De feiten: Toezichthouder wil dat Meta Instagram en WhatsApp verkoopt
In Washington is een zeldzaam mededingingsproces begonnen tegen techbedrijf Meta, het moederbedrijf van Facebook, Instagram en WhatsApp.
De Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC) eist dat Meta de populaire apps Instagram en WhatsApp afstoot.
Volgens de toezichthouder zijn de overnames, respectievelijk in 2012 en 2014, goedgekeurd zonder volledig zicht op de gevolgen voor de concurrentie.
Uit interne communicatie van Meta zou blijken dat de overnames bedoeld waren om opkomende concurrenten uit te schakelen. Meta ontkent dit en stelt dat de apps zonder de overname nooit zo groot zouden zijn geworden.
De rechtszaak geldt als een belangrijke test voor de handhaving van mededingingsregels in de techsector. Een eventuele opsplitsing van Meta zou historische gevolgen hebben.
Een uitspraak wordt pas op zijn vroegst in 2026 verwacht.
EW’s visie: Meta hoeft voorlopig niet te vrezen voor opsplitsing
‘Ik zou het zo weer doen,’ zei Meta-CEO Mark Zuckerberg over de omgerekend zo’n 14 miljard euro die hij in 2014 neerlegde voor WhatsApp. Het klonk misschien grappig bedoeld, maar het was vooral oprecht.
Wat nu voor de rechter ligt in Washington, is een aanklacht over een strategie die Silicon Valley decennialang koestert: groei door overname.
De Federal Trade Commission (FTC) wil dat Meta zijn twee succesvolste aankopen weer afstaat. Het kernverwijt: Zuckerberg kocht Instagram en WhatsApp niet om ze beter te maken, maar om ze onschadelijk te maken.
De overnames van Instagram en WhatsApp
De zaak is even historisch als problematisch. Historisch, omdat de Amerikaanse overheid al sinds de opsplitsing van telecomreus AT&T in 1984 geen technologiebedrijf van dit kaliber meer heeft willen opsplitsen.
Problematisch, omdat de FTC moet aantonen dat de schade aan concurrentie niet alleen aannemelijk is, maar ook wettelijk laakbaar.
De argumenten van de FTC klinken bekend. Journalist Sarah Frier beschrijft in haar boek No Filter. The Inside Story of Instagram hoe Zuckerberg met chirurgische precisie jonge concurrenten identificeerde, hun groeipotentieel inschatte en toesloeg voordat ze gevaarlijk konden worden.
In zijn eigen woorden uit een interne mail: ‘It is better to buy than compete.’
De enorme groei van Instagram en WhatsApp presenteert Meta als een succesverhaal. Maar voor de FTC is die groei juist een aanwijzing dat Meta concurrenten wist te neutraliseren voordat ze écht gevaarlijk konden worden. Niet omdat ze te weinig, maar te veel potentie hadden.
Wat is de markt waarin Meta domineert?
De zaak is juridisch allerminst eenvoudig. De FTC definieert de markt van persoonlijke sociale netwerken vrij beperkt. Volgens de toezichthouder zijn TikTok en YouTube bijvoorbeeld geen sociale netwerken.
Meta betwist dit. En daar zit iets in. Gezien veel mensen hun tijd voor een groot deel besteden aan het bekijken van dansfilmpjes en livestreams van vrienden (en onbekenden), is het lastig vol te houden dat Facebook een monopolie heeft op ‘persoonlijke sociale netwerken’.
Daarnaast heeft Zuckerberg praktisch gezien een punt: zonder Facebooks infrastructuur, expertise en diepe zakken, waren Instagram en WhatsApp misschien nooit zo groot geworden.
WhatsApp en Instagram verloren hun koers onder Meta
In het geval van WhatsApp is dat overtuigend. De app werd groot in markten waar infrastructuur schaars was – Zuid-Amerika, India, Afrika – en dat was alleen mogelijk door de schaal en servercapaciteit van Meta.
Toch wringt er iets. Tijdens zijn getuigenis beschreef Zuckerberg de WhatsApp-oprichters als ‘onambitieus’ en ‘afkerig van sociale media’. Het klonk als frustratie. Als een botsing van visies.
Tech-auteur Steven Levy omschrijft in Facebook. The Inside Story hoe WhatsApp-oprichters Brian Acton en Jan Koum waren gelokt met de belofte van autonomie, maar zijn hun principes stukje bij beetje onder druk zagen gezet door Facebooks drang naar datagedreven groei.
Bij Instagram ging het niet anders. Kevin Systrom en Mike Krieger leidden hun app jarenlang met succes, maar raakten steeds meer geïsoleerd toen Instagram groter dan Facebook leek te worden.
Wat begon als samenwerking, eindigde in desillusie: het gevoel dat hun oorspronkelijke visie er niet meer toe deed. Uiteindelijk stapten ze op, niet met ruzie, maar met de stille overtuiging dat wat ze hadden gebouwd, langzaam in iets anders was veranderd.
Meta’s strategie onder vuur, maar bewijs blijft lastig
Tijdens zijn getuigenis werd Mark Zuckerberg herhaaldelijk geconfronteerd met iets wat hij doorgaans liever verbergt: zijn diepgewortelde achterdocht.
FTC-advocaat Daniel Matheson legde oude e-mails voor waarin Zuckerberg Instagram een ‘echt probleem’ noemde en sprak over het ‘neutraliseren’ van concurrenten.
Het beeld dat daaruit naar voren komt: Zuckerberg regeert zijn digitale rijk niet vanuit rust, maar vanuit argwaan. Altijd op zijn hoede voor opkomende dreigingen, altijd op zoek naar manieren om ze te neutraliseren.
Heeft de FTC dus een punt? Absoluut. Meta beheerst de tactiek van catch and kill als geen ander. Maar of dat ook voldoende is voor een sterke juridische zaak? Dat is minder zeker.
Opsplitsing blijft voorlopig een verre dreiging
De lat ligt hoog: de FTC moet bewijzen dat de markt kleiner is dan Meta claimt én dat gebruikers schade hebben ondervonden door minder keuze, hogere prijzen of slechtere diensten, terwijl die diensten gratis zijn.
Voorlopig hoeft Meta daarom niet te vrezen voor een opsplitsing. Zelfs als de rechter meegaat in de redenering van de FTC, zullen beroepsprocedures het proces nog jaren vertragen. Zuckerberg weet dat – en blijft ondertussen gewoon verder bouwen.
Verdere verdieping: Een te lage drempel
Als de FTC gelijk heeft, maar toch geen zaak wint, dan is er in een eerder stadium iets grondig misgegaan. Want dan hebben ze wel een punt, maar geen juridische basis. Precies dat lijkt hier aan de hand.
De kern van het probleem ligt niet in de rechtszaal, maar in het verleden: bij het goedkeuren van de overnames zelf.
Zowel de overname van Instagram als die van WhatsApp kon destijds rekenen op instemming van de toezichthouder. Achteraf bezien een inschattingsfout van formaat.
Niet alleen Meta: ook Google kreeg ruim baan
En niet de enige. De FTC heeft vaker acquisities goedgekeurd die later zwaar omstreden bleken. Denk aan Google dat DoubleClick mocht overnemen, en later YouTube, dat inmiddels de op één na grootste zoekmachine ter wereld is.
Steeds opnieuw bleek de lat te laag te liggen, de blik te beperkt, het vertrouwen in de ‘zelfreinigende kracht van de markt’ te groot.
Een les voor toezichthouders, niet alleen voor Meta
Natuurlijk, bedrijven als YouTube, Instagram en WhatsApp zijn met hulp van hun kopers uitgegroeid tot wereldplatforms. Maar juist die schaal maakt de vraag urgent: hadden ze dat anders ook niet gekund? En wat is het nut van een toezichthouder die pas ingrijpt als het al te laat is?
Misschien is de les van deze zaak dat de juridische drempel voor een opsplitsing te hoog ligt. Maar nog veel belangrijker is de les dat de drempel voor goedkeuring van een acquisitie wel wat ophoging kan gebruiken.
Niet alles wat groeipotentie heeft, hoeft te worden opgeslokt.