Historicus Steije Hofhuis (42) roert zich vanuit Berlijn in het migratiedebat. Hij zoekt ademruimte voor academici met afwijkende opvattingen.
‘Vrijwel alle wetenschappers zijn positief over migratie, ondanks de groeiende weerstand ertegen. Volgens velen van hen is immigratie van alle tijden, bovenal gunstig of nu eenmaal onvermijdelijk.
‘Daarbij zetten ze de geschiedenis in als argument in het actuele debat over migratie en integratie. Mijn onderzoek gaat daarover. Ik kijk in het bijzonder naar de migratieverheerlijkende perspectieven. Die zijn er niet alleen in Nederland en Europa, maar ook in Amerika, waar ik onlangs drie weken onderzoek deed en tegen dezelfde muur opliep.
Academische vrijheid botst met het migratiedebat
‘Het academisch debat lijkt overal op elkaar. Dat is lastig, want ik heb afwijkende ideeën over migratie. Mijn visie is dat immigratie zo’n groot conflict kon worden met zulke sterke politieke weerstand, niet alleen vanwege gestook en zondebokmechanismen – de verklaring van de huidige wetenschap – maar ook door de aard van de huidige immigratie en de omgang met culturele diversiteit.
‘We maken wel degelijk heel bijzondere dingen mee: een toestroom van immigranten uit cultureel sterk afwijkende gebieden geeft al grote consternatie. Daar komt bovenop dat die stroom continu doorgaat, in combinatie met een establishment dat veel minder de gevestigde identiteiten en belangen verdedigt.
Maar de vraag is wel: hoe verder?
‘Vroeger zat de bestuurlijke klasse er meer bovenop om de gevestigde bevolking te beschermen. De effecten van immigratie werden gereguleerd. Ofwel migranten mochten hun eigen cultuur behouden, maar dan moesten ze zich wel gedeisd houden, zoals Joden in Amsterdam.
Ofwel immigranten moesten cultureel integreren – zoals Italianen in Amerika. Beide modellen maken immigratie draaglijker voor de gevestigde bevolking. Het is vooruitgang dat het beleid nu milder is dan in vorige eeuwen, maar zoals het nu gaat, zet migratie wel veel druk op de samenleving.
Tegenspraak kost carrièrekansen
‘Als ik dat benoem, moet ik al heel erg oppassen. Ik heb voor nu gelukkig een subsidie van de Nederlandse geldschieter NWO, en een positie voor twee jaar om onderzoek te doen aan een goed, gerenommeerd instituut, het Wissenschaftszentrum Berlin. Dat is dankzij de Nederlandse socioloog Ruud Koopmans, die hier in Berlijn hoogleraar is.
‘Maar de vraag is wel: hoe verder? Als je je uitspreekt zoals ik dat doe, dan neem je risico’s voor je carrière. Dat ik zo ongeveer de enige Nederlandse migratiewetenschapper ben die een meer kritische houding aanneemt, geeft weinig ademruimte voor het debat.
Institutionele krachten houden het conformisme in stand
‘Het ontbreekt aan subsidies en vaste aanstellingen voor academici die tegen de stroom in zwemmen. Ruud Koopmans is een uitzondering. Hij kreeg zijn positie in de tijd dat hij nog meer in de pas liep. En die zit dus hier in Berlijn. Tegenstem Jan van de Beek krijgt maar geen aanstelling aan een universiteit, terwijl hij nota bene zelf financiering meebrengt.
‘Collega’s zeggen ook tegen mij: pas op, je vergooit je kansen op een baan aan een universiteit. Maar er zit iets koppigs in mijn persoonlijkheid: als ik een stelling poneer en de reacties daarop kloppen niet, dan ga ik juist door. Het thema migratie is ontwrichtend in de westerse samenlevingen, maar de analyse vanuit de huidige academische instituties klopt gewoon niet. En hoe langer dat verhaal dominant is, hoe erger de problemen.
Kritiek binnen de academische elite
‘Op de universiteit wordt de nieuwe institutionele elite opgeleid, dus wat daar wordt gezegd, is fundamenteel. Daar ga ik tegenin, liefst ook publiekelijk om het vertrouwen in de wetenschap te versterken. Wij bestaan dankzij de toets der kritiek, maar die functioneert nu niet goed. Dingen die wetenschappelijk niet kloppen, houden stand omdat ze ideologisch wenselijk zijn.
Ik hoop te bereiken dat andere wetenschappers, zoals in Nederland de migratiewetenschappers Leo Lucassen en Hein de Haas, voorzichtiger worden in hun generalisaties en historische claims. Want ook al rammelen die, er is geen collega die hen tegenspreekt.
‘Institutionele krachten houden het conformisme in stand. Er moet een correctie komen. Ik pleit voor een fonds voor tegendraads onderzoek, waarbij de beoordelende commissie niet door het academische ons-kent-ons-netwerk wordt benoemd, maar bijvoorbeeld door de Tweede Kamer.
‘Academische vrijheid is een groot goed. Maar als je de selectie aan het begin geheel overlaat aan de wetenschap, zo zei de Duitse wetenschapper Alexander von Humboldt al, dan slibt het dicht. Dan is er geen ademruimte voor de academici met afwijkende opvattingen.’