht vecht en dat sinds 1948?

Het is tijd voor universiteiten om op te staan voor de waarden van academische vrijheid en tegen alles wat daarmee in strijd is. Geen capitulatie derhalve voor volstrekt ongegronde en schadelijke aanklachten jegens de Joodse staat! Geen discriminatie of uitsluiting ook vanwege politieke standpunten of banden met Israël. Geen plaats voor antisemitisme, zionistenhaat, islamofascisme, glorificatie van Hamas en blut und boden-martelaarschap op de campus. Tot behoud van onze academische instellingen.