Rechter oordeelt: Nederland moet IS-kinderen terughalen

11 november 2019Leestijd: 2 minuten
Een vrouw met kinderen in het kamp Al-Hol in Noordoost-Syrië - AFP

Nederland moet alles op alles zetten om 56 IS-kinderen zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in het noordoosten van Syrië. Dat heeft de rechter geoordeeld in een kort geding dat 23 IS-vrouwen hadden aangespannen.

Volgens de rechter leven de kinderen in de kampen in een acute noodsituatie, zonder dat zij daar zelf voor hebben gekozen. Daarom moet het Nederlandse beleid – dat er tot nu toe op was gericht niet actief terug te halen – veranderen.

Hun moeders hebben geen recht op repatriëring, omdat zij er volgens de rechter zelf voor hebben gekozen om naar IS-gebied af te reizen.

Maar als de Koerden de kinderen niet laten vertrekken zonder hun moeders, moet de overheid kijken of het mogelijk is beide groepen terug te halen. De vrouwen moeten dan worden berecht in Nederland. Ook het Openbaar Ministerie wil dat. Als de vrouwen zelf zouden besluiten hun kinderen niet mee te geven naar Nederland, vervalt de inspanningsverplichting voor de staat om dat kind te repatriëren.

Vier van de 23 vrouwen hebben geen kinderen. Zij hoeven dus niet te worden teruggehaald.

Geen onacceptabele veiligheidsrisico’s

De overheid moet de ruimte krijgen hoe ze de terugkeer van de kinderen gaat aanpakken, vindt de rechter. Nederland heeft het niet voor het zeggen in Syrië en hoeft volgens de rechter geen onacceptabele veiligheidsrisico’s te nemen in het gevaarlijke gebied. De overheid kan daartoe afspraken maken met de Amerikanen of andere partners in de regio.

Afshin Ellian schreef eerder deze column: Jihadkinderen stellen Nederland voor duivels dilemma

Volgens de rechter zijn de kinderen het slachtoffer van het handelen van hun moeder of ouders. Zij hebben allemaal de Nederlandse nationaliteit en zijn jonger dan twaalf jaar. De meesten zelfs onder de zes jaar. De rechter benadrukte dat de kinderen nu nog zo klein zijn dat het meer risico oplevert als ze nu niet zouden worden teruggehaald, omdat ze nu nog niet echt beïnvloed zijn door terroristische denkbeelden.

De vrouwen hebben er de afgelopen jaren volgens de rechter uit vrije wil en bewust voor gekozen om uit te reizen naar het strijdgebied in Syrië of Irak en zich daar aan te sluiten bij Islamitische Staat. Ze zitten nu vast in de kampen Al-Hol en Al-Roj die door de Koerden worden beheerd. De omstandigheden in de kampen zijn erbarmelijk. Er is veel agressie en geweld, weinig voedsel en water, er heersen ziektes, mensen worden gemarteld en er zijn bombardementen.

Nederlanders kunnen zichzelf wel melden

Het kabinet hield het tot nu toe bij het standpunt dat de vrouwen in de regio moeten worden berecht, het liefst via een internationaal tribunaal. Maar of dat er komt is maar zeer de vraag.

Nederlanders kunnen zichzelf wel melden bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Eind oktober maakten twee vrouwen gebruik van die regeling. Een van de vrouwen is het Nederlanderschap afgenomen. De andere vrouw keert waarschijnlijk terug naar Nederland, al moet Turkije eerst nog beslissen of zij daar moet worden vervolgd.