De feiten: Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de Wet tegenbewijsregeling box 3. Dat betekent dat de Belastingdienst verder kan met het optuigen van de compensatieregeling voor spaarders en beleggers die de afgelopen jaren te veel belasting over hun vermogen hebben betaald.
In juli moet hiervoor het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) online komen. Iedereen met vermogen kan vanaf dan op de website van de Belastingdienst uitrekenen of er recht bestaat op compensatie. De Belastingdienst betaalt die compensatie dan later dit jaar en in 2026 uit.
Twee ingrijpende voorstellen om beleggers in vastgoed financieel extra tegemoet te komen, kregen geen Kamermeerderheid. Die voorstellen zouden de herstelregeling duurder maken en lastiger uitvoerbaar. De herstelregeling kost de schatkist volgens ramingen van het kabinet 16,6 miljard euro.
Wie zegt wat over de Wet tegenbewijsregeling box 3
Bron: Tweede Kamer- Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Inge van Dijk (CDA) wilden dat beleggers vanaf 2026 kosten in aftrek mogen brengen op het werkelijk rendement. Dat valt dan lager uit, waardoor beleggers mogelijk meer geld terugkrijgen door de herstelregeling.
- Grinwis en Van Dijk: ‘Dit amendement implementeert voor de tegenbewijsregeling in box 3 een aftrek voor werkelijk gemaakte kosten. Bij gebruik van de tegenbewijsregeling kunnen deze in mindering worden gebracht op het per tegenbewijs aangetoonde werkelijke rendement.’
- Demissionair staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (NSC), verantwoordelijk voor fiscale wetgeving en de Belastingdienst, zag niets in extra kostenaftrek. Hij ontraadde dit plan ‘met hoofdletters, dikgedrukt en onderstreept’. Het amendement is weggestemd.
- Kamerlid Henk Vermeer (BBB) wilde verhuurders de mogelijkheid bieden om vastgoed over te hevelen naar box 2. Zo kunnen zij aan de belastingverhoging in box 3 ontkomen, die voor 2026 staat gepland.
Het moet volgens Vermeer ook voorkomen dat verhuurders hun huizen in de verkoop gooien, waardoor de voorraad huurwoningen verder afneemt. - Vermeer: ‘Verhuurders van woningen staan in toenemende mate onder druk door regulering van de woningmarkt. Dit probleem zal ingaande 2026 verergeren, doordat het forfaitair rendement voor de overige bezittingen extra wordt verhoogd met 1,78 procent zodat in het jaar 2026 dat forfaitaire rendement 7,78 procent zal bedragen.’ Ook dit amendement is weggestemd.
- Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA): ‘We moeten als overheid miljarden gaan compenseren, waarvan het grootste deel gaat naar mensen die dit geld totaal niet nodig hebben.’
EW’s visie: Tegenbewijsregeling box 3 is bepaald geen fraaie wet
Door: Jeroen van Wensen, redacteur BelastingenDe Belastingdienst moet op basis van de wet rekenen met een fictief rendement van (afgerond) 6 procent op beleggingen en 1 procent op spaargeld. Maar, oordeelde de Hoge Raad in 2024, dat fictieve rendement mag niet boven het werkelijke rendement uitkomen.
Voor de meeste belastingplichtigen met vermogen betekent dit dat zij sinds 2021 mogelijk te veel belasting hebben betaald (in 2021 was er een wijziging in box 3).
De hoogste rechters hebben in 2024 ook voorgeschreven hoe het kabinet spaarders en beleggers moet compenseren. Die dwingende opdracht van de Hoge Raad is vertaald in de Wet tegenbewijsregeling box 3.
Wet tegenbewijsregeling box 3 economisch gezien vreemd
Dat is bepaald geen fraaie wet geworden. Zo moet een vastgoedbelegger voor het bepalen van het werkelijke rendement de waardestijging van een pand in een jaar optellen bij de huurinkomsten. Maar kosten, denk aan onderhoud, lokale lasten en verzekeringen, mag de belegger niet opvoeren.
De Hoge Raad kwam tot die redenering op grond van wetshistorische argumenten, maar economisch gezien is dit vreemd.
In de praktijk hoeven vastgoedbeleggers hierdoor niet te rekenen op compensatie, want hun werkelijke rendement ligt volgens die methodiek al snel boven het fictieve rendement.
Kabinet is tegen extra compensatie in box 3
Het kabinet mag afwijken van het oordeel van de Hoge Raad, als dat ten goede komt van de belastingbetaler. Dus had het kabinet een kostenaftrek kunnen toestaan. Toch besloot het anders.
Het kost de Belastingdienst namelijk meer werk en de schatkist meer geld. Mogelijk enkele miljarden euro’s extra. Het demissionaire kabinet wil dat geld voor andere zaken gebruiken. En dat valt te rechtvaardigen.
Die miljarden gingen onder meer naar defensie en stikstof, zei staatssecretaris Van Oostenbruggen tegen de Tweede Kamer. ‘Dus ja, dan zeg ik: jongens, box 3 is ook een prangend probleem, maar kennelijk is de afweging zo geweest dat die andere onderwerpen belangrijker waren dan deze.’
Beleggers komende jaren spekkoper
Er ligt een peperdure compensatieregeling klaar, waardoor beleggers mogelijk veel belastinggeld kunnen terugvragen. En zij blijven spekkoper in de komende jaren tot 2028, wanneer er een volledig nieuw box 3-stelsel moet zijn ingevoerd.
Want komt het werkelijke rendement lager uit dan het wettelijk voorgeschreven fictieve rendement, dan telt het werkelijke rendement. Komt het werkelijke rendement hoger uit, dan telt maximaal het fictieve rendement.
Verdere verdieping: Hoge Raad dwingt overheid tot herstel box 3-belasting
De Hoge Raad oordeelde in juni 2024 dat box 3 niet voldoet aan het Europese mensenrechtenverdrag. Kort gezegd droeg de Hoge Raad de regering op om spaarders en beleggers belastinggeld terug te geven in de volgende situaties.
Als het werkelijk rendement in een jaar onder het in die jaren door de Belastingdienst gehanteerde fictieve (forfaitaire) rendement ligt, dan is er mogelijk recht op teruggaaf.
Voor spaarders lag het fictieve rendement in de afgelopen jaren op ongeveer 1 procent per jaar. Voor beleggers lag dat op 6 procent. In de regel hebben spaarders en beleggers recht op teruggave over de belastingjaren van 2021 en daarna.