Met miljardenleningen als machtsmiddel muilkorft Xi Jinping andere landen

30 september 2021Leestijd: 4 minuten
De Chinese president Xi Jinping (tweede van rechts) inspecteert dam in Yangtzerivier. Foto: Xinhua News Agency

De schuldenlast als gevolg van het Chinese prestigeproject Belt and Road Initiative, de nieuwe Zijderoute, blijkt veel groter dan tot nu toe bekend. Tegelijk blijkt met veiligheidspact AUKUS dat economische afhankelijkheid een geliefd wapen is van Peking, schrijft Robbert de Witt.

Dat je voor geld alles kunt kopen, is een uitgangspunt dat eerder past bij een kapitalistische dan bij een communistische samenleving. Eerder bij de Verenigde Staten, dan bij China dus. Maar als je ziet hoe Peking buitenlandse politiek bedrijft, dan spelen koffers vol met yuans toch echt een sleutelrol – en niet ideologie, zoals je misschien verwacht bij een socialistische heilstaat.

Een beetje flauw is het natuurlijk wel, om China deze tegenstrijdigheid tussen officiële ideologie en dagelijkse praktijk kwalijk te nemen. Want ook de Sovjet-Unie, dat veel meer dan China ten doel had om de socialistische revolutie wereldwijd te verspreiden, strooide met geld om goedgezinde regeringen elders voor zich te winnen.

Robbert de Witt (1978) is Buitenlandredacteur bij EW. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor Nederland en Europa.

De meeste miljardairs op aarde

Bovendien is de Volksrepubliek China in naam wel socialistisch (‘met Chinese kenmerken’, is de nuancerende toevoeging van leider Xi Jinping), in werkelijkheid is China eerder een staatsgeleide markteconomie. Vrijwel nergens is het verschil tussen arm en rijk zo groot als in dit communistische land. Het telt bijna de meeste miljardairs op aarde, terwijl het gemiddelde inkomen vergelijkbaar is met dat in Wit-Rusland.

Veel meer dan voor de Amerikanen is geld voor de Chinezen desalniettemin het machtsmiddel bij uitstek in het buitenland. Dat blijkt ook weer in de nasleep van de schokgolf die de afgelopen twee weken door Azië rolde. Het Australisch-Britse-Amerikaanse veiligheidspact AUKUS maakt duidelijk dat de Amerikaanse president Joe Biden zijn vizier definitief heeft gericht op China en de opmars van die nieuwe geopolitieke tegenstrever wil stuiten. Biden mikt op een keten van bondgenoten die het land van Xi in toom moet houden.

Weinig bondgenoten, laat staan vrienden

Wat stelt China daartegenover? Economische druk. Daags na de aankondiging van AUKUS, maakte Peking bekend lid te willen worden van CPTPP, het Zuidoost-Aziatische vrijhandelsblok. Bidens voorganger Donald Trump had zich daaruit teruggetrokken, terwijl het juist bedoeld was om een economisch tegenwicht te bieden aan de economische macht van China. Australië is wél lid.

AUKUS en de
geopolitieke schokgolf

Terwijl Europa bezig is met de Amerikaans-Franse ruzie, veroorzaakt AUKUS een schokgolf in Azië. Wat betekent dit nieuwe pact en welke rol spelen de kernonderzeeërs? Lees alles hierover in het omslagverhaal van EW.

China heeft in Azië maar weinig bondgenoten – laat staan vrienden. Maar het land is wel een economische magneet van de buitencategorie. Voor de meeste Aziatische landen is China inmiddels de grootste handelspartner. China hoopt via CPTPP die afhankelijkheid te vergroten. Wie straks voor de Verenigde Staten kiest in de nieuwe Koude Oorlog, kan rekenen op economische wraak van Peking.

Sommige Aziatische landen reageerden verheugd op de aankondiging van AUKUS: Japan, India en Zuid-Korea in het bijzonder. Landen die zelfstandig economisch sterk zijn en tegelijk veel te vrezen hebben van een oppermachtig China. Andere landen hielden zich wijselijk stil – hoewel het een publiek geheim is dat enkele van die landen net zo veel moeite hebben met de Chinese agressie en graag een grote rol van de Verenigde Staten in Azië zien. Denk aan Indonesië, Maleisië, Pakistan, Vietnam en Laos.

De meewerkende landen moeten zelf betalen

Het is natuurlijk geen toeval dat diverse leden van deze club zwijgende landen tot aan hun nek in Xi’s prestigeproject The Belt and Road Initiative (BRI) zitten. Sinds 2013 legt China voor (omgerekend)  honderden miljarden dollars infrastructuur aan. Dat is geen altruïsme. BRI moet ook de Chinese afzetmarkten beter toegankelijk maken en toevoer van grondstoffen voor de Chinese (maak-)industrie vergemakkelijken.

Bovendien profiteert het Chinese bedrijfsleven en betalen de deelnemende landen grotendeels zelf voor de Chinese spoorlijnen, havens, snelwegen en luchthavens die in hoog tempo in hun land worden aangelegd.

Lees ook de vorige blog van Robbert de Witt

Anti-Chinapact AUKUS: ook slapende reus India ruikt kansen

Critici spreken van een ‘schuldenval’: landen worden opgezadeld met hoge schulden, tegen hoge rente. Kunnen ze die niet meer betalen, dan vordert China eigendommen.

Schulden zijn veel groter dan gedacht

Volgens een rapport dat deze week verscheen van AidData, een Amerikaans onderzoeksbureau, is de schuldenlast voor BRI-partners nog veel groter dan voorheen gedacht. Want het gaat niet alleen om wat de Chinese staat uitleent aan andere landen. Er is sinds 2013 ook nog eens omgerekend voor zeker 332 miljard euro uitgeleend door allerlei Chinese banken en financiële instellingen. Die leningen zijn tot op heden niet meegerekend. Landen hebben zich dus voor honderden miljarden meer in de schulden gestoken bij China.

Aziatische landen die de meeste miljarden ontvingen uit China, zijn Pakistan, Indonesië, Cambodja, Maleisië, Laos, Vietnam en Bangladesh. Inderdaad, landen die zich maar even koest hielden toen AUKUS werd aangekondigd.