In Harvard kunnen we gelukkig nog genieten van Ayaan Hirsi Ali

21 oktober 2014Leestijd: 3 minuten

Prominenten als Farah Pandith en Ayaan Hirsi Ali geven studiegroepen aan Harvard-studenten. Hiermee houdt Harvard haar onderwijs actueel. Voor Nederlandse universiteiten zou dit ook een goede investering zijn.

De wereld verandert in rap tempo. De opkomst van IS voltrok zich snel en onverwacht. Hetzelfde gold voor Oekraïne, de Arabische lente en de financiële crisis.

Hoe kunnen universiteiten ervoor zorgen dat economische, politieke en sociale studies actueel blijven? Een studie die recente ontwikkelingen niet verklaart, verliest relevantie.

Sommige professoren zoeken aansluiting met de actualiteit, maar dit zijn uitzonderingen. Academisch onderzoek richt zich doorgaans op het verleden. Veel vakken lopen daarom minstens een jaar achter op de actualiteit.

Gastlezingen

Gastlezingen bieden een uitkomst. Op Harvard heb ik in één maand Joe Biden, Francis Fukuyama, en de dames van Pussy Riots zien spreken. Inspirerende verhalen, maar na een uur zijn ze weer weg.

Veel te kort voor een grondige analyse.

Harvard heeft daar iets op gevonden: studiegroepen. Prominente personen ‘uit de praktijk’ geven een serie colleges aan een kleine groep studenten. Geen tentamens, en dus ook geen studiepunten. Maar wel alle flexibiliteit. En dus de mogelijkheid om diep in te gaan op de actualiteit.

Ayaan Hirsi Ali

IS is het thema van dit moment, en komt daarom ruim aan bod. Ayaan Hirsi Ali is dit semester één van de prominenten die een studiegroep verzorgt. Haar thema is Politieke Islam, de ideologie dat de Islam leidend moet zijn in de inrichting van overheid en maatschappij.

Het is geweldig om les te krijgen van Hirsi Ali, voor mij een persoonlijk voorbeeld. Eén van de weinige personen die de Nederlandse politiek wist te ontgroeien, deelt nu haar ervaringen met een select groepje studenten. Met dezelfde flair en scherpte waarmee ze menig politicus en Nederlander voor zich won, pakt ze nu Harvard-studenten in.

Ze maakt parallellen tussen IS en vroegere Islamitische rijken. Hoe ook zij met geweld aan de macht kwamen, maar uiteenvielen omdat ze beloftes aan hun volgelingen niet konden nakomen. Biedt dit mogelijkheden de aantrekkingskracht van IS te verzwakken? Met wat voor tegenboodschap bieden we moslimjongeren een beter alternatief?

Moslimminderheden

Farah Pandith biedt een studiegroep over dezelfde thematiek. Als minister van Buitenlandse Zaken creëerde Hillary Clinton een speciale functie voor haar: ‘Speciale vertegenwoordiger voor moslim minderheden.’

In deze functie reisde Pandith de hele wereld rond. Overal sprak ze met moslims, overheden en buurtwerkers. In vrijwel heel Europa kwam ze tot dezelfde observatie: veel jonge moslims hebben een identiteitscrisis. Hoe kun je een goede Nederlander zijn, en tegelijkertijd een goede moslim?

Extremisten bieden simpele antwoorden, en dus een simpele uitweg uit dit dilemma. Ik vraag Pandith of de Nederlandse overheid hier adequaat op reageert. De recente IS-demonstraties baren zorgen. Tot mijn verrassing roemt Pandith het ‘Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme’ van de ministers Ivo Opstelten en Lodewijk Asscher. Hiermee lopen we als Nederland voorop.

Kwaliteit

Studiegroepen zoals van Hirsi Ali en Pandith houden het onderwijs actueel en relevant. Het draagt eraan bij dat topstudenten over de hele wereld naar Harvard willen komen. Egyptische opstandelingen, Iraanse journalisten, Amerikaanse militairen: ze komen aan Harvard studeren, nemen deel aan de studiegroepen en tillen de discussie naar een nog hoger niveau. En allemaal bereid hiervoor tienduizenden dollars collegegeld te betalen.

Sommige Nederlandse universiteiten doen in dit opzicht al behoorlijk veel. Ze organiseren master classes en honours programs. Maar meestal geven uitsluitend professoren les. Veel departementen vinden de praktijk een vies woord. Terwijl studenten hier zoveel van kunnen leren.

Door invoering van het leenstelsel komen honderden miljoenen beschikbaar. Minister Bussemaker wil hiermee de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Studenten verwachten direct resultaat. Studiegroepen zoals op Harvard zouden een goede investering zijn.