Voorkomen dat EU kant van ‘staat’ opgaat

31 januari 2020Leestijd: 3 minuten
Premier Mark Rutte na de ministerraad. Foto: ANP

De macht binnen de Europese Unie zit volgens premier Mark Rutte (VVD) niet in Brussel, maar in de hoofdsteden. En dat moet wat Rutte betreft zo blijven. Voorkomen moet worden dat de Unie meer ‘staatsgeoriënteerd’ raakt.

Rutte sprak op zijn wekelijkse persconferentie over Brexit, precies op de dag dat de Britten de Unie verlaten. Gevraagd of uit het Britse vertrek lessen kunnen worden getrokken, begon Rutte meteen over migratie. ‘Een van de zaken waar de Britten zich grote zorgen over maken, is de migratie. Een onderwerp waar ook dit kabinet volop mee bezig is.’

De Europese Commissie had het thema ook op de agenda gezet. Rutte had er deze week  nog over gesproken met de betrokken eurocommissaris.

De minister-president werd ook bevraagd over de atmosfeer in Brussel. Wordt  er wel beseft dat de ontevredenheid ook elders wortel heeft geschoten en mogelijk ook in andere landen kan leiden tot de wens de Unie te verlaten? Zeker gezien de geringe betrokkenheid van burgers met de Europese besluitvorming?

Rutte scheerde langs die vraag en zei dat de macht niet in Brussel zit. ‘De macht staat hier. Mijn plekje nu. En Merkel in Berlijn en Macron en de regeringen. Dus de macht ligt bij de lidstaten. Het is geen federatie. Het is een vereniging van soevereine landen die samenwerken.’

‘Democratische onhandigheden’ in de EU

Hij erkende dat in ‘die vereniging’ veel mis is. Zo zitten er volgens hem ‘democratische onhandigheden in omdat je met regeringsleiders of met ministers bij elkaar zit en soms met meerderheden, soms met unanimiteit tot besluiten komt en dat betekent dat dat niet altijd volledig transparant is naar de nationale parlementen.’

Ook ziet hij in Brussel een aandrang onder sommigen om de hele dag Ode an die Freude te zingen, het officieuze Europese volkslied, maar er zijn volgens hem ook genoeg realisten.

Gevraagd of hij begrip had voor het patriottisme van de Britten die soevereiniteit belangrijker vinden dan de welvaart in hun land, zei Rutte dat er geen sprake van is dat landen in de Unie soevereiniteit inleveren. Sinds het Verdrag van Lissabon was elk land weer eigen baas, omdat daarin is geregeld dat landen ook uit de Unie kunnen. Hij herinnerde eraan dat de Britten gedurende de eurocrisis nog in staat waren gesteld om niet mee te doen aan Europese maatregelen om de euro te redden.

‘Ik ben ook een patriot’

Over het patriottisme zei Rutte: ‘Ik ben ook een patriot: ik hou van dit land en mijn trots zit in Nederland, niet in Europa. Er zijn heel weinig mensen die een nationaal gevoel bij Europa hebben. Vanuit de geschiedenis is dat ook helemaal niet logisch. Europa is een werelddeel dat zich juist door conflict heeft onderscheiden en pas sinds de Tweede Wereldoorlog samenwerkt zoals we nu doen. Maar daar heb ik geen nationaal gevoel bij, ik heb mijn gevoel bij Nederland.’

Hij denkt niet dat er in Nederland de wens leeft om de Unie te verlaten. Rutte voelt zichzelf ‘Hollands, Nederlands en trouwens ook heel Haags.’ De Europese Unie is voor hem niet meer dan pragmatische samenwerking. ‘In ons belang en het belang van het collectief.’ Nederland redt het volgens hem niet in zijn eentje in de complexe wereld.

Gevraagd wat er gebeurt als de Britten het na hun uittreding heel goed gaan doen, wees Rutte op de lage groeiverwachtingen in het land en de problemen in de Britse auto-industrie. ‘Het zal echt nog ingewikkeld worden voor ze.’

‘Pak een emmer. Vul hem met water en gooi het erin’

De ministerraad had weliswaar stilgestaan bij Brexit, maar ook nog besluiten genomen, zoals een verbod op knalvuurwerk en pijlen.  Rutte zelf wilde hier eind vorig jaar nog niet aan, maar het ‘zootje’ in de nieuwjaarsnacht had hem op andere gedachten gebracht. Wie dit vuurwerk nog in huis heeft, kan er volgens hem zo vanaf.  ‘Pak een emmer. Vul hem met water en gooi het erin.’

Winkeliers die nog een voorraad hebben, krijgen geen compensatie. Dat behoort bij het ondernemersrisico, vindt Rutte.