Welke Haagse politici doen het goed, welke doen het slecht?

08 september 2015Leestijd: 13 minuten
'Rijksoverheid/Arenda Oomen'

Het tweede kabinet-Rutte blijft maar zitten, alle voorspellingen dat het zou vallen ten spijt. Welke bewindslieden doen het goed en welke slecht? En hoe zit dat met andere Haagse spelers? Elsevier vroeg het aan 25 insiders.

Hét moment van het politieke jaar viel op 5 maart, even na negen uur ’s avonds. In het verkiezingsdebat op RTL 4 zei premier Mark Rutte (VVD) volmondig ‘ja’ op de stelling dat jihadstrijders beter in Syrië kunnen sneuvelen dan dat ze naar Nederland terugkeren om aanslagen te plegen. Zijn uitdagers reageerden verbolgen: ‘Een premier onwaardig.’

Maar de VVD – geplaagd door allerlei integriteitsaffaires – zat weer in de lift en won twee weken later de Provinciale Staten­verkiezingen. Wel mist Rutte II in de Eerste Kamer nog steeds een meerderheid. Zelfs met D66, ChristenUnie en SGP lukt dat niet meer. De invloed van alle partijen versnippert nog meer, waardoor de iets grotere VVD toch domineert.

Op de balans van het Binnenhof is Rutte al met al een stijger, zij het met een kant­tekening. De premier overleeft door roofbouw te plegen op zijn geloofwaardigheid. Want wat deed hij na die campagne­uitspraak om het gevaar van jihadstrijders te keren? Het kabinet besloot om de Koninklijke Luchtmacht behalve in Irak, ook in Syrië te laten bombarderen. Maar dit ligt lastig bij de PvdA en dus gaat het voorlopig niet door.

Geen cent naar de Grieken; Volkert van der Graaf komt niet op vrije voeten; de hypotheekrenteaftrek is veilig; 1.000 euro voor de werkende Nederlander. Rutte sleept een lijst verbroken beloften achter zich aan.

Voor de jaarlijkse Stijgers & Dalers consulteerde Elsevier 25 politieke insiders uit de middelgrote partijen. Invloedrijke Kamer­leden, geslepen kabinetsleden, gewiekste spindoctors, adviseurs uit de ‘bontkraag’ van de ministers, doorgewinterde lobbyisten – zij gaven vrijmoedig hun taxaties prijs onder het strikte beding dat hun naam niet wordt genoemd. Met verbazing stellen ze vast: ‘Rutte is de juiste man om het zaakje overeind te houden.’ Althans, voorlopig.

In het laatste Griekenland-debat viel hij lelijk door de mand. Hij reageerde kribbig. De VVD-fractie spartelde tegen en dat zal vaker gebeuren. Hij kan straffeloos beloften breken, maar ooit is het een brug te ver. Maar voorlopig is het met het kabinet-Rutte net als met de politieke tv-serie House of Cards: voortdurend spanning en drama, maar er is altijd een volgende aflevering.

Rutte denkt bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 alles weg te poetsen met belastingverlagingen en economisch herstel. Hebben de kiezers die meevallers straks niet al ingecalculeerd? Schrijven ze de groei nog wel toe aan de politiek en aan de minister-president in het bijzonder? Nieuwe problemen kunnen Ruttes optimisme verzieken. De toestroom van asielzoekers bijvoorbeeld. Maar, so far, so good.

De paradox van Rutte II is dat de meeste VVD-bewindslieden in stilte dingen bereiken, terwijl hun PvdA-collega’s juist heel vocaal zijn en weinig wapenfeiten boeken.

Neem Melanie Schultz. Melanie Wie? De VVD-minister van Infrastructuur en Milieu. Behalve over het verhogen van de maximumsnelheid naar 130 kilometer per uur hoor je haar nergens over. ‘Maar ze is gevaarlijk effectief,’ zeggen de progressieven. Schultz loodste zonder enig rumoer de Omgevingswet door de Kamer, waardoor de procedures in de ruimtelijke ordening enorm worden versneld en versoepeld.

Neem ook zorgminister Edith Schippers (VVD). De Kamer schreeuwt moord en brand, maar zonder blikken of blozen doet ze haar ding: macht verschuiven naar verzekeraars, die de medische kosten en dus de premies drukken. Vlak voor Kerst werd het haar ineens te veel en wilde ze aftreden. ‘Ze speelde hardball. Drie PvdA-senatoren eisten een vrije artsenkeuze en boekten een pyrrusoverwinning.’

Schippers drukte door, maar de vraag bleef waarom ze de zaak zó op scherp had gezet. Op de shortlist van VVD-kroonprinsen steeg Schippers niet. Weinig relevant. Iedereen voelt dat Rutte in 2017 toch weer de VVD-­lijst trekt.

Jeanine Hennis (Defensie) bedrijft al parachutespringend handige pr. VVD’ers mopperen dat ze geen leiding nam bij ‘rechtse hobby nummer 1’: een hoger defensiebudget. De tijd was rijp, VVD-fractieleider Halbe Zijlstra gaf de voorzet. Om de PvdA niet voor het hoofd te stoten, regelde Zijlstra dat SGP-leider Kees van der Staaij een motie indiende en de kar trok. Waardoor de VVD nu – 375 miljoen euro extra voor Defensie – geen resultaat kan claimen.

Hennis zat moeilijk: ‘Zou zij zich manifesteren met gedurfde plannen, dan ligt de PvdA meteen dwars.’ Bovendien heeft ze een departement waar altijd tegenvallers opborrelen. ‘Je kunt niet de ene dag extra straaljagers bestellen en de volgende dag melden dat de soldaten bij gebrek aan losse flodders “pang pang” naar elkaar roepen.’

VVD’er Stef Blok is ‘minister stug en stilletjes’. Hij gaat over de volkshuisvesting en zou in theorie de aantrekkende woningmarkt kunnen uitroepen tot VVD-prestatie. Maar Blok doet niet aan verkooppraatjes en blijft liever ploeteren om de huursector te liberaliseren en de woningcorporaties af te romen. Desondanks een plusje: ‘Drogist Geelhuizen doet precies wat hem is opgedragen en binnen de opgegeven tijd.’

Henk Kamp op Economische Zaken had een moeilijk jaar. Sterk bestuurder wegens prijzenswaardige betrouwbaarheid. ‘Het spiegelbeeld van Rutte.’ Maar dit rechtlijnige imago bleek een last in de gevoelige kwestie van het Groningse gas.

Kamp ging onverschrokken naar het bevingsgebied. Het beeld van een halsstarrig minister werd aldoor sterker: ‘Met een vaart van 100 kilometer in de richting van een blinde muur.’ Het eind van het liedje: minder Gronings gas, minder Russisch gas en helemaal geen schaliegas, terwijl iedereen ’s ochtends een kwartier onder de douche staat. Kamp propageert nu meer Noordzeegas, maar de PvdA blokkeert dit.

Rutte profileert zich als kampioen van de onder­nemers, terwijl de minister van Economische Zaken de BV Nederland moet verpersoonlijken. Toch blijft Kamp daar populair. ‘Zakenlui houden van straight.’

Ard van der Steur (VVD) verving dit voorjaar op Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten, die ‘alleen nog maar brommende geluiden produceerde’. Van der Steur was in de Kamer uitgegroeid tot de grote mijnheer van de Justitie-commissie, die hem nog altijd als ‘eentje van ons’ ziet. Dat kwam goed uit bij het rapport over de moord op oud-minister Els Borst (D66).

Van der Steur was politiek verantwoordelijk voor de serie blunders bij politie en justitie. Maar het zou bizar zijn om hem meteen te laten vallen. Hij krijgt wel last van de sores bij politie en justitie. Hij is te veel een corpsbal om te kunnen doorgaan voor ‘crimefighter’. Maar hij paait Kamer­leden met etentjes in kasteel Warmond – waarin hij een appartement bewoont.

Onzeker

De PvdA-ministers volgen een totaal ander stramien dan VVD’ers. Zij claimen beleidsdaden en trekken maximale aandacht. Wat bereiken ze nu echt? Tja, dat valt tegen.

Met Lodewijk Asscher gaat het minder goed dan vaak gedacht. Zeker, hij geldt als een dijk van een minister van So­ciale Zaken. Zijn zalvende woorden gaan erin als koek. Maar levert hij ook? De effectiviteit van zijn wetgeving – vooral de ‘flexwet’ – is onzeker. Van zijn banenplannen zijn alleen de kosten duidelijk. ‘Lodewijk streeft altijd naar dingetjes als peuteropvang en vaderschapsverlof. Dat moet dan uit het extra geld voor de zorg betaald worden.’

In de integratiekwestie van Turkse Nederlanders greep hij een rapport aan om de VVD rechts in te halen. Nadat twee Kamerleden van Turkse origine de PvdA-fractie hadden verlaten, draaide Asscher 180 graden bij. Medestanders vergoeilijken: ‘Aan moraliserende politiek is ook behoefte.’

Opvallend hoe de PvdA-man op Sociale Zaken de band met de FNV laat versloffen. Eens was de vakbeweging de PvdA-machtsbasis. Nu rukt de SP op, vooral in de ambtenarenbond. Asscher belt hooguit met FNV-voorzitter Ton Heerts. Daar blijft het bij. Als vicepremier strijkt Asscher bekwaam plooien glad, al kreeg hij tijdens de kerstcrisis Adri Duivesteijn niet in het gareel.

Jeroen Dijsselbloem (Financiën) had als voorzitter van de Eurogroep een voortreffelijk jaar. ‘Onderhandelen met Varoufakis. Ga er maar aan staan!’ Zijn begrotingszaakjes heeft-ie prima op orde. Wel zijn er drie rottigheidjes. In de kwestie van de salarisverhoging bij ABN AMRO, bij de gouden handdruk voor NS-baas Timo Huges en in de zaak van de Brusselse naheffing draaide Dijsselbloem zich eruit met rammelende verklaringen.

Gelukkig voor Dijsselbloem raakt dit alles niet de kern van Financiën. ‘Een karakterdingetje. Als-ie in een klem zit, slaat hij wild om zich heen. Hij merkt meteen zijn fout, maar dan is het al te laat.’

Bert Koenders kwam zijn eerste jaar op Buitenlandse Zaken zonder kleerscheuren door. De ambtenaren moeten nog aan hem wennen. Ze waren de doortastende Frans Timmermans gewend. Nu blijven zaken liggen, want ‘de minister is op reis’. Koenders is sowieso geen snelle beslisser.

In afwezigheid van Koenders besloot het kabinet in mei tot inzet van de Koninklijke Luchtmacht boven Syrië, al moest een volkenrechtelijke studie dit nog billijken. Nu verlangt Koenders bovendien een toekomstvisie op Syrië. De chef diplomatie als sint-juttemis.

In de Tweede Kamer oogst Koenders waardering. Timmermans kon hooghartig zijn. Koenders is altijd charmant. Rechtse partijen constateren tevreden: ‘Koenders is natuurlijk veel linkser dan hij zich durft voor te doen.’ Intussen lost de minister dagelijks een salvo persberichten. In de trant van ‘Minister Koenders ernstig bezorgd om situatie in Kigali’ of ‘Minister Koenders: reactie Moskou is onder de maat’. Iedereen is er snel klaar mee: ‘IJdelheid kent geen tijd.’

Lilianne Ploumen blijft verrassen. Alle insiders zijn heel positief over hoe zij Buitenlandse Handel combineert met Ontwikkelings­samenwerking. De PvdA is opgelucht dat ze geruisloos miljarden bezuinigt. Ze snoeit meer op hulp dan Rutte in het kabinet met Geert Wilders (PVV) was overeengekomen.

Opvallend is hoe de PvdA-minister zich manifesteert op momenten dat ze Koenders vervangt. ‘Doet ze beter dan Koenders zelf en gaat het over militaire missies, dan straalt ze meer uit dan Hennis.’  Als oud-partijvoorzitter helpt Ploumen binnenbrandjes blussen.

Jet Bussemaker op Onderwijs oogst meer waardering dan in het begin van haar ambtsperiode. ‘Het departement bulkt van het geld en ze mag duidelijker zeggen waar het allemaal naartoe moet.’ Haar visie op hoger onderwijs rekent niet keihard af met het ‘rendementsdenken’, maar behalve voorzitter Hans Spekman is de PvdA tevreden.

Ten slotte Ronald Plasterk op Binnenlandse Zaken. Grote fouten, zoals eerder in de inlichtingenkwestie, bleven dit jaar uit. Maar Plasterk komt er niet bovenop. Iedereen vindt het sneu, maar de politiek is ook een ambacht van gunnen en misgunnen. ‘Daler? Het is veel erger. Ze nemen hem niet meer serieus’. Wat kan hij nog? De cao voor de ambtenaren? Sint-Maarten?

Allemaal lastig. Plasterk probeerde het nog met ‘Agenda Stad’, een braaf stuk waarover iedereen de schouders ophaalt. Naar verluidt zou hij terugkeren naar de wetenschap: rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam. In zijn partij klinken andere geluiden: ‘Ronald komt straks weer op de lijst.’

Staatssecretarissen

Bij de staatssecretarissen zat VVD’er Eric Wiebes (Financiën) met een tikkende tijdbom. VVD en PvdA zouden nooit een akkoord bereiken over een nieuw fiscaal stelsel. ‘Als een verstrooide professor liep hij rond met het explosief en uiteindelijk is het op een ongevaarlijke plek tot ontploffing gebracht.’

Wiebes is te slim. ‘Geef hem een gordiaanse knoop en hij zal ‘m ontwarren.’ Hij moet afleren hardop te denken. Als VVD-bewindsman moet je bijvoorbeeld nooit zeggen dat ‘de auto natuurlijk een fiscale melkkoe blijft’. Maar iedereen houdt van ‘m.

Van VVD’er Sander Dekker wordt weinig vernomen. Hij roept dat Hilversum op de schop gaat, maar de omroepen gebruiken de kleine lettertjes. ‘Logisch, voor de VARA staat de PvdA nog altijd pal.’

VVD’ers zien een grote toekomst voor Klaas Dijkhoff, nieuw op Veiligheid en Justitie. Hij kan zich op de hoofdpijnportefeuille bewijzen, maar mag zich niet laten overvleugelen door de pas ingestelde ministe­riële commissie asielzaken en ‘hij moet niet telkens uit Brussel terugkeren als een brave leerling in de Europese klas’.

Absolute daler onder de staatssecretarissen is PvdA’er Martin van Rijn (Zorg). Nog altijd een vaardig bestuurder, maar die netelige pgb-kwestie van de Sociale Verzekeringsbank had hij nooit naar zich toe moeten trekken. Partijgenoot Jetta Klijnsma van Sociale Zaken was hiervoor verantwoordelijk. Waarom wilde Van Rijn deze klus opknappen?

Drie verklaringen doen de ronde. Van Rijn onderschatte het volkomen. De PvdA-top wilde het zo, omdat de als ronduit zwak bekend staande Klijnsma er sowieso een zootje van zou hebben gemaakt. Of, intrigerend ook: Van Rijn werd erin geluisd. Klijnsma lijkt met haar ‘Grote grutjes!’ een kleuterjuf uit de jaren vijftig, maar in de wandelgangen is bekend dat ze listig haar straatje schoonveegt. ‘Soms doet ze of ze het niet snapt, maar dat is haar manier om in onderhandelingen niks toe te geven.’ Enfin, Van Rijn zit met de pgb-sores en de PvdA heeft electoraal veel last van hem.

Sharon Dijksma (Economische Zaken) loodste de Natuurwet door de Kamer als een bouwwerk van 150 amendementen. Knap hoe ze de landbouw – potentiële splijtzwam tussen VVD en PvdA – onder de radar houdt en de Partij voor de Dieren geen kansen biedt. Zij zal nooit doelpunten scoren, maar het PvdA-team kan een solide verdediger heel goed gebruiken.

Partijgenote Wilma Mansveld (Infrastructuur) heeft het moeilijk met de spoorwegen. Zij gaf tijdens de Fyra-enquête toe de Kamer herhaaldelijk verkeerd te hebben geïnformeerd. Dat kan haar nog lelijk opbreken.

Elsevier nummer 37, 12 september 2015