Kabinet weigert Armeense genocide te erkennen

22 februari 2018Leestijd: 3 minuten
Een demonstratie in Den Haag om de Armeense genocide te erkennen. Foto: ANP.

Het kabinet gaat niet mee in de wens van de Tweede Kamer om de Armeense genocide te erkennen. Het blijft spreken over ‘de kwestie van de Armeense genocide’ wanneer het over de massamoord op Armeniërs gaat.

Wel stuurt het kabinet van premier Mark Rutte (VVD) in april een afgevaardigde naar de herdenking in de Armeense hoofdstad Yerevan. Dat zal de eerste keer zijn dat Nederland een regeringsafgevaardigde stuurt.

Kabinet wil Erdogan niet voor hoofd stoten

De Tweede Kamer erkende de genocide onlangs wel. Vermoedelijk houdt het kabinet erkenning af omdat het de Turkse president Recep Tayyip Erdogan niet voor het hoofd wil stoten. In 1915, ten tijde van het Ottomaanse Rijk, zijn honderdduizenden Armeniërs vermoord. De Turkse regering vindt dat er sprake was van een oorlogssituatie en dat Armeniërs een gevaar vormden omdat ze met de Russische vijand zouden samenspannen. De regering ontkent dan ook dat er sprake was van een geplande volkerenmoord en reageert steevast furieus wanneer landen overgaan tot erkenning daarvan. In 2016 leidde het bijvoorbeeld tot een diplomatieke rel met Duitsland, dat vanaf juni van dat jaar wel van de ‘Armeense genocide’ ging spreken.

Lees de column van Afshin Ellian: verwijder de lange arm van Ankara in Nederland

Ankara reageerde dan ook woest toen het nieuws over de erkenning door het Nederlandse parlement naar buiten kwam. Turkije ontbood de Nederlandse zaakgelastigde Erik Weststrate met de boodschap dat Nederland de geschiedenis niet moet ‘politiseren’.

Kabinet wil ‘wetenschappelijk bewijs’ voor genocide

Het kabinet beroept zich op de wetenschap en zegt dat er voor de erkenning van genocide eenduidige uitspraken van wetenschappers en de Verenigde Naties nodig zijn, naast vonnissen van internationale straf- of gerechtshoven. Omdat de massamoord op Armeniërs meer dan honderd jaar geleden was, is dat laatste sowieso niet mogelijk.

De Tweede Kamer debatteerde donderdag over het gebruik van de term ‘genocide’ met waarnemend minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag (D66). Een meerderheid van de Tweede Kamer schaart zich achter een voorstel van ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind om de moordpartij te erkennen als genocide. Alleen DENK gaat tegenstemmen.

DENK-Kamerlid Tunahan Kuzu hekelt de timing van Voordewind om de motie vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen in te dienen: ‘En dan moeten er weer zieltjes worden gewonnen in de Armeense kerk. Maar ze beseffen niet, of misschien wel, dat het een bewuste overweging is om op een strategisch moment mensen zich tegen elkaar op te zetten.’

Kuzu wil dat Nederland excuses maakt voor slavernijverleden

Kuzu richtte zich ook tot SGP-leider Kees van der Staaij, die kort daarvoor een betoog hield om de Armeense genocide te erkennen. Als die moet worden erkend, zei Kuzu, moet Nederland ook excuses maken voor het slavernijverleden. ‘Is hij bereid om voor een historische gebeurtenis, waar Nederland zelf bij betrokken is, formeel excuses aan te bieden omdat hij zo begaan is met historische kwesties?’

Maar daarover wilde Van der Staaij niet discussiëren: ‘Het gaat nu om de Armeense genocide en de erkenning daarvan,’ antwoordde de SGP’er. ‘Ik ga niet de discussie over het slavernijverleden er ook weer bij betrekken. We hebben het hier wel over de pijn die nog steeds bij de Armeniërs zit, en ook de verhouding tussen landen raakt.’

In het Regeerakkoord maakten coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie het al mogelijk voor het kabinet om onder voorwaarden over te gaan tot een formele erkenning van genocide, maar eind vorig jaar liet het kabinet weten het in deze zaak te houden bij de ‘de kwestie van de Armeense genocide’. Bijna dertig landen hebben de episode intussen bestempeld als genocide.