Autoriteit Persoonsgegevens slaat alarm over Instagram en Facebook: waarom?

24 april 2025
Zuckerberg giet data in Llama 3. AI generated image

In dit artikel

De feiten: Meta traint AI op publieke EU-posts, bezwaar alleen via melding

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een ongebruikelijke waarschuwing afgegeven. De instantie wil Nederlanders waarschuwen tegen de nieuwe plannen van moederbedrijf Meta. AP ‘maakt zich grote zorgen over de plannen van Meta’ om AI te trainen met data van gebruikers.

Vanaf 27 mei 2025 wil Meta beginnen met het trainen van zijn AI-modellen op openbare berichten, reacties en chatbot-interacties van volwassen gebruikers in de Europese Unie.

Privéberichten en gegevens van minderjarigen zijn uitgesloten. Gebruikers ontvangen meldingen in de app en per e-mail met uitleg en een link om bezwaar te maken.

Wie geen bezwaar maakt, stemt volgens Meta in met het gebruik van zijn gegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) roept gebruikers op om vóór 27 mei actie te ondernemen als zij dit niet willen.

Volgens de AP bestaat het risico dat gebruikers de controle over hun data verliezen, en is het onzeker of de aanpak van Meta binnen de Europese privacywetgeving past.

De Europese toezichthouders overleggen hierover met de Ierse autoriteit, die verantwoordelijk is voor toezicht op Meta in Europa. Meta zegt dat de maatregel nodig is om AI-systemen beter af te stemmen op Europese talen en cultuur.

Wie zegt wat over het gebruik van deze data?

Bron: The Register, Autoriteit Persoonsgegevens
  • ‘Het risico is dat je als gebruiker de controle over jouw persoonsgegevens verliest,’ zegt Monique Verdier, vicevoorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, over de plannen van Meta om publieke content te gebruiken voor AI-training.

  • ‘De opt-out-regeling is opzettelijk onduidelijk en omslachtig, terwijl Europese wetgeving expliciete toestemming (opt-in) vereist voor het gebruik van persoonsgegevens,’ zegt Max Schrems, oprichter van privacyorganisatie NOYB, die de aanpak van Meta juridisch discutabel noemt.
  • ‘Deze training zal miljoenen mensen en bedrijven in de EU beter ondersteunen, doordat de AI van Meta beter leert om hun culturen, talen en geschiedenis te begrijpen en te weerspiegelen,’ aldus Meta in een statement over het trainen van zijn AI-modellen met openbare posts, reacties en chatbot-interacties van Europese gebruikers.

  • ‘Er ontstaat een tweedeling: AI trainen op chatbot-interacties lijkt acceptabel, maar bredere herverwerking van oude content is juridisch dubieuzer,’ zegt Lukasz Olejnik, onafhankelijk privacy-onderzoeker en voormalig adviseur van de Poolse toezichthouder op databescherming.

EW’s visie: Van sociaal netwerk naar datamijn

Door: Sam Verbeek, redacteur Tech

Meta wil ongevraagd openbare posts, comments en chatbot-interacties gebruiken om zijn AI-systemen te trainen. Niet alleen nieuwe berichten, maar ook alles wat je in het verleden op Facebook of Instagram hebt gedeeld, komt in aanmerking — tenzij je vóór 27 mei bezwaar maakt.

Dat bezwaar moet je zelf indienen via een opt-outformulier dat ergens in de instellingen verscholen zit (voor Instagram hier en voor Facebook hier).

Opmerkelijk? Niet echt. Want wie het recente verleden van Meta kent, weet dat dit gedrag geen uitzondering is, maar eerder een patroon.

Meta trainde AI met miljoenen gestolen boeken van piratensites

Uit gerechtelijke documenten blijkt dat Meta eerder dit jaar materiaal van illegale piratensites als Library Genesis en Z-Library gebruikte om zijn taalmodel Llama 3 te trainen. Miljoenen boeken en wetenschappelijke artikelen — zonder toestemming verzameld — werden ingezet als trainingsdata voor commerciële AI.

Wat bedoeld was voor menselijke lezers, belandde ongevraagd in een machine.

Wat je deelde met vrienden, voedt straks Meta’s AI

In dat licht is het hergebruik van sociale-mediagegevens geen losstaand incident, maar een volgende stap. Want ook Instagram en Facebook zijn, terugkijkend, boeken in wording: een eindeloze stroom berichten, reacties, foto’s en likes, vaak geplaatst in de veronderstelling dat ze deel uitmaakten van een sociaal netwerk, niet van een AI-trainingsset.

Wat ooit gedeeld werd voor vrienden, wordt nu ingezet voor een algoritme. Zonder overleg. Zonder toestemming. Met alleen een bezwaarformulier bij de uitgang.

Het is alsof je persoonlijke fotoalbum ineens in de etalage ligt, met een briefje erbij: ‘Als u dit niet wilt, stuur dan voor 27 mei een bezwaarformulier in.’

Meta schuift verantwoordelijkheid naar gebruiker

Wat hier speelt, is een fundamentele omkering van eigenaarschap en toestemming. Niet de gebruiker bepaalt of zijn data worden hergebruikt, maar het platform stelt eenzijdig vast dat het mag, tenzij iemand ertegen protesteert. 

Een opt-outmodel is in zulke gevallen niet transparant, maar strategisch: het verlegt de verantwoordelijkheid van het bedrijf naar de burger, in de wetenschap dat de meeste mensen zich niet actief afmelden (dat kan hier voor Facebook en Instagram).

Hoe Meta het vertrouwen verspilt

Het juridische kader is complex, maar het morele vraagstuk is simpel: wie data gebruikt, zou eerst moeten vragen. Dat Meta dit niet doet, is geen technisch probleem, maar een bestuurskeuze.

Bij Meta past het in een bredere cultuur: eerst verzamelen, dan uitleggen. Onder het mom van innovatie wordt persoonlijke informatie gebruikt. Pas achteraf horen gebruikers waarvoor precies.

Of dat juridisch mag, moet blijken uit lopende procedures — maar het gemak waarmee data wordt hergebruikt, zonder debat of transparantie, ondermijnt nu al het vertrouwen.

Zonder instemming veranderen data in een exploitatiemiddel

Wanneer gebruikers het gevoel krijgen dat ze materiaal leveren aan een machine in plaats van aan elkaar, verandert de aard van het platform zelf. Het sociale aspect maakt plaats voor een systeem dat vooral komt halen, niet brengen.

En de consequentie is niet alleen dat mensen kritischer worden over wat ze delen, maar ook dat ze zich afvragen: voor wie is dit nog bedoeld?

Meta mag dan stellen dat dit alles ten goede komt aan een betere Europese AI, maar dat argument is slechts overtuigend als het gepaard gaat met zorgvuldigheid en instemming.

Zonder die twee veranderen publieke data in geconfisqueerde input. En verwordt een sociaal netwerk tot een exploitatiemachine.

Verdere verdieping: Data achter slot en grendel – en toch gebruikt

Meta wil AI trainen op basis van data die gebruikers zelf hebben gedeeld op Instagram en Facebook. Veel gebruikers begrijpen dat wat zij plaatsen zichtbaar is voor anderen, en dus niet volledig privé is. Maar dat betekent niet automatisch dat hun content vrij beschikbaar is voor elk ander doel.

Want sociale media platforms zijn geen publieke ruimtes in de klassieke zin: het zijn besloten omgevingen. Wie daar iets deelt, doet dat binnen een infrastructuur die eigendom is van Meta, en alleen toegankelijk is voor andere ingelogde gebruikers.

Gesloten platforms, open toegang voor Meta

Nu die data wordt ingezet voor AI-training, verandert de functie ervan: wat ooit was bedoeld voor sociale interactie, wordt ingezet als grondstof voor een commercieel systeem.

Meta heeft daarbij een unieke positie: als eigenaar van het platform beschikt het over de sleutels tot een gesloten archief vol gedragsdata, likes, foto’s en reacties. Dat maakt de inzet van deze data wezenlijk anders dan het trainen van AI op basis van het open internet.

Niet alleen Meta schuift de grens op

Toch is dat laatste ook niet zonder problemen. OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, heeft zijn modellen getraind op miljarden pagina’s van het vrije web — waaronder ook journalistieke sites zoals die van EW.

Veel van die content is auteursrechtelijk beschermd. De crawlers van OpenAI vroegen geen toestemming, en ook daar geldt: wat ooit bedoeld was voor menselijke lezers, belandde in een AI-model zonder overleg met de makers.

De kern van het probleem is dus breder dan Meta alleen. Steeds meer AI-bedrijven grijpen naar bestaande content, zonder te vragen of dat mag — en zonder dat gebruikers of makers invloed hebben op wat er met hun bijdragen gebeurt.

Het verschil is alleen: waar het open web nog vrij toegankelijk is, worden nu ook het gesloten delen van het internet opgeëist.

Verder lezen over Meta