Ollongren wil integriteitseis lokaal bestuur: zegen of bemoeizucht?

19 maart 2018Leestijd: 2 minuten
Kajsa Ollongren. Foto:ANP

Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) wil hogere eisen stellen aan de integriteit van wethouders, die na de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart worden benoemd. Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) moet verplicht worden, en wethouders moeten voldoen aan een lijst voorwaarden. Noodzakelijk instrument in de strijd tegen corruptie, of een motie van wantrouwen tegen de lokale democratie?

De maatregel is bedoeld om ervoor te zorgen dat criminelen zich geen toegang verschaffen tot het lokaal bestuur, om belangenverstrengeling te voorkomen en het vertrouwen van de burger in de lokale democratie niet te schaden. Wethouders moeten van onbesproken gedrag zijn. ‘Een beetje transparantie bestaat niet,’ benadrukt een woordvoerder van Binnenlandse Zaken tegenover Elsevier Weekblad.

Hiervoor moet de Gemeentewet worden gewijzigd: bij de komende gemeenteraadsverkiezingen is een Verklaring Omtrent het Gedrag nog niet verplicht, maar die wordt wel van de nieuwe bestuurders verwacht. De Tweede Kamer moet besluiten of de VOG verplicht wordt.

‘Elke schending is er één te veel’

De insteek van het ministerie van Binnenlandse Zaken is helder: voorkomen is beter dan genezen, zeker bij de integriteit van bestuurders. Volgens een woordvoerder van het ministerie zijn deze afspraken gemaakt in samenspraak  met gemeenten en provincies. ‘Elke schending van de integriteit in de gemeentepolitiek is er één te veel: dat schaadt namelijk het vertrouwen in de politiek. Daarom moeten we het lokale bestuur helpen.’

Nu hanteren gemeente verschillende normen. Een verplichte VOG voor bestuurders moet daarin verandering brengen. Opmerkelijk, want de gemeenteraad is gekozen om het lokale bestuur te controleren. Nu gaat de minister criteria opstellen voor de aanstelling van wethouders.

Het ministerie heeft de Tweede Kamer een uitgebreide checklist toegestuurd, waaraan kandidaat-bestuurders moeten worden getoetst. De lijst is omvangrijk. De juistheid van behaalde diploma’s wordt gecontroleerd, gekeken wordt of een wethouder geregistreerd is bij Bureau Kredietregistratie, of hij in eerdere functies veel declareerde, of zich weleens heeft onthouden van stemming.

‘Beslissing moet bij gemeenteraad blijven’

Martijn Bolkestein schreef met emeritus hoogleraar politieke theorie Meindert Fennema het boek Dorpspolitiek. Bolkestein juicht de hulp aan gemeenten bij het onderzoek naar de integriteit van lokale bestuurders toe, ‘maar de beslissing of een wethouder voldoende integer is, moet wel bij de gemeenteraad liggen’.

‘Het is frappant dat juist een D66-minister voorstelt een dergelijke inbreuk te maken op de lokale democratische autonomie,’ zegt Bolkestein. ‘De lokale democratie verdient juist versteviging.’

Geerten Waling is het daarmee eens. Met Wim Voermans schreef hij het boek Gemeente in de genen, ook over lokale democratie: ‘Dit ziet eruit als een motie van wantrouwen richting lokale democratie. De controlerende bevoegdheid van de gemeenteraad wordt zo buitenspel gezet. Ik begrijp niet welk probleem dit oplost. Als er iets strafbaars gebeurt, kan het Openbaar Ministerie vervolgen, en de raad kan een wethouder naar huis sturen.’