Ja, we zijn in oorlog met de islamitische terroristen

18 november 2015Leestijd: 4 minuten

Premier Mark Rutte gebruikte het woord oorlog. Juridisch mag het dan gecompliceerd zijn, de realiteit laat geen twijfel.

Ooit heette de strijd tegen het terrorisme de War on terror. Maar de Verenigde Staten kregen in 2009 een nieuwe president, Barack Obama, en hij gaf de opdracht om bepaalde woorden niet meer te gebruiken.

‘Oorlog tegen het terrorisme’ was het eerste begrip dat bij het aantreden van Obama sneuvelde. Ook de termen ‘islamofascisme’, ‘jihadisme’ en ‘jihadstrijders’ mochten niet meer worden gebruikt. In plaats daarvan waren er lege woorden, zoals ‘extremisme’. Obama hoopte door deze paradigmawisseling een constructieve dialoog tot stand te brengen met de religieuze moslims, waardoor Amerika in staat zou zijn om het islamitische terrorisme effectiever te bestrijden.

Vijandig

De paradigmawisseling van het Witte Huis leidde tot grote leegte. Het islamitische terrorisme is onder Obama sterker geworden. Het Westen wordt in islamitische landen even vijandig bejegend als voorheen.

Langzamerhand komt niet alleen een einde aan Obama’s presidentschap, maar ook aan deze nutteloze paradigmawisseling. De lege woorden verwijzen naar niets.

De verandering begint ditmaal in Europa. De Franse, maar ook andere politieke autoriteiten gebruiken begrippen als jihadisme, jihadstrijders, en zelfs religieus geïnspireerd terrorisme.

Externe vijand

Zaterdag 14 november, een dag na de aanslagen in Parijs, benadrukte president François Hollande dat Frankrijk in oorlog is met IS. In zijn toespraak voor het Franse parlement op 16 november zei Hollande opnieuw: ‘Frankrijk is in oorlog, maar dit is ook een oorlog van Europa en van de wereld.’

In de Middeleeuwen werd dit het Bellum Romanum genoemd: de oorlog van Europa tegen de externe vijand.

Ook VVD-premier Mark Rutte gebruikte het woord oorlog: ‘ISIS is onze vijand, daarmee zijn we in oorlog. We zijn niet in oorlog met een geloof of de islam.’

Gebroken geweren

IS wordt door onze premier, maar eigenlijk ook door Hollande en de Britse premier David Cameron, aangeduid als militaire vijand met wie we in staat van oorlog verkeren. De mensen van de gebroken geweren vinden het niet leuk, maar de war on terror is terug. Wel rijst de vraag welke betekenis we precies moeten toekennen aan Ruttes woorden.

Oorlog is een juridisch en politiek vraagstuk. Het is een politieke kwestie, omdat politici moeten beslissen of sprake is van oorlog. En dat doen ze nadat ze de militaire vijand een zekere mate van onrechtvaardige dodelijke agressiviteit hebben toegekend.

Toestemming

Dat is beslist het geval met IS – die zal Nederlandse burgers doden waar ze hen te pakken kunnen krijgen. Ook doden ze onze bondgenoten aan wie we loyaliteit zijn verschuldigd. IS heeft op min of meer formele wijze de westerse wereld de oorlog verklaard. Juridisch is dit ingewikkelder.

Artikel 96 van de Grondwet bepaalt dat het Koninkrijk niet in oorlog wordt verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal. De toestemming is niet vereist wanneer het overleg ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is.

F-16’s

De commentatoren van de Grondwet schrijven dat de term ‘in oorlog verklaren’ (art. 96) is te verstaan als ‘een formeel besluit van de regering dat de oorlogstoestand zal intreden c.q. is ingetreden en niet tevens een feitelijk handelen dat tot oorlog leidt’.

Verder is er gelukkig weinig te vinden over deze Grondwetsbepaling. Er is dus juridisch, formeel grondwettelijk geen oorlog gaande.

En toch woedt er een oorlog – een die de Grondwet nooit had kunnen voorzien. Onze F-16’s bombarderen de vijand in Irak, op verzoek van de Iraakse overheid. Maar IS, de organisatie die daar de feitelijke macht in handen heeft, beschouwt deze aanval als een oorlogsdaad.

Fragiel

IS presenteert zich als een staat. En als wij haar niet wegbombarderen, zal ze wellicht nog decennia aan de macht blijven. De werkelijkheid is dus fragieler dan het recht. Ook moeten we nooit uit het oog verliezen dat de Noord-Koreaanse communistische terreurgroep al ruim zeven decennia regeert. Niemand kan of wil hen bombarderen.

De middelen die IS gebruikt, zijn ook gericht op oorlogsvoering. Ze hebben al duizenden Europeanen gerekruteerd en opgeleid, om daar en hier deel te nemen aan de oorlog die ze jihad noemen. Bovendien lopen hier ook nog duizenden jihadisten die we als vijfde colonne mogen beschouwen.

Massaliteit

27 EU-landen hebben al ja gezegd tegen het verzoek van Frankrijk: een aanval op een is aanval op allen. Artikel 42 lid 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt immers dat wanneer een lidstaat op zijn grondgebied gewapenderhand wordt aangevallen, op de overige lidstaten de plicht rust deze lidstaat met alle middelen bijstand te verlenen. Ook dit bewijst dat we in oorlog zijn.

In de realiteit en de massaliteit van het islamitische terrorisme, en de middelen die zij, maar ook het Westen gebruikt, is niet onlogisch om van oorlog te spreken.