De feiten: Gezondheidsraad adviseert minder vlees, meer peulvruchten
Bron: Gezondheidsraad, VoedingscentrumDe Gezondheidsraad presenteerde vorige week voor het eerst sinds tien jaar nieuwe ‘richtlijnen goede voeding voor eiwitbronnen’. De boodschap is in lijn met met het advies van 2015, maar gaat een stap verder.
De aanbevelingen zijn nu om wekelijks niet meer dan 200 gram rood vlees (rund, varken, lam) te eten en zo weinig mogelijk bewerkt vlees. Nederlanders eten nu gemiddeld 500 gram rood en/of bewerkt vlees (en 140 gram wit vlees, als kip). Daarnaast is het advies om elke week 250 gram peulvruchten te eten, 100 gram vis en dagelijks enkele porties zuivel en 15 à 30 gram ongezouten noten.
Adviezen over voedingsmiddelen als graanproducten, groenten en fruit volgen in een later advies. Het Voedingscentrum gaat de richtlijnen verwerken in een vernieuwde Schijf van Vijf die in het voorjaar van 2026 moet verschijnen.
Opvallend is dat de Gezondheidsraad expliciet de milieu-impact van eiwitbronnen heeft laten meewegen in het advies, terwijl dat niet de opdracht is. De raad noemt die dubbele doelstelling heel uitdrukkelijk in haar communicatie: ‘Een meer plantaardig patroon is beter voor de gezondheid én beter voor het milieu.’
Dat heeft gevolgen voor de adviezen. Tussen voedingsmiddelen die ongeveer dezelfde gezondheidswinst bieden (bijvoorbeeld peulvruchten versus kip of vis) kiest de raad nadrukkelijk vaker voor de optie met de lagere milieu-impact. Ook zou het advies over rood vlees minder streng kunnen zijn en meer in lijn met internationale adviezen, die uitgaan van 500 gram per week.
EW's visie: Klimaatbeleid wordt verpakt als gezondheidsadvies
Door: Bram Hahn, redacteur Kennis & CultuurDe nieuwe richtlijnen zijn in veel opzichten verstandig. Ze sluiten aan bij wat al jaren blijkt uit wetenschappelijk onderzoek: eet bij voorkeur minder rood en bewerkt vlees, meer plantaardig, en wees terughoudend met suiker en alcohol. Ze leggen bovendien nuchter gewicht in de schaal tegenover de vaak ongefundeerde voedingshypes op sociale media.
Toch schuurt er iets. Ten eerste de omvang van het effect van de richtlijnen. Het risico bestaat dat de impact van de maatregelen wordt overtrokken. Een grote analyse van het World Cancer Research Fund vond dat elke 100 gram rood vlees per dag samenhangt met ongeveer 17 procent meer risico op darmkanker. Elke 50 gram bewerkt vlees per dag levert circa 18 procent meer risico op.
Ander onderzoek, samengevat door het Integraal Kanker Centrum Nederland, spreekt over ‘zeer kleine afnames’ in ongunstige uitkomsten (zoals kanker en hart- en vaatziekten) bij mensen die minder rood en bewerkt vlees gaan eten.
Als je een gemiddelde levenslange kans op darmkanker van rond de 5 procent hebt, dan gaat die door veel rood en bewerkt vlees eten een stukje omhoog, en door flink te minderen weer een stukje omlaag. Dat is relevant op bevolkingsniveau, denk aan honderden of duizenden gevallen minder, maar voor het individuele risico gaat het om kleine verschillen.
Bovendien begeeft de Gezondheidsraad zich met deze richtlijnen nadrukkelijk buiten het klassieke gezondheidsdomein en betrekt het factoren die slechts indirect invloed hebben, op de volksgezondheid. Het advies om vlees te minderen heeft nu óók expliciet tot doel om klimaatschade te beperken. Dat is op zichzelf verdedigbaar, want vleesproductie is een belangrijke bron van broeikasgassen.
Maar het roept de vraag op of het de taak van de raad is om zich daarmee te bemoeien. De grens tussen voedingswetenschap en breed welzijnsbeleid wordt op deze manier vaag en zet de deur open om ook andere beleidsdoelstellingen te verpakken als gezondheidsadvies.
Wie zegt wat over de nieuwe voedingsrichtlijn?
Bron: RTL, FVD, Reformatorisch Dagblad,‘Er hoeft niet in een keer een streep door alles. We snappen dat het vraagt om tijd,’ zegt Marianne Geleijnse, vicevoorzitter van de Gezondheidsraad.
Staatssecretaris voor Preventie Judith Tielen (VVD) liet in een interview met het Reformatorisch Dagblad weten dat zij het ‘goed vindt dat er een advies is om minder vlees te eten’.
‘Hoe waarborgt de minister dat wetenschappelijke advisering, in dit geval door de Gezondheidsraad, onafhankelijk blijft van politieke ideologieën, activistische stromingen en commerciële lobbygroepen?‘ Vraagt Tweede Kamerlid Pepijn van Houwelingen (FVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Jan Anthonie Bruijn (VVD) naar aanleiding van de nieuwe richtlijn.