Waarom eurobonds ons continent zwakker maken

Beelden: ANP.

Vooruitgang wordt niet gestimuleerd door het stapelen van schulden in de vorm van eurobonds, schrijft Bennie Neplenbroek, vicevoorzitter van de JOVD, in deze ingezonden opinie. Hij pleit voor investeringen die landen zelf durven te doen en hervormingen die de fundamenten van de economie versterken.

De Europese Unie staat opnieuw op het punt om een discussie te voeren die al te vaak wordt gepresenteerd als onvermijdelijk. Nu geopolitieke spanningen toenemen en de behoefte aan gezamenlijke investeringen groeit, klinkt de roep om nieuwe Europese leningen en eurobonds luider dan ooit, ook aan de Haagse onderhandelingstafel.

Tegelijkertijd publiceerde De Nederlandsche Bank (DNB) recent cijfers waaruit blijkt dat de bestaande gezamenlijke EU-schuld inmiddels is opgelopen tot ongeveer 875 miljard euro. Op basis van de verdeelsleutel draagt Nederland daarvan zo’n 17,6 miljard.

 

Daar komt bovenop dat DNB-president Olaf Sleijpen waarschuwt dat verdere gezamenlijke schulduitgifte vooral leidt tot risico’s die diffuus én reëel zijn. Dat maakt de vraag urgenter dan de politieke reflex vaak suggereert: worden we werkelijk sterker van het delen van schulden?

Nieuwe Europese schulden noodzakelijk?

Nu de VVD haar kans niet heeft gegrepen om aan de onderhandelingstafel te zitten bij de formatie, geven we als jonge liberalen een antwoord op deze vraag in een periode waarin de Nederlandse toekomst binnen Europa wordt bepaald.

Er schuilt een aantrekkelijk verhaal in het idee van gezamenlijke Europese leningen. Ze worden gepresenteerd als symbool van Europese eensgezindheid, als instrument om grote uitdagingen het hoofd te bieden en als manier om de Europese economie te versterken.

Desondanks hebben verhalen en sympathieke ideeën de neiging de werkelijkheid te versimpelen. In veel lidstaten is het narratief gegroeid dat nieuwe schulden noodzakelijk zijn om achterstanden weg te werken en onze veiligheid te waarborgen.

Narratief gebaseerd op angst of dreiging

Dat narratief heeft dezelfde structuur als eerdere episodes van morele paniek, waarin de urgentie van het moment beleidskeuzes verkleinde, in plaats van verbreedde. Wanneer angst of dreiging het vertrekpunt wordt, verdwijnt het zicht op alternatieven.

Juist nu de twee onderhandelende partijen D66 en CDA voorzichtig sympathie tonen voor Europese leningen, moet het Nederlands vertrekpunt voor een sterke Europese economie niet uit het oog worden verloren.

Vernieuwing vraagt verantwoordelijkheid

De economische geschiedenis laat juist zien dat vernieuwing sterker wordt wanneer verantwoordelijkheid centraal staat. Vooruitgang komt niet voort uit het stapelen van schulden, maar uit investeringen die landen zelf durven doen en uit hervormingen die de fundamenten van de economie versterken.

De klassieke term creatieve destructie, ooit door Schumpeter beschreven, herinnert ons eraan dat modernisering nooit tot stand komt door krampachtig bestaande structuren te beschermen, maar door ruimte te creëren voor nieuwe initiatieven.

Gezamenlijke schulden kunnen die dynamiek verzwakken. Wanneer risico’s diffuus worden, wordt verantwoordelijkheid dat ook. DNB wijst terecht op dat gevaar: de prikkel om zelfstandig orde op zaken te stellen neemt af, wanneer schulden in Europees verband worden gedeeld.

Samenwerking zonder schulddeling werkt wél

Dat betekent niet dat Europese samenwerking minder noodzakelijk is. Integendeel. De Europese Unie heeft op talloze terreinen laten zien dat samenwerking zonder schulddeling wél werkt: via een open markt, gezamenlijke technologische projecten, grensoverschrijdend onderzoek en gecoördineerde defensie-inkoop.

Deze vormen van samenwerking vergen discipline en duidelijkheid, geen schulden die niemand direct voelt, maar die uiteindelijk door iedereen worden gedragen.

Nederland heeft bovendien een begrotingspositie die internationaal gezien sterk is. Dat is geen boekhoudkundig detail, maar een strategisch voordeel. Het maakt ons land geloofwaardig richting bedrijven, investeerders en internationale partners.

Vertrouwen als uitgangspunt in Europa

Het is daarom verstandig dat Nederland zuinig blijft op die positie. Nederland moet er dan ook voor pleiten dat Europese samenwerking is gestoeld op wederzijds vertrouwen en verantwoordelijkheid. De enige vorm van duurzame Europese solidariteit wordt niet gevormd door creëren van een transferunie, maar door vertrouwen in stabiele financiën en een sterke economie.

De discussie over Eurobonds dreigt dat onderscheid uit het oog te verliezen. Het debat wordt vaak gevoerd alsof Europese ambities noodzakelijkerwijs gekoppeld moeten zijn aan gezamenlijke schulden. Dat is een miskenning van het Europese project.

Stabiliteit en innovatie ontstaan wanneer landen elkaar versterken door zelf verantwoordelijkheid te nemen, niet wanneer verschillen worden afgevlakt door schulddeling.

Een toekomstbestendige Europese Unie: durf te investeren

De JOVD is ervan overtuigd dat de Europese Unie toekomstbestendig moet zijn. Dat toekomstbeeld vereist geen begrotingen die verder uitgroeien, maar lidstaten die de moed hebben te hervormen en te investeren.

De vraag die moet voorliggen tijdens de formatie is welk Europa we willen bouwen. Een Unie die afhankelijk wordt van gedeelde schulden, of een Unie die steunt op wederzijds vertrouwen en verantwoordelijkheid.

Voor dat laatste is minder politieke moed nodig dan vaak wordt gedacht, maar vooral helderheid over wat samenwerking werkelijk betekent. Geen angst en bijbehorende reflex voor gedeelde schulden, maar vertrouwen in een sterke economie zou het startpunt van die discussie moeten zijn.

Bennie Neplenbroek is landelijk vicevoorzitter en algemeen bestuurslid Politiek van de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD), de officiële maar onafhankelijke jongerenorganisatie van de VVD.