Deze overheidsinstanties geven gehoor aan GeenStijl-boycot

09 mei 2017Leestijd: 2 minuten
De redactie van GeenStijl - Foto: ANP

Net als het ministerie van Defensie, trekt nu ook de Belastingdienst zich terug als adverteerder op de websites van GeenStijl en Dumpert. Dat meldt vicepremier Lodewijk Asscher dinsdag naar aanleiding van vragen van D66.

De terugtrekking volgt na een opiniestuk dat door meer dan 100 vrouwen in de media werd ondertekend vorige week in De Volkskrant en NRC. In het stuk werden adverteerders van de site opgeroepen zich terug te trekken vanwege ‘seksistische’ content op de sites.

De oproep is het product van een rel die afgelopen week ontstond na een column van NRC-columnist Rosanne Hertzberger. Daarin maakt zij zich boos over de ‘objectificatie van vrouwen’ door Dumpert, de videosite van GeenStijl.

In de oproep wordt een aantal seksueel expliciete teksten van ‘reaguurders’ geciteerd, die werden geplaatst onder een stuk van een journaliste van de Volkskrant. GeenStijl – dat met de slogan ‘Tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’ zijn provocatieve aard niet onder stoelen of banken steekt – stelde reaguurders de vraag: Zou u haar doen? ‘De vraag bleek honderden reaguurders uit te nodigen tot het delen van verkrachtingsfantasieën en beledigingen,’ aldus de Volkskrant en NRC.

Niet de taak van de politiek

Eerder op dinsdag verklaarde staatssecretaris Sander Dekker (VVD) van Media dat het niet ‘de rol van de politiek’ is om bedrijven op te roepen om niet meer te adverteren op GeenStijl.

Volgens Asscher is het geen beperking van de vrijheid van meningsuiting als overheden hun advertenties terugtrekken. De overheid moet volgens hem nooit proberen om ‘onwelgevallige meningen’ onmogelijk te maken. ‘Het betekent niet dat de overheid als adverteerder niet mag overwegen of je op bepaalde sites wil adverteren,’ aldus Asscher.

Eerder besloot minister van Defensie Jeanine Hennis ook haar ministerie niet meer op de sites te laten adverteren. Een ‘terechte beslissing’, vindt Asscher. De uitingen op GeenStijl, die overigens vooral afkomstig waren van reaguurders, waren volgens hem grensoverschrijdend.

Persvrijheid en zelfcensuur

Het kabinet wil volgens Asscher echter geen ‘algemene lijn’ vastleggen waar overheden wel of niet mogen adverteren. ‘Zoiets zou in het slechtste geval kunnen leiden tot zelfcensuur en dat moeten we vermijden,’ vindt Asscher.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>

PVV-Kamerlid Martin Bosma is het niet eens met de GeenStijl-boycot, en bracht een exemplaar van NRC Handelsblad mee met een bijna paginagrote foto van billen. Ook wees hij erop dat lezeressen van het blad Linda ooit een date met een gigolo konden winnen. ‘Waar ligt de grens?’ vroeg Bosma zich af. ‘Het gaat wel degelijk om vrijheid van meningsuiting,’ zegt Bosma, die vindt dat ‘een aantal grachtengordelfeministen’ GeenStijl kapot willen maken vanwege zijn ‘politiek incorrecte’ aard.

GeenStijl werd overigens genomineerd voor de Pim Fortuynprijs, die afgelopen zaterdag (op de vijftiende sterfdag van Fortuyn) werd uitgereikt. De Pim Fortuynprijs wordt geassocieerd met de vrijheid van meningsuiting en is bedoeld voor mensen die taboedoorbrekend zijn en in heldere taal stelling nemen. Columniste Ebru Umar sleepte de prijs echter in de wacht.