Rutte hoopt dat kiezer 20 miljard lastenverzwaring is vergeten

15 juni 2015Leestijd: 3 minuten
'ANP'

Het kabinet-Rutte kondigt op Prinsjesdag trots voor 5 miljard euro lastenverlagingen voor volgend jaar aan. Het is de bedoeling dat de kiezer straks de 20 miljard euro aan lastenverzwaringen is vergeten.

Politiek gaat over macht en om die te bemachtigen, moet je verkiezingen winnen. Wie na zulke verkiezingen een kabinet weet te vormen, wil – behalve op het pluche zitten – na de kabinetsperiode graag weer een goede verkiezingsuitslag boeken.

Als je als regerende partij de indruk weet te wekken dat er dan economisch herstel is dat aan jou te danken is, dan maak je als regeringspartij een goede kans op zo’n beloning.

Vandaar dat kabinetten doorgaans beginnen met het zuur en eindigen met het zoet. Vooral nieuwe coalities beginnen dan ook met orde op zaken te stellen, met bezuinigingen en hogere lasten tot gevolg.

Dat heeft een neerwaarts effect op de economie en op de besteedbare inkomens. Dat leidt tot onmin bij kiezers, maar het kabinet kan tenminste de indruk wekken ‘noodzakelijke maatregelen’ te nemen.

En als de sluizen tijdig weer opengaan – met lastenverlichting en extra uitgaven die ‘investeringen’ worden genoemd – kan het kabinet claimen dat de eerdere daadkracht tot de opgebloeide economie heeft geleid.

Zo dacht het tweede kabinet-Kok in 2002 glansrijk de verkiezingen te zullen winnen met een in 2001 ingevoerde belastingherziening, die gepaard ging met lastenverlichting. Die keer ging het evenwel mis.

In 2000 barstte de internetzeepbel op de aandelenbeurzen. In 2001 vlogen Arabische terroristen het zakencentrum van New York binnen. Op 1 januari 2002 werd de euro ingevoerd, waardoor burgers en bedrijven hun vaste prijsanker kwijtraakten, prijzen werden verhoogd en het nieuwe speelgoedgeld werd te makkelijk uitgegeven.

Zuur-zoet

Het in 2001 bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel uitgedeelde zoet was volstrekt onvoldoende om het ongenoegen onder de kiezers te bezweren. Niet de regeringspartijen, maar Pim Fortuyn en de nieuwe CDA-leider Jan Peter Balkenende gingen in 2002 met de stemmen aan de haal.

In 2006 werkte het wel. Het kabinet-Balkenende II dat voorjaar 2003 aantrad, begon meteen met het zuur, onder verwijzing naar de regels voor de euro die wij in Nederland strikt wensten na te volgen.

Zo daalde de koopkracht nog in 2005, maar in 2006, een jaar voor het gedachte verkiezingsjaar 2007, werd het zoet binnengevaren. In het voorjaar van 2006 waren de kiezers nog boos op Balkenende, maar in de herfst van 2006 won hij glansrijk de vervroegde verkiezingen.

Ook nu wordt de zuur-zoet-methode toegepast. In totaal hebben de kabinetten-Rutte meer dan 50 miljard euro ‘bezuinigd’, al bestaan die bezuinigingen voor 20 miljard uit hogere lasten. Net als in 2003 werden die hogere lasten in 2013 aangejaagd door het verlangen bij veel Haagse politici om er in Brussel voorbeeldig op te staan, ook al leidde het tot een grotere dip in de economie dan in enig buurland.

Vooral de vrij besteedbare inkomens van burgers leden onder die lastenverhogingen (en ook wel onder de bezuinigingen). Maar de grootste lastenverzwaringen zijn nu achter de rug, de olieprijs is laag, de euro zwak en de economie trekt aardig aan.

Maar volgens het Centraal Planbureau is er volgend jaar toch weer een koopkrachtverlies van 0,3 procent. Dat komt enerzijds doordat de aantrekkende inflatie de loonstijging opeet, anderzijds doordat er ook voor volgend jaar toch weer lastenverhogingen aankomen (loonbelasting, schrappen ouderenkortingen).

Oogsten

En dus heeft het kabinet-Rutte nu de grootste haast om die koopkrachtdaling voor volgend jaar te corrigeren, door op Prinsjesdag voor 5 miljard lastenverlagingen voor volgend jaar aan te kondigen, waarna er bij de verkiezingen van 2017 kan worden geoogst.

Als VVD en PvdA het er onderling over eens kunnen worden en er meerderheden voor kunnen worden gevonden, is het mooi als direct ook wat verbeteringen in het belastingstelsel kunnen worden doorgevoerd – net zoals PvdA en VVD in 2001 deden.

Maar vooropstaat vooral dat die 5 miljard euro lastenverlichtingen er komt, zodat de koopkracht in 2016 niet daalt maar stijgt en de bevolking begin 2017 opgewekt naar de stembus kan.

Het is voor de coalitiepartijen – vooral voor lastenverlagingspartij VVD – dan wel te hopen dat de kiezers in 2017 vergeten zijn dat 5 miljard euro lastenverlaging in 2016 na 20 miljard euro lastenverhoging in de periode 2013-2017 nog steeds een belastingverhoging van 15 miljard tot gevolg heeft.

Elsevier nummer 25, 20 juni 2015