De tuin van Bastiaan Ragas: ‘Ik vind bomen echt fantastisch’

29 maart 2023Leestijd: 7 minuten
Bastiaan Ragas koestert zijn wilde tuin. Foto: Suzanne van de Kerk

Al ruim tien jaar koestert Bastiaan Ragas (52) zijn wilde tuin. ‘Het liefst had ik een arboretum.’

‘Ik heb dit huis eigenlijk vanwege de tuin gekocht,’ zegt Bastiaan Ragas, zanger, presentator, schrijver en musical­acteur. Zijn vrijstaande huis, een bungalow uit de jaren vijftig die op een duin ligt, wordt omgeven door een heuvelige tuin van 5.000 vierkante meter. Er staat een klein kantoortje, waar Ragas zijn gasten ontvangt. Buiten scharrelen wat kippen, je hoort ze kakelen en pruttelen. Vanaf het voorjaar is het hier een bloemenzee.

Toen hij hier kwam wonen met zijn gezin, zag het er heel anders uit. De tuin was ontworpen door de bekende tuinarchitect Mien Ruys en lag dus vol met haar handelsmerk: bielzen en, zoals Ragas zegt, ‘perkjes en grindtegels en dingetjes’. Niet naar zijn smaak.

‘Ik ben een romanticus en houd van de Engelse landschapstuin, met slingerende paden waardoor je steeds wordt verrast. Ik ben begonnen met de bielzen eruit te halen en de terrasjes. Langs de oprit heb ik allemaal stinzengewassen geplant, oude gewassen die al eeuwen in Nederland worden gebruikt. En ik spuit nooit.’

Maai Mei Niet!

EW voert actie! Tot begin juni vindt u elke week een artikel over één thema: maaien. Of beter, niet maaien. Dan krijgen bloemen en insecten meer kans en dat zorgt voor herstel van de biodiversiteit. En eigenlijk is een grasveld met bloeiende bloemen ook veel mooier dan een strak gazon.

 

Meedoen met Maai Mei Niet? Meld u hier aan!

De favoriete winkel van Ragas is het tuincentrum

Als jongetje was hij thuis de enige met groene vingers en hij had in de tuin van zijn ouders een eigen tuintje, waarin hij een vijvertje had gemaakt en allerlei planten in zette, om te zien wat het wel en niet deed. Soms sloeg het aan, soms niet. ‘Dat is het mooie van de natuur: die regelt het zelf. Planten die hier niet horen, gaan dood.’

Hij werkt eigenlijk nog steeds als dat jongetje van vroeger, al heeft hij nu een groter tuintje waar hij gek op is. Maar net als vroeger schept hij wel eens ergens een leuke plant uit de berm en zet die dan in zijn tuin.

Zijn favoriete winkel is het tuincentrum. Daar gaat hij bijna elke zaterdag naartoe en koopt dingen die hij eigenlijk niet echt nodig heeft. ‘Ik heb zes verschillende soorten hakbijlen.’

Toen hij hier kwam wonen, was de tuin de hele winter grijs en leeg. Ragas heeft er groenblijvende struiken in gezet: olijfwilg die enorm hard groeit, hij wijst op de meterslange nieuwe scheuten. Taxus, rododendrons, vuurdoorns.

‘Als ik helemaal opnieuw had kunnen beginnen, dan had ik er een duintuin van gemaakt. Maar er stond al te veel in om weg te halen. Nu heb ik een hoekje vrijgemaakt waaraan ik niets doe, dan kijk ik wel wat er gebeurt. Dat is mijn duinpantuin.’

‘Ik zaai ook veel bloemensoorten, maar alleen inheems’

Maaien doet hij ook bijna nooit. ‘Ik heb een behoorlijk grasveld en ik maai het pas eind mei. Dan wordt het te hoog. Maar wat er allemaal in staat! Krokusjes, pinksterbloemen, madeliefjes, paardenbloemen, fluitenkruid. Prachtig. Ik zaai ook veel bloemensoorten, maar alleen inheems, dus wat hier hoort, al ga je dan wel een beetje voorbij aan de natuur. Want die doet ook van alles. Juist dat vind ik zo fantastisch aan de natuur, het is elke keer verrassend wat er opkomt.’

Voor Ragas is het onbegrijpelijk dat mensen hun gazon elke week maaien. ‘Ergens heeft iemand ooit bedacht dat je geen bloemetjes in je grasveld mag hebben. Dat is dan lelijk. Het moet een soort golfbaan zijn. Dus prima: Maai Mei Niet.’

Meedoen met Maai Mei Niet? Vul het inschrijfformulier in (lees hieronder verder)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Bastiaan Ragas (Lisse, 1971) begon op school met zijn eerste bandje. Zat in boyband Caught in the Act, maakte in 2000 zijn eerste solo-album. Presenteerde diverse programma’s op radio en tv en schreef een aantal boeken. Trad op in musicals en speelde in series als Gooische vrouwen. Werd in 2012 ambassadeur van Natuurmonumenten.

Hij noemt zijn manier van tuinieren ‘begeleid nonchalant’, maar hij is er wel veel mee bezig. En met resultaat. Sinds hij de boel hier naar eigen smaak heeft ingericht, is het aantal vogels enorm toegenomen, want die kwamen op de insecten af, die weer op de bloemen af kwamen. En niet alleen vogels hebben zijn tuin gevonden. Hij heeft een marter, en op sommige plekken heeft hij vijvertjes gemaakt, waar af en toe ’s nachts een vos komt drinken. ‘Dat kon ik zien via mijn wildcamera.’ In die vijvertjes kwamen meteen allemaal beestjes: de watersalamander heeft hij al gezien. Er is maar weinig echte natuur in Nederland, zegt hij. Maar deze tuin komt een heel eind.

De kippenfamilie die hier rondloopt, is helaas behoorlijk uitgedund door die vos: van elf exemplaren terug naar drie, die wel vanochtend twee eieren hebben gelegd. Ze worden nu ’s avonds in een afgesloten kooi gestopt.

Van die strakke ‘Piet Boon-tuinen’ snapt hij niets

Ragas doet alles in zijn grote tuin zelf, – ‘rommelen’ noemt hij dat. Hij snoeit alleen soms de heg en legt dat snoeisel onder die heg. Daar komen dan weer allemaal dieren op af om in te nestelen. ‘Ik snap niet dat mensen met een tuin, een heel grote bak hebben voor het tuinafval. Dat vinden ze dan vies of zo, ze gooien het weg en kopen vervolgens bij de supermarkt een vetbol voor insecten. Terwijl er juist allemaal insecten, mollen en vogels in dat afval gaan zitten.’ Een insectenhotel? Hier niet nodig. Omgevallen bomen blijven liggen, daar kruipen meteen insecten en andere beestjes in.

Van die strakke ‘Piet Boon-tuinen’ snapt hij niets. ‘Ieder zijn ding, maar ik vind het afschuwelijk. En die woonwijken ook: alles is recht, stenen, nergens een boom. Of hoogstens eentje die zijn blad verliest en dus een half jaar kaal is.’

Het liefst had hij zijn eigen arboretum, met allerlei verschillende bomen. Met trots wijst hij een sequoia aan die hij als piepklein plantje meenam uit de Verenigde Staten en die nu meer dan 2 meter hoog is. Voor zijn overleden zwager plantte hij een Amerikaanse eik. Er staat een Japanse esdoorn, sparren, eiken en beuken. Hij is enorm blij met de grote oude beuk voor zijn kantoortje. Daar lagen eerst allemaal grindtegels omheen, maar nu staat hij gewoon in de aarde.

Wat betreft zijn bomenliefde noemt Ragas zich ‘een soort prinses Irene’

Ragas noemt zichzelf wat zijn bomenliefde betreft, ‘een soort prinses Irene’. Het mooie van bomen is ook, zegt hij, dat ze een investering in de toekomst zijn. Als wij er niet meer zijn, staat zijn sequoia er nog.

‘Ik vind bomen echt fantastisch en dan vooral eiken. Ik snap ook echt niet dat mensen moeiteloos het verschil weten tussen merken als Gucci en Versace, maar niet tussen een eik en een beuk. Dat is toch raar? Of ze zeggen: “O, ben je al in dat-en-dat restaurant geweest?” Nee, maar weet jij wat een eik is? Bij mijn kinderen heb ik het er echt ingeramd, die kennis.’

Boeken lezen over tuinieren, doet hij amper. ‘Het is een kwestie van doen. Geduld hebben en niet bang zijn voor rommel.’

Bekijk ook de video’s van Bastiaan Ragas over zijn tuin:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."