Waarom het best wat had kunnen worden met de euro

22 juni 2015Leestijd: 3 minuten
'ANP'

Duitsers en Nederlanders bedachten regels die best een solide euro hadden kunnen opleveren. Maar regels en de euro, dat gaat moeilijk samen.

Alle begrip voor iedereen die het voor gezien houdt, murw geworden door alle krantenkoppen dat het Griekse vertrek uit de euro­zone nu echt nabij is. Het zal wel, we hebben het al zo vaak gehoord.

Alle vals gebleken garanties van de laatste jaren – Griekenland helpen is in ons eigen belang, het geld komt echt terug en met winst – hebben ook zo hun schade aangericht. Leidende politici die eerder zeiden dat alles moet worden gedaan om Griekenland in de eurozone te houden, schermen nu net zo makkelijk met het vertrek van Griekenland.

Bizar

Griekenland is met hele en halve onwaarheden tot de eurozone toegetreden en bij de eurolanden gehouden, maar zal zich, volgens de boodschap van de euroministers van Financiën onder leiding van Jeroen Dijsselbloem (PvdA), nu toch echt aan de regels moeten houden. Dit in ruil voor een laatste scheut geld waarmee andere leningen kunnen worden afgelost.

Het bizarre is dat regels in het eurogebied helemaal niet bestaan en als ze al bestaan vanaf het eerste uur met voeten zijn getreden. Als de ministers van Financiën zich al aan de regels wensten te houden, dan waren het hun premiers, bondskanseliers en presidenten die het op een akkoordje gooiden.

Als het erop aankomt, gaan regeringsleiders zich niet omwille van een miljardje of een procentje meer of minder aan regels houden. Geen wonder dat de Griekse premier Alexis Tsipras liever zakendoet met Angela Merkel en François Hollande, dan dat hij zijn minister van Financiën blootstelt aan de regelneverij van boekhouders als Wolfgang Schäuble en Jeroen Dijsselbloem.

Om zeep geholpen

Regels en de euro: het mocht wat. Toen de Fransen in 1991 de Duitsers zover kregen dat zij de Duitse mark vóór de eeuwwisseling zouden opgeven, wisten de Duitsers en Nederlanders regels te bedenken die – als ze waren toegepast – best een solide euro hadden kunnen opleveren.

Maar toen in 1998 de eerste groep eurolanden werd samengesteld, was er op Luxemburg na geen enkel land – ook Nederland niet – dat voldeed aan alle voorwaarden voor begroting, staatsschuld en r ente.

In 1997 werden nieuwe regels vastgesteld: het begrotingstekort van de eurolanden moest naar nul en mocht op straffe van zware boetes zeker niet boven de 3 procent stijgen.

Een Duits idee, dat door Duitsland en Frankrijk al in 2003 om zeep werd geholpen. Nederland, om onnaspeurbare redenen behept met de behoefte het braafste jongetje van de klas te willen zijn, was zowel in 2003 als in 2012-2013 zo’n beetje het enige land dat zich naar de letter van de begrotingsregels voegde.

Als landen met ondeugdelijke economieën en bezoedelde staatsfinanciën buiten de eurozone waren gebleven, had het best wat kunnen worden met de euro. Als de eurolanden zich aan hun eigen regels hadden gehouden, was een land als Griekenland niet tegen de regels in gered en had chantage niet zijn opmars kunnen maken als leidend principe in de eurozone.

Maar ook deze regel werd met voeten getreden, we kunnen naar onze centen fluiten en Griekenland zal – binnen of buiten de euro­zone – een blok aan het been blijven.

Politieke motieven

Het had best wat kunnen worden met de euro, als de ­Europese Centrale Bank (ECB) zich aan zijn enige doelstelling had gehouden, te weten de inflatie in de buurt en niet boven de 2 procent laten komen. Maar ook de ECB heeft alle regels laten varen, de geldpersen aangezet dat het een aard heeft en stimuleringsbeleid en het redden van landen en banken aan zijn agenda toegevoegd.

Juristen en economen denken, of dachten, dat de euro wordt geleid door regels. Historici weten beter: de euro is een politieke munt. De euro is niet tot stand gekomen en vormgegeven door economische, maar door politieke motieven. De verantwoordelijke politieke klasse zal er alles aan doen om de eurozone bijeen te houden en daarvoor regels aan de laars lappen.

Totdat de euro, opnieuw om politieke redenen, uiteindelijk strandt. Omdat regels en afspraken er wel degelijk toe doen. Als het schenden van regels en afspraken in een muntunie of enig ander samenwerkingsverband het gangbare instrumentarium wordt, vervalt de gezamenlijke bedrijfscultuur in chantage en wantrouwen.

Dan is het aftellen. Tien jaar afspraken schenden gaat misschien nog, twintig jaar wellicht, maar op een gegeven moment houdt het op.

Elsevier nummer 26, 27 juni 2015