Is Mercator-kaart product van verfoeid kolonialisme?

21 maart 2017Leestijd: 2 minuten
Wereldkaart. Foto: wikicomms

Een wereldkaart op een plat vlak komt nooit overeen met de werkelijkheid, schrijft Philip van Tijn. Het alternatief voor Mercator-kaarten laat maar weer eens zien dat alles relatief is.

Bijna 450 jaar zag de wereld er uit, zoals Gerard Mercator die had getekend. Hij loste het probleem op hoe je wat zich op een bol bevindt overzet op een plat vlak. Hoe je dat ook doet, het klopt nooit. Daarvoor hebben we een globe. Maar Mercators projectie was briljant, omdat deze toch een behoorlijk beeld gaf (en geeft) hoe de wereld er uit ziet – en dat al in 1569. Dat Mercator eigenlijk Gerard de Kremer heette en Vlaming was, doet ons Benelux-hart wat sneller kloppen.

Kenmerk van de Mercatorprojectie is dat het Zuidelijk halfrond er bekaaid van af komt. De oppervlakte van Afrika is 30 miljoen km2, die van Noord-Amerika 25 miljoen en van Europa 10 miljoen. Op de Mercator-kaart, de kaart dus waarmee meer dan twintig generaties zijn grootgebracht, lijkt Noord-Amerika groter dan Afrika en Europa bijna even groot.

Zwarte Piet-discussie in de cartografie

Is dat erg, gegeven het feit dat elke projectie zijn eigen fouten meebrengt? Sommigen vinden van wel, want dit is nou weer zo’n voorbeeld van verfoeilijk imperialisme en kolonialisme, althans de naweeën daarvan. Een beetje onzin, want als Mercator Afrikaan was geweest, zou hij hoogstwaarschijnlijk niet tot een andere projectie zijn gekomen. Maar ja, er waren weinig Afrikaanse cartografen.

In 1855 kwam een zekere James Gall tot een projectie die een heel ander wereldbeeld gaf. Veel aandacht trok dat niet in de negentiende-eeuwse wereld. Dat was anders toen een Duitse journalist en filmmaker, Arno Peters, in 1967 Galls projectie jatte en deze als de zijne presenteerde. Het Westerse schuldgevoel was toen in opkomst en het wereldbeeld van Gall-Peters paste daar prachtig in, een soort Zwarte Piet-discussie die uitgevochten werd in de cartografie.

Van de Peters-kaarten zijn inmiddels, met dank aan Unesco, 80 miljoen exemplaren verkocht. Dat is driemaal zoveel als van Het Dagboek van Anne Frank, maar de oplage blijft ver achter bij die van Harry Potter (400 miljoen) en het Rode Boekje van Mao (800 miljoen).

Alles is projectie

Nu is thema ineens hot geworden, omdat in het zeer liberale Boston de Gall-Peters kaart op scholen is geïntroduceerd. Nou, en? Dat mag Boston doen. Er zijn trouwens honderden kaarten in omloop waar de grootte van landen afhangt van hun betekenis in het onderhavige thema.

Er zijn wereldkaarten volgens rijkdom: daar is Zwitserland heel groot en Afrika heel klein getekend. Maar als het om de groei van de bevolking gaat, is Zwitserland heel klein en Afrika met zijn bevolkingsexplosie heel groot.

Kaarten op grond van het aantal dagen sneeuw of het aantal deelnames aan het WK voetbal geven weer een ander beeld te zien. En op de kaart waarop landen staan weergegeven op een schaal die hun gevaar voor de wereldvrede aangeeft, is Noord-Korea het grootste land op aarde. Waarmee weer eens is bewezen dat alles relatief is.