NOS-incident: Hollandse opvatting over openheid is zeer riskant

02 februari 2015Leestijd: 4 minuten

De NOS moet open en toegankelijk zijn. Maar voor wie? Het gebouw moet slechts open en toegankelijk zijn voor mensen die daar iets te zoeken hebben. Er wordt nogal wat onzin verkondigd in de discussie over veiligheid.

Het Achtuurjournaal produceerde slecht één nieuwsbericht: het Journaal. Er was geen Journaal. Voor de eerste keer in hun zestigjarige bestaan konden de NOS-journalisten geen Journaal uitzenden. Dergelijk nieuws zullen we niet snel vergeten.

Een student kwam met een nepwapen het NOS-pand binnen en eiste zendtijd. Daarbij gijzelde hij een bewaker van het gebouw.

Geweld en de dreiging van geweld zijn het Mediapark niet vreemd. Op 6 mei 2002 vermoordde Volkert van der Graaf Pim Fortuyn. Ook de moord op Fortuyn ging ontzettend makkelijk.

De moordenaar was een half-autistische, van zijn eigen gelijk doordrongen persoon die net als deze negentienjarige student zendtijd eiste. Hij deed dat met een paar kogels, om Nederland en de wereld te behoeden voor een groot gevaar, namelijk Pim Fortuyn.

Vaste klant

Op 29 januari 2015 liep het goed af. Gelukkig maar. De NOS-indringer heet Tarik Zahzah. Dat is voortaan zijn officiële titel: de NOS-indringer. Wat een prachtige vondst.

Na de moord op Fortuyn werd een aantal zware maatregelen genomen ter beveiliging van het Mediapark. In Hilversum werd een speciaal politieteam opgericht, het Mediateam. Sinds 2004 ben ik een van hun vaste klanten.

Ik ken ze goed en heb zelf mogen waarnemen hoe dit team zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Ze hebben zich verdiept in alle aspecten van het Mediapark.

Aangescherpt

Aan het Mediapark kleven twee soorten risico’s: de latente, maar toch altijd aanwezige dreiging vanwege de studio’s waaruit live kan worden uitgezonden, en de frequente aanwezigheid van politici en andere bekende Nederlanders.

Om deze dreiging af te wenden, zijn al enkele maatregelen genomen.

Na de aanslagen in Parijs merkte ik dat de beveiliging van het Mediapark werd aangescherpt. Ik zal niet de mening weergeven van de agenten die ik de afgelopen tien jaar geregeld heb gesproken. Ik maak hier slechts een zelfstandige analyse van het veiligheidsvraagstuk op het Mediapark.

Als zich in Nederland een veiligheidsincident voordoet, horen we twee standaardreacties: 1) we moeten een open, en voor iedereen toegankelijk land blijven. En 2) dit soort incidenten is moeilijk te voorkomen.

Onjuist

Beide uitspraken over veiligheidsvraagstukken, vooral gerelateerd aan politiek geweld, zijn pertinent onjuist. Natuurlijk moet een democratisch land een vrij, open en toegankelijk land zijn.

Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar ook voor de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, Duitsland en andere democratische landen. Maar wat bedoelen we precies met een ‘open en toegankelijk land’? Wat is deze openheid?

Allereerst heeft deze openheid betrekking op rechtspraak, bestuur en wetgever. Burgers moeten op elk gewenst moment in contact kunnen komen met deze instanties. Dat is niet in het geding.

Waarborg

Ook moet iedereen zich in alle vrijheid in de publieke ruimte kunnen bewegen, uitzonderlijke situaties uitgezonderd. Dit alles is nooit in het geding geweest.

Maar impliceert openheid ook de ongecontroleerde toegang tot alle gebouwen in Nederland? Nee. Controle en beveiliging bij een gebouw doen geen inbreuk aan de openheid, maar zijn een waarborg voor de democratische openheid.

Dat kan betrekking hebben op brandveiligheid, diefstal, terrorisme, vandalisme, et cetera. De NOS is een bedrijf dat door de overheid wordt gefinancierd. De werknemers zijn geen ambtenaren; ze voeren de taken uit die hun door de overheid zijn opgedragen.

Dure apparaten

Uit hoe wijd de deuren van de NOS openstaan, kunnen we de openheid van Nederland niet afleiden. De gebouwen van de BBC en vergelijkbare mediagebouwen in Duitsland en België worden van binnen en van buiten heel zwaar bewaakt.

Wie er niets te zoeken heeft, moet er niet naartoe gaan. Eigenlijk geldt voor het Mediapark hetzelfde. Er is daar een media-industrie gevestigd, met journalisten, technici en zeer dure apparaten. Vanwege het terrorisme is het Mediapark een risicogebied, en daarom moet het proportioneel, maar stevig worden bewaakt.

Repressief

Het argument dat dit soort incidenten niet te voorkomen is, is onjuist. Iedereen weet dat een honderd procent veiligheidsgarantie niet bestaat. Toch worden dagelijks de meeste incidenten door de overheidsdienaren en particuliere beveiligers voorkomen door preventief en soms ook repressief op te treden.

Dat geldt ook voor een benzinestation, waar gepaste maatregelen bestaan ter bescherming van medewerkers en bezoekers. Dat vind iedereen normaal. Waarom geldt die veiligheidslogica niet voor de beveiliging van het NOS-gebouw?

Dan wordt gezegd: de NOS moet open en toegankelijk zijn. Maar voor wie? Het gebouw moet slechts open en toegankelijk zijn voor mensen die daar iets te zoeken hebben.

Kunstzinnig

Zolang het geweldsmonopolie bij de staat berust, moet de staat noodzakelijke en redelijke veiligheidsmaatregelen nemen die de kans op een aanslag kunnen beperken. Daartoe is de staat opgericht: de effectuering van het geweldsmonopolie.

De Hollandse opvatting over de openheid is eerder een kunstzinnige dan een politieke benadering. Door het kopieergedrag van terroristen en psychopaten zijn de journalisten en de bezoekers van het Mediapark nog meer in gevaar dan voorheen.