Enkele inzichten, twaalf jaar na de moord op Theo van Gogh

02 november 2016Leestijd: 4 minuten
Van Gogh Foto: ANP/KIPPA

Het is vandaag 2 november, een bijzondere dag in de geschiedenis van Nederland. Op 2 november 2004 werd de columnist en cineast Theo van Gogh op klaarlichte dag vermoord. De laatste woorden van de vermoorde opiniemaker en cineast mogen nooit worden vergeten: ‘Genade, genade, we kunnen er toch over praten.’

Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Theo van Gogh was totaal afgesloten van deze wereld. Hij was al op weg naar het islamitische paradijs. Deze weg werd door de Amsterdamse politie geblokkeerd: de jihadist werd levend gearresteerd.

De groep rond Mohammed Bouyeri werd als de Hofstadgroep aangeduid. Het strafrechtelijke onderzoek naar de Hofstadgroep kreeg de codenaam Arles. De zaak werd in drie instanties voor de rechter gebracht: de rechtbank in Rotterdam, het Hof in Den Haag en de Hoge Raad. De groep als geheel werd als terroristisch netwerk aangemerkt. Ook werden de meeste aangeklaagden veroordeeld wegens deelname aan op terrorisme geënte activiteiten. Tien jaar later trachtte men in de media een revisie te plegen op de rechtspraak en deze geschiedenis. Men presenteert de Hofstadgroep met de wijsheid van vandaag alsof ze toen niks voorstelden.

Nouriddin was ‘bang voor de politie’

NRC-journalisten Jutta Chorus en Ahmet Olgun hebben in 2011 de moeite genomen om een bezoek te brengen aan een belangrijk lid van de Hofstadgroep, Nouriddin El Fatmi. Hij woont nu in Marokko. Ook Nouriddin probeert de geschiedenis te herschrijven. Nouriddin was bij zijn aanhouding op 22 juni 2005 in Amsterdam in het bezit van een doorgeladen machinepistool Agram 2000, kaliber 9mm, met een patroonhouder met 22 patronen en een tweede losse patroonhouder met 31 patronen, een geluiddemper en een doos met 40 patronen. Met dit wapen kunnen 800 schoten per minuut worden gelost.

Niet de subsidies, en de flauwekul van sommige sociale wetenschappers maar de oude Plato veranderde de op een na de gewelddadigste jihadist van Nederland in een eerzame burger.

In het proces-verbaal van de recherche stond: ‘Het wapen werd door mij aan de buitenzijde geïdentificeerd als een machinepistool merk AGRAM 2000, kaliber 9mm. De veiligheidspal was niet geblokkeerd. De afvuurkeuze-pal stond op de stand volautomatisch.’ Op het Amsterdamse station Lelylaan kon hij, als hij daartoe de gelegenheid had gehad, dood en verderf zaaien.

Op de vraag van de rechter waarom hij zo’n wapen bij zich had, antwoordde Nouriddin na overleg met zijn advocaat: ‘Ik was bang.’ De rechter boog zich naar voren: ‘Voor wie was u bang?’ Nouriddin: ‘Op televisie werd mijn foto getoond, ik was bang voor de politie’. De rechter kijkt hem verbaasd aan: ‘Bang voor de politie?’

In hoger beroep stelde zijn advocaat dat hij het wapen bij zich had om zich te verweren tegen de ex-man van zijn vrouw. Het waren allemaal sharia-huwelijken. Nouriddin had een chronisch probleem met waarheid en waarachtigheid: hij legde bij verschillende instanties diverse en tegenstrijdige verklaringen af.

Een echte jihadist

Binnen de Hofstadgroep jaagde hij vrees aan bij een aantal leden van de groep. Men was bang voor hem. Hij was op dat moment een echte jihadist, een gewelddadige jihadist. Dit alles is door rechters vastgesteld. Als hij op 22 juni niet was verrast door het arrestatieteam, had hij met zijn volautomatische wapen een drama kunnen aanrichten.

Hij heeft zijn straf uitgezeten en werd daarna naar zijn vaderland Marokko teruggestuurd, waar hij in ieder geval tot 2012 wel in de gaten werd gehouden. In zijn interview met Chorus en Olgun zei hij destijds: ‘Ik ging om met de verkeerde jongens, gewelddadige jongens. Ik las de verkeerde boeken: boeken van islamitische geleerden die wilden dat ik het westerse systeem zou verwerpen en iedereen die ongelovig is.’

‘Ik las in die tijd ook: “Als iemand een kafir (ongelovige) is, moet je hem slachten,” maar dat is een theorie. Ik dacht aan mijn ouders, ik dacht aan mijn baas, de aannemer Ton Joorse. Die was geen moslim en toch een goede man. Ik heb er spijt van dat ik in het huis van B. ben geweest. Ik was een puber. Ik had alles wat Abu Khaled zei serieus genomen, maar ik ben er nooit echt van overtuigd geweest. Ik voelde me gebruikt.’

2014-07-24 00:00:00 DEN HAAG - De van ronselen voor de jihad verdachte Azzedine C. (L) spreekt tijdens een pro IS-demonstratie in de Haagse Schilderswijk. ANPHaags programma tegen radicalisering landelijk uitgerold. Lees meer >

Al deze woorden komen toch uit zijn mond niet erg geloofwaardig over. Ook de bewering dat hij met verkeerde jongens omging, wijst erop dat hij nog steeds niet eerlijk is. Een van de belangrijkste verkeerde jongens van de groep was juist Nouriddin zelf. Hij was destijds een bron van radicalisering, bovendien was hij een van de krachten die anderen aanspoorde om geweld te gebruiken.

Hoe Jason W. wel deradicaliseerde

Hoe en wat Nouriddin is, is niet langer relevant voor ons.  De toepassing van de gevangenisstraf heeft in sommige gevallen geholpen. Misschien ook in het geval van Nouriddin.

Wie daadwerkelijk gederadicaliseerd is, is Jason W. Hij is oprecht van mening veranderd. Jason begon in de gevangenis te twijfelen aan het islamisme. Hij ging boeken lezen en filosofie studeren. Plato, zo vertelde hij mij, bracht in hem denken en twijfel voort. Plato en de rede leidden tot de innerlijke verandering in Jason.

Niet de subsidies, en de flauwekul van sommige sociale wetenschappers maar de oude Plato veranderde de op een na de gewelddadigste jihadist van Nederland in een eerzame burger. Ik ben ontzettend trots op Jason: de omhelzing van de rede en het leven.

De Hofstadzaak bewees het nut en de werking van de strafrechtspleging. Ook Theo zou blij geweest zijn met Jasons verandering.