Koolmees: ‘Inburgering moet op de schop’

12 december 2017Leestijd: 2 minuten
Staatssecretaris Harbers brengt werkbezoek aan Ter Apel - Foto: ANP

De inburgering in Nederland moet op de schop, vindt de nieuwe minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees (D66). Volgens hem is er sprake van een groot probleem.

Koolmees is geschrokken van het aantal Somaliërs en Eritreeërs in Nederland dat geen opleiding heeft gevolgd en in de bijstand zit, zei hij dinsdag tegen De Telegraaf.

De moeizame inburgering is een van de vele hoofdpijndossiers die Koolmees heeft geërfd van zijn voorganger Lodewijk Asscher (PvdA).

Scan van persoonsniveau

Volgens hem kun je bij die groepen ‘echt wel spreken van een gebrek aan integratie’. Ook de oplopende wachtlijsten voor inburgeringsexamens noemt hij als probleem.

Koolmees wil dat immigranten vanaf dag één met taalles beginnen. Ook moet er direct een soort ‘scan’ worden gemaakt: wie is de persoon, wat is het opleidingsniveau  en wat voor ervaring heeft hij of zij.

De spectaculaire migratiedeal van Abidjan, lees de column van Arend Jan Boekestijn

Daarna moet het beste vervolgtraject worden bepaald. Koolmees legt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de gemeenten.

Cursussen, zoals taallessen, moeten volgens de minister worden ingekocht bij inburgeringsbureaus, waarbij moet worden geselecteerd op kwaliteit. ‘Sommige bureaus leveren hartstikke goed werk, maar er zijn er ook die er met de pet naar gooien,’ aldus Koolmees.

Eigen verantwoordelijkheid

Vorige week sloeg Vluchtelingenwerk Nederland alarm over de inburgeringssituatie. Asielzoekers zijn zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Ze moeten zich zelf inschrijven voor een cursus en het examen moeten ze binnen drie jaar hebben gehaald. Sinds 2013 ligt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker, maar de resultaten van dit beleid zijn niet florissant.

Dat dit systeem problemen geeft, wijzen ook de cijfers uit. Het slagingspercentage van de inburgeringstoets ging met ruim de helft naar beneden, van 80 procent naar 39 procent. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Van de 10.500 mensen die sinds 2014 moeten inburgeren, is minder dan 4.000 dat gelukt.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer over de inburgering van asielzoekers.